
Steele’s gevaarlijke schoonheid werkt na al die jaren even bedwelmend in Lost River, een controversiële nieuwe film geregisseerd door de Amerikaanse filmster Ryan Gosling.
De film roept herinneringen op aan het soort verontrustende films dat Bava en vele anderen in de hoogtijdagen van de Italiaanse populaire cinema maakten. Regisseurs hadden toen alle vrijheid om te experimenteren met conventies van horror, thriller en de western – als er maar geld mee te verdienen viel. In Lost River is dezelfde wilde energie voelbaar, van de titelsequentie met een lettertype dat doelbewust ‘pulp’ is tot de laatste beelden waarin het hoofd van een krokodil op de dak van een auto gebonden is.
Het verhaal, voorzover daarvan sprake is, speelt zich af in een verzonnen stad waar de hypotheekcrisis tot spookbuurten heeft geleid. Chaos heerst. Jongens zoals Bones (Iain de Caestecker) plunderen leegstaande huizen op zoek naar koperleidingen om aan de schrootwerf te verkopen. Zijn moeder Billy (Christina Hendricks) zit in zak en as als blijkt dat ze hypotheek niet meer kan betalen. Ze krijgt een baantje aangeboden na een bezoek aan een louche bankmanager (Ben Mendelsohn). Haar nieuwe werkplek: een nachtclub waar acts in de stijl van grand guignol op het programma staan.
Hier hebben we dus Billy en Bones, en aangezien in deze film alles mogelijk is, zou dit inderdaad makkelijk een referentie aan Robert Louis Stevensons piraat-personage in Treasure Island kunnen zijn. Tegenover Billy en Bones woont een meisje met haar bizarre oma, Steele, die dag en nacht lang niets anders doet dan naar de televisie staren. Ze ziet eindeloos dezelfde beelden van zoiets als een huwelijk. Duidelijk wordt het nooit. Mooi detail: na al die jaren kijkt Steele nog altijd even wakker, even maniakaal als in Bava’s film in de jaren zestig. Ze zegt geen woord, maar dat hoeft ook niet. Haar aanwezigheid zegt alles: dit is een soort nevenwereld, setting voor een gothic-nachtmerrie.
Toch is de setting van Lost River herkenbaar. Naast de crisis op de huizenmarkt gebruikt Gosling de gevolgen van de orkaan Katrina en de overstromingen in New Orleans als politiek referentiepunt. Het stadje staat deels blank, getuige een weg die onder water verdwijnt, met slechts lantaarnpalen die boven het oppervlak uitsteken als bewijs dat er ooit mensen hebben gewoond. In de diepte is er iets vreemds, merkt Bones als hij er een kijkje neemt: een standbeeld van een krokodil?
Toen Lost River vorig jaar in Cannes werd vertoond wisselden reacties van woede, ongeloof en hoon elkaar af. Gosling, inmiddels wereldberoemd na zijn rollen in onder meer Drive van Nicolas Winding Refn, werd er vooral op aangesproken dat hij (filmster) slechts leentjebuur bij andere cineasten speelt (Refn zelf, maar ook iemand zoals David Lynch). Allemaal goedkope reacties. Het punt is dat Lost River aan veel refereert – Bava en Steele, maar ook David Lynch – maar dat het werk wel ontegenzeggelijk iets origineels heeft, iets wat we ondanks het netwerk van verwijzingen nog niet eerder hebben gezien.
Het is wel zaak er snel bij te zijn. Lost River draait slechts één week in de bioscoop. Goedbeschouwd een vreemde stand van zaken. Hebben we niet genoeg bioscopen? Of is er iets anders aan de hand? Ik vermoed dat onze cultuur anders dan veertig jaar geleden steeds minder bestand is tegen wilde films, en tegen de maniakale ogen van Barbara Steele.
Eén week lang te zien vanaf 30 april