Jhumpa Lahiri, Met andere woorden. Vertaald uit het Italiaans door Manon Smits. Atlas Contact, € 17,99

Gerrit Krol, De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels. Querido 1981

Op het boekenbal had ik het met een collega-schrijver/columnist over het fenomeen dat het soms zo verleidelijk is te schrijven óver het schrijven, in plaats van gewoon maar het verhaal te vertellen. Zo kun je bij het schrijven van een column soms ook lang bezig zijn om niét te schrijven over het feit dat je een column aan het schrijven bent, of dat je het ook even niet weet. Het kan allemaal nog erger, een roman schrijven over het feit dat je een roman aan het schrijven bent. Ik vind het niet erg om het bij anderen te lezen, maar voor mezelf vind ik het een vluchtroute.

Ik schrijf dit allemaal omdat ik – even - wanhopig ben, ik was aan het zoeken naar een boek op mijn werkkamer, en kwam tot de conclusie dat er geen beginnen meer aan is. Ik kan de boeken die ik nodig heb, niet vinden, omdat ik het alfabet heb losgelaten. De boeken pasten niet meer in mijn kasten, er kwamen stapels, nog wel een beetje geordend, maar ik heb laatst van alles verplaatst, omdat ik niet goed meer bij mijn bureau kon komen, en nu ben ik iedere ordening kwijt. Laatst zocht ik Een lach in het donker van Nabokov, m’n hele Nabokov-verzameling weg! Vast omdat ik ze al eens eerder nodig had, en toen niet meer teruggezet heb. Wat ik moest weten heb ik nu gezocht via internet, maar ik hecht aan bladeren, zoeken naar vergeten opmerkingen in de kantlijn, briefjes die eruit vallen. Nu betrad ik mijn werkkamer met als doel het vinden van een verhalenbundel van Jhumpa Lahiri, ik had al een bang vermoeden, de ‘L’ is een probleem in mijn kast, teveel schrijvers wier achternaam begint met een ‘M’, waardoor de omringende boeken in de verdringing raken, en inderdaad, mijn complete Lahiri nergens te bekennen, en ik heb niet de moed te beginnen trekken aan de stapels.

Ik wilde hier namelijk wat schrijven over het nieuwe boek van haar dat ik aan het lezen ben, Met andere woorden, het gaat over haar nieuwe schrijversbestaan in het Italiaanse, zowel qua taal als qua domicilie. Ik keek gisteravond ook even het gesprek terug dat Adriaan van Dis met haar voerde in de boekenaflevering van De Wereld Draait Door. Jammer genoeg bleef het gesprek een beetje academisch, maar dat is het boek ook, het is meer een verzameling essays. Wie echt van haar schrijfkunst wil genieten, moet vooral haar verhalen lezen, ik kan me met name het openingsverhaal herinneren uit …. En daarvoor moest ik dus het boek pakken. Uit het hoofd dan maar, ik denk dat het Vreemd land is, en als ik het me goed herinner is het een verhaal over een vrouw die haar vader te logeren krijgt, met wie ze breekbare gesprekjes voert over vroeger en nu, hij is niet zo lang weduwnaar, de vrouw heeft het druk met man en kind, maar probeert wel zo attent mogelijk voor hem te zijn, en de gedachtenis aan haar moeder samen met hem in ere te houden; als hij eenmaal weg is komt ze door iets wat hij vergeten is mee te nemen erachter dat ze geen idee heeft wat er eigenlijk in zijn hoofd omging, en voelt ze zich diep verraden. Indrukwekkend drama, heel subtiel verteld, zoals Van Dis ook benadrukte in zijn introductie van haar, ze heeft een ongelooflijke subtiele vertelkracht die hard aankomt. Over haar thematiek hadden we in De Groene een paar jaar geleden, ik denk naar aanleiding van de publicatie van Vreemd land, ook een interessant interview van Liddie Austin, die haar ontmoette in Londen destijds.

Met andere woorden van Lahiri gaat komende week nog wel even mee in mijn tas, voor het slapen gaan lees ik de nieuwe Anne Tyler, daarover later nog wel als ik wat verder ben, ik was nog met boeken aan het slepen omdat ik zelf aan het schrijven ben, sommige boeken wil ik altijd in de buurt hebben omdat ik denk dat ze mijn concentratie verhogen maar in de praktijk blijkt het toch gekmakend, en drukkend bovendien, zo’n stapel om je heen. Op zo’n moment is er altijd maar één boekje dat soulaas biedt, gelukkig g e l u k k i g kon ik het vinden, er valt een foto uit van toen ik achttien was, er zitten drie handgeschreven ansichtkaarten in gericht aan mijn ouders die toen op Curaçao woonden, bij mij in Amsterdam-Oost was net ingebroken maar ik schreef dat ze zich niet ongerust moesten maken, ‘in heel Amsterdam wordt ingebroken’ schreef ik, en: ‘een heleboel junks zijn van de zeedijk naar het oosterpark verhuisd, vandaar’ (14-8-1985 is de datum dat ik dit schreef), ik sla Krol open bij paragraaf 4, ‘Waarom een schrijver boven zijn werk in slaap kan vallen’, en via bespiegelingen over wat je allemaal niet moet doen als schrijver (niet denken dat je dromen interessant zijn, geen andere schrijvers kopiëren, niet de originele schrijver uithangen) komt hij uit bij datgene waaraan je een goede schrijver kunt herkennen: hij kijkt naar de lucht, bij vol verstand en alle zeilen bijzettend, en denkt: waarover zal ik ’t eens hebben vandaag.

Ik denk dat hij gelijk heeft, natuurlijk heeft hij gelijk, Gerrit Krol heeft (had) altijd gelijk, het is een inzicht dat je alleen maar verkrijgt als je geprobeerd hebt je te verschansen, zoals ik me nu ook alweer aan het verschansen was, met altijd maar weer andermans boeken, ál die boeken. Dit is wat Krol zegt, en hij cursiveert het zelfs: Een schrijver heeft geen gedachten voor hij met een pen in zijn hand zit. Geduldig wachten, zegt Krol, met ijzeren plichtsbetrachting aan het werk gaan, met de pen in de hand wachten tot de eerste gedachten komen, niet bang zijn in slaap te vallen boven dat papier. ‘Een kronkelig spoor aanschouwt hij bij het wakker worden: de weg die zijn pen gevolgd heeft.’

Nu de tafel leegruimen, de pen oppakken, van ijzer zijn.