Aan de Paulinapolder staat een lantaarnpaal een tikje scheef. Maar wees niet bang, sust een brede oranje sticker: ‘Aan het herstel van dit object wordt gewerkt.’ Dit is nieuwbouwwijk Vathorst, ruwweg tien vierkante kilometer onverwoestbaar optimisme in het noordoosten van Amersfoort. Geen probleem zo klein of er is wel een oplossing voor. Bij de Bagels & Beans aan de Smeenge hangt een bordje: ‘Goedemorgen, vandaag gaan we de dingen mooier maken.’

Op de dinsdagmiddag voor de Provinciale-Statenverkiezingen steekt Johan, die zijn achternaam liever niet noemt, het plein tussen de Gall & Gall en de Intertoys over. Hij is ‘een beetje onconventioneel’, waarschuwt hij maar meteen: ‘Ik vind Nederland een van de mooiste landen van de wereld’, zegt hij terwijl hij met zijn hand door zijn haar strijkt. Wat een chagrijn hoort hij overal, vooral van oudere mensen. Laten we eens positief zijn met elkaar! ‘We staan in alle goede lijstjes in de wereldwijde top-vijf. En intussen worden alle politici zwart gemaakt, terwijl dat ook maar mensen zijn die hun best doen, en dan niet voor een heel hoog salaris.’

Julia Hony heeft de blauwgroene rugzak van haar zoon over haar eigen schouders gehangen, het jongetje is een beetje ziek. Als verpleegkundige zou ze de salarissen in de zorg de belangrijkste kwestie van deze verkiezingen kunnen vinden. Maar haar salaris is net verhoogd. ‘Het zal waarschijnlijk weer vvd worden’, zegt ze. Die partij heeft wel wat van het vertrouwen verspeeld, maar ‘dat gaat mijzelf niet aan’.

Daniëlle Kok heeft een pakket naar huis gebracht en wil weer in haar Fiatje stappen. ‘Ik ben heel tevreden.’ Dat heeft te maken met een ernstige ziekte waarvan ze is hersteld, met haar tweede huwelijk waarin ze zoveel gelukkiger is dan in het eerste, maar ook met Nederland en hoe goed we het hebben. Zij probeert zich in andere mensen te verplaatsen, terwijl ze ziet hoe slecht anderen luisteren en wat een snelle conclusies die trekken. ‘De politiek is daar het slachtoffer van. Kijk nou hoe snel er wordt geoordeeld over Rutte en over de boeren.’

De huizen van Vathorst zijn ontworpen om bij alle verschillen toch op elkaar te lijken. Sommige hebben puntgevels, afgedekt zonder dakpannen. Op een appartementencomplex staat het jaartal 2020 in lichter baksteen – Vathorst schrijft alvast geschiedenis. Op de straathoeken liggen de ‘zwerfkeien’ die je in zoveel nieuwbouwwijken ziet. De dorpsslager heet de Dorpsslager (vier pulled pork brioches voor 11,95 euro) en dan heb je barbershop Vathorst, schoenmaker Vathorst en Chinees restaurant Vathorst.

Nieuwbouwwijken zoals Vathorst (bouwjaar 2001) zijn politiek opvallend eensgezind. In bijna alle wijken die na 2000 zijn gebouwd, is de vvd bij landelijke verkiezingen steeds de grootste partij. Dit is het electoraat waar de partij van Mark Rutte haar machtspositie van de afgelopen ruim twaalf jaar aan te danken heeft. Het electoraat dat het verlies van de vvd bij de Provinciale-Statenverkiezingen waarschijnlijk kon beperken, terwijl de bbb de liberalen in alle provincies voorbij stak. Volgens electoraal-geograaf Josse de Voogd is ‘die samenhang tussen nieuwbouw en de vvd overal’. Van Vathorst tot Vroonermeer (Alkmaar), van Fascinatio (Capelle aan den IJssel) tot Stad van de Zon (Heerhugowaard) ziet hij bij Tweede-Kamerverkiezingen vvd-piekjes van telkens rond de dertig procent van de stemmen. In Vathorst werd de partij ook bij de laatste lokale verkiezingen van 2022 en 2019 de grootste. ‘Het cliché van de partij is dat ze haar kiezers heeft in ouderwetse villawijken als die in Wassenaar, maar dat is alleen maar waar ze de hóógste pieken krijgt. Dat zijn te weinig mensen om de grootste van Nederland mee te worden. Net zoals je bij het cda niet alleen naar een boerendorp moet kijken.’

