
Michel de Montaigne, ‘Hoe je over andermans dood moet oordelen’, in: De essays. Vertaald door Hans van Pinxteren. Athenaeum-Polak & Van Gennep 2004, € 29,99
Ik ben bezig een essay te schrijven over de publiek aangekondigde dood, geboren uit een mengeling van wrevel en fascinatie. Die eerste emotie, voor zover wrevel een emotie is, werd me uit handen geslagen toen ik naar de film Brozer keek, gemaakt door Mijke de Jong. Het is een film over vier zussen van wie één de dood aangezegd krijgt, in werkelijkheid gaat het om een vriendinnengroep van wie actrice Leonoor Pauw ziek is, en wier aftakeling ook daadwerkelijk te volgen is in de film. Tot ik de film zag, was ik vervuld van weerzin, de film is echter zo mooi en liefdevol, en zo’n kunstwerk op zich, dat ik niet anders dan geraakt kan zijn. Als iets duidelijk wordt in Brozer, en dat met alle zorg van ‘zussen’ en echte familie redderend en dansend eromheen, is dat het naar de dood eenzaam afreizen is. Ik ben nog