Leon Verdonschot, Alles van elkaar. Thomas Rap, 208 blz., € 17,90

Is het ranzig? vroegen de mensen die mij dit boek zagen lezen, het romandebuut van popjournalist Leon Verdonschot. Nou nee, antwoordde ik naar eer & geweten, terwijl ik opgewekt verder las. Alles van elkaar is zijn reputatie kennelijk vooruitgesneld, of hoe zeg je dat. Begeleidende interviews zouden de nieuwsgierigheid moeten verhogen, maar voorzover ik dat in mijn kringen kon nagaan hadden die interviews een bij voorbaat banaliserend effect. Ik had een Ventoux-associatie: o god, weer zo’n boek over mannenvriendschap en de desastreuze gevolgen van een liefde. Ik had het boek eigenlijk al voor iemand anders in mijn tas zitten, toen ik erin begon te lezen en er toch niet meer in kon ophouden.

Een probleem wordt het allemaal pas als er vrouwenogen aan te pas komen

Alles van elkaar is een ongelooflijk vaardig geschreven roman over inderdaad mannenvriendschap, maar zonder de larmoyantie waarmee die vaak wordt bezongen. Eerlijkheid is altijd een beetje een moeilijk woord, maar ik vind het ook een vreemd eerlijk boek, eigenlijk ook wel het bewijs dat fictie dieper kan gaan dan welk interview, welke analyse ook, over man-vrouwverhoudingen, seks, vriendschap. De kunst is om niet te denken dat dit over ‘alle’ mannen gaat, maar op de een of andere manier vind ik het wel iets wezenlijks onthullen over wat het leven is vanuit een bepaald perspectief, en waar het om gaat. Bijvoorbeeld dat seks ook maar seks is. En dat er nogal wat wordt gemanipuleerd in verhoudingen. Erg grappige dialogen staan in deze roman, tussen de ik-verteller en zijn beste vriend Martin, grappig en ook dramatisch.

De sfeer deed mij denken aan de beste Nederlandse film die ik ken, Simon, van Eddy Terstall. Verdonschot’s roman heeft diezelfde mengeling van grap en ernst, diezelfde niet te stuiten levenslust ook. Aanstekelijk roept de schrijver het beeld op van een vriendschap waarbij steeds meer grenzen van zelfcensuur wegvallen, intimiteit een fysieke wending neemt. Hoe wederzijdse nieuwsgierigheid de vrienden in steeds extremere situaties brengt, die op dat moment geen probleem vormen. En ja, een probleem wordt het allemaal pas als er vrouwenogen aan te pas komen. ‘Hij was mijn beste vriend,’ noteert de verteller. ‘Al sinds mijn zesde. Onze vriendschap duurde dertig jaar. Het ineenstorten ervan nog geen week.’

Dat is het drama. Daar is weinig ranzigs aan.