De vvd’er in de nieuwbouwwijken is niet per se een bankier, een specialist of een ondernemer. Hij of zij kan evengoed een verpleegkundige zijn, een leidinggevende in de zorg, een IT’er of een onderwijzer. Doorgaans zijn deze stemmers jong en kansrijk, zegt De Voogd. ‘Nu misschien nog niet heel vermogend – ze moeten hard werken, want ze hebben een hoge hypotheek waarvoor ze op hun tenen moeten lopen.’ Maar ze zien een succesvolle toekomst voor zich en van de politiek verwachten ze dat die hen helpt dat succes te bereiken. Of dat die hen daarbij in elk geval niet in de weg staat.

Op het winkelplein Cruquius in Vathorst kom je de mensen tegen die zijn theorie staven: ze zijn in meerderheid tussen de 25 en 45 jaar oud en verdienen gemiddeld minder dan modaal, zo’n 30.700 euro per jaar (modaal is 40.000), blijkt uit cbs-cijfers. Vaak hebben ze net een tweede stap gezet in hun carrière, hebben ze net een huis gekocht of zijn ze net met het geld van hun eerste huis in een wat grotere woning getrokken, omdat ze een kind hebben of krijgen. De gemiddelde woz-waarde in het centrum van Vathorst was vorig jaar 413.000 euro, bijna een ton boven het landelijk gemiddelde.

De VVD-kiezers in Vathorst realiseren het zich misschien niet, maar zij (of liever: hun voorgangers) zijn vijftig jaar geleden in het vizier gekomen van de liberale partij. Toen hij in 1971 partijleider werd, erfde Hans Wiegel de toen klassieke vvd-positie: zo’n tien procent van de stemmen, nog niet de helft van wat kvp en PvdA haalden. Hij besloot zich te richten op ‘bevolkingsgroepen waaruit de partij tot dusverre nog weinig mensen trok’. ‘Wie zijn die bevolkingsgroepen’, wilde NRC Handelsblad in augustus 1972 weten. ‘De geschoolde arbeiders’, antwoordde Wiegel. ‘Mensen die in de fabriek chef zijn over vier mannen, verantwoordelijkheid dragen, mensen die hun plaats hebben bereikt door harder dan de anderen te werken, die ’s avonds gestudeerd hebben, zichzelf offers getroosten.’ In november dat jaar behaalde de vvd bij de Tweede-Kamerverkiezingen het beste resultaat uit haar geschiedenis: 14,5 procent, nog maar drie procentpunt achter de kvp.

‘De huizen zijn hier natuurlijk in het duurdere segment’, legt Michelle uit. ‘PvdA woont hier niet’

Wiegel had een nieuwe groep kiezers bereikt in de nieuwbouwwijken van die tijd. ‘Purmerend, Zoetermeer, Spijkenisse’, zou hij later tegen Marcel ten Hooven van De Groene Amsterdammer zeggen, ‘jonge mensen die botje bij botje hadden gelegd om een eigen huis te kopen, met kleine kinderen en hun eerste auto. Die zagen in dat ze bij de PvdA niets te zoeken hadden als ze hun net verworven welvaart wilden veiligstellen.’

Daar werd de zorg van de vvd voor de ‘hardwerkende Nederlander’ uitgevonden, die nog altijd centraal staat in de campagnetaal van de partij. Dit jaar stond op de posters: ‘Wie hard werkt verdient geen geldzorgen’. De PvdA probeerde in 1995 vanuit een andere positie dezelfde manoeuvre als de vvd te maken. De steun voor de arbeiderspartij was twee verkiezingen achter elkaar afgenomen en partijleider Wim Kok stelde ‘het afschudden van de ideologische veren’ voor als een ‘bevrijdende ervaring’. Kok zei dat ‘zonder sympathie bij en solidaire steun vanuit deze middengroepen, de PvdA als volksbeweging geen toekomst meer heeft’. Die koerswijziging leverde in 1998 terreinwinst op, maar daarna lieten de middengroepen de PvdA steeds vaker links liggen. Bij de laatste twee Kamerverkiezingen behaalde de partij 5,7 procent van de stemmen. De aantrekkingskracht van de aspiratie van Wiegel is sterker dan Koks smeekbede om solidariteit. De liberale hardwerkende Nederlander heeft het voorlopig gewonnen van de ideologisch geplukte sociaal-democraat.

Voor Vathorsters lijkt de PvdA nauwelijks nog een serieuze optie. ‘Het is niet dat ik niet vind dat het niet socialer kan’, zegt Rianne Barends met drie ontkenningen in één zin. Haar ouders waren net als zijzelf verpleegkundigen, die stemden altijd PvdA of SP. Zij heeft ‘toen het heel slecht ging’ – ze bedoelt na de financiële crisis van 2008 – op de vvd gestemd in de overtuiging dat die partij voor stabiliteit zou zorgen.

Kijk eens terug in de afgelopen dertig jaar, zegt ondernemer Johan, naar kabinetten waar de PvdA in heeft gezeten. ‘Dan moet je vaststellen dat ze toch vooral geld uitgeven aan mensen die het niet hebben.’ Zinloos, vindt hij. ‘Ze zijn er eerst wel dankbaar voor, maar als het opraakt, zullen ze alleen maar klagen en wat hebben ze dan geleerd? Je moet geen vis voor mensen kopen, je moet ze leren vissen.’ Zulk beleid levert bovendien ‘idiote’ belastingtarieven op. ‘52 procent; in de Verenigde Staten zouden alle burgers er vandoor hollen.’

Nicander Elzenga, voor wie de maandagmiddag voor de Provinciale-Statenverkiezingen een papadag is, vindt dat ‘veel mensen niet werken, terwijl ze dat wel zouden kunnen’. Natuurlijk is het goed dat de Voedselbank bestaat, maar het zou niet nodig moeten zijn. Mensen moeten uit de bijstand, meedoen in de maatschappij. In het zakje onder de kinderwagen van zijn zoontje Giovanni liggen een pak cruesli en een tijgerbrood. Voor hem is het belangrijkste thema van deze verkiezingen wel sociaal: de inflatie van bijvoorbeeld boodschappenprijzen. ‘Wij redden het wel, maar andere mensen krijgen het moeilijk als de salarissen niet omhooggaan.’ Er gaat te veel geld naar asielzoekers, vindt hij – dat zou naar de armen moeten gaan. Dus wordt het niet PvdA, maar pvv.

En de affaires rond de landelijke VVD en premier Rutte dan? De toeslagen? Liegen over de ‘functie elders’ voor Pieter Omtzigt? Jarenlang wanbeleid ten aanzien van het Groningse gas? Ja, ondernemer Johan ergert zich eraan, maar niet zozeer omdat hij Rutte die kwesties kwalijk neemt; hij vindt het maar ‘negatieve incidentenpolitiek’. De premier is een optimistische politicus, die zich te vaak in het defensief laat dwingen. ‘Groningen? Probeer daar maar eens beleid voor te maken dat goed is voor de Groningers en goed is voor Nederland. En toch is iedereen keihard aan het klagen.’

Rianne Barends staat met haar jongste zoontje tussen de verse groenten in de Albert Heijn als ze zachtjes toegeeft dat ze er pas aan denkt nu ze ernaar wordt gevraagd. ‘Al die onrust heeft mijn vertrouwen in de politiek doen dalen, maar nee, ik weeg het niet mee. Niet zoals ik dat misschien zou moeten doen’, zegt ze zelfbewust. ‘Het staat toch ver van mij af, niet iets op basis waarvan ik de vvd afschrijf.’

Voor Frederieke, een jonge moeder die voor het stembureau staat met de lijn van haar corgi Charlie in de hand, voelt het Groningse aardgasrapport wel persoonlijk. ‘Een paar jaar geleden woonde ik daar zelf nog.’ Zij en haar man Jordy – ze noemen hun achternaam liever niet omdat ze weleens voor de overheid werken – verhuisden naar Vathorst voor meer ruimte. ‘We wilden beginnen aan een gezinsuitbreiding’ – die ligt naast Jordy in de kinderwagen, drie maanden oud. Frederieke heeft wel naar de affaires ‘gekeken’. Het kabinet ‘had sneller kunnen handelen, maar de verantwoordelijkheid ligt natuurlijk bij alle partijen’, niet alleen bij Rutte en de vvd. Deze verkiezingen stemt ze daarom toch op de liberalen, van wie ze hoopt dat ze een streep zullen zetten door de hoogbouwplannen in de omgeving.

‘Ze kunnen Rutte overal de schuld van geven, maar hij heeft die toeslagen niet zelf gedaan’

Voor de Kwalitaria-snackbar zijn twee loodzware plantenbakken omgewaaid, de aarde ligt eruit. Bij boekhandel Bruna trekt de wind de kreukels uit de Boekenweek-vlag. In de kasten staan de aanraders van het personeel, de Bruna-top-tien: 1. Omringd door idioten, ‘hoe hen te begrijpen die niet begrepen kunnen worden’. 2. Overprikkeld brein, ‘voor meer rust en balans in tien weken’. 3. Help, ik heb een puber! van Kluun. Op tafel ligt Gewoon gezond verstand van bbb-voorvrouw Caroline van der Plas naast de biografie van Max Verstappen. Buiten rijden fietsen en brommers over de stoep. Voetgangers stappen zonder iets te zeggen opzij.

Een deel van de Vathorsters knikt vanzelfsprekend als ze horen dat hun wijk een vvd-oord is. ‘Je moet om hier te wonen toch een goede baan hebben; overal rijden elektrische auto’s, de huizen zijn hier duur,’ zegt Nicander Elzenga. ‘Hoogopgeleid, druk. Het is goed hier’, omschrijft Rianne Barends haar wijk. ‘Mensen zijn op zich aardig voor elkaar, maar bezig met hun eigen ding’, zegt Elzenga. ‘Onze buren zien we nooit.’

Julia Hony zegt juist dat ze haar buren ‘wel kent’. ‘Handig’, vindt ze, dat ze er laatst achter kwam dat haar buurvrouw lesgeeft op de basisschool, ‘en dat mijn zoon waarschijnlijk bij haar in de klas komt’.

Een ander, groter deel knikt niet maar schudt het hoofd – hún wijk een vvd-wijk. Zij zijn de zeventig tot tachtig procent die op andere partijen stemt en de regeringspartij ofwel het stikstofbeleid ofwel het individualisme van de buurt verwijt. Een ChristenUnie-stemmer die met zijn twee dochters in een kinderwagen over straat loopt mist het ‘wij-gevoel’, ‘iedereen is hier toch met zichzelf bezig’. Menno Schaafsma, Vathorster en PvdA-lid, merkt hoe dominant het liberale geluid is geworden op verjaardagen van buurtkinderen, waar het gaat over ‘je eigen broek ophouden, de noodzaak van een kleine overheid’. ‘De vele schandalen lijken vvd’ers niet uit te maken, ze blijven op Rutte stemmen.’

Mark en Debby van den Berg, die zelf overtuigd Volt (hij) en GroenLinks (zij) stemmen, vinden het teleurstellend. De vvd zien ze als een partij voor het individu, terwijl de oplossingen voor grote problemen juist bij de gemeenschap liggen. Hun dochter zit op hockey. Vroeger namen ouders daarbij allerlei taakjes als vanzelfsprekend voor hun rekening: rijden naar trainingen en wedstrijden, allemaal komen kijken, bardiensten en andere klusjes. Nu steekt niemand daar zijn hand nog voor op. ‘De club heeft het vrijwilligerswerk verplicht moeten stellen’, zegt Debby. ‘En iedereen heeft een grote mond en volop eisen: wat een slechte trainer voor de kleintjes. Maar ze vergeten dat die trainer óók een vrijwilliger is.’ Mark ziet hoe zijn buren de club behandelen als een sportschool. ‘Dan komen ze niet opdagen bij een wedstrijd: “Nou en, we betalen toch contributie?”’

Het is verkiezingsdag, de wind is gaan liggen. De omgewaaide plantenbakken zijn weer overeind gezet. Op de snelweg naar Vathorst staat een forensenfile. Bij het stembureau in buurtcentrum Hart van Vathorst, waar de Ontmoetingskerk en kinderopvangcentrum Bzzzonder zitten, is het spitsuur. ‘Mama en papa moeten nog even gaan stemmen’, zegt een moeder tegen haar peuter in het fietszitje als ze de stembureauvlag ziet staan. Op het Cruquiusplein staat een grote gele kraam met gegrilde kipspecialiteiten. Een gezin loopt het stembureau uit. Moeder kijkt naar haar kinderen: ‘Oké, nu maar naar de kip dan?’

Om kwart voor zeven is de kraam dichtgeklapt en weggereden en neemt het aantal stemmers af. Michelle (35) en Guus (34) Hulsbos lopen naar buiten, hun blonde dochtertje rent alvast vooruit. Ze kozen allebei voor de vvd, zoals ze dat altijd doen. ‘Rechts, maar niet radicaal’, zegt Guus. ‘Bovendien heb ik een hekel aan kleine partijen, ik wil een fors blok.’ Hij is IT’er voor ABN Amro, zij is fysiotherapeut. ‘Er waren ook weinig alternatieven; de vvd is de minst slechte optie.’

‘Ze kunnen Rutte overal wel de schuld van geven, maar hij heeft die toeslagen niet zelf gedaan’, vindt Michelle. Al geeft ze toe dat ze eigenlijk niet zo met politiek bezig is. ‘Het is dat Guus ging stemmen, anders was ik niet gegaan.’ Vathorst een vvd-wijk? Verbaast hun niets, lachen ze een beetje. ‘De huizen zijn hier natuurlijk in het duurdere segment’, legt Michelle uit. ‘PvdA woont hier niet, zeg maar.’

In elf van de dertien stembureaus in Vathorst werd de vvd vorige week woensdag met afstand de grootste. Bij de andere twee won de bbb. De PvdA bungelde rond de vijf procent.

Correctie 30-03-2023: De achternaam van ondernemer Johan is na publicatie van het artikel op verzoek verwijderd. Zijn volledige naam is bij de redactie bekend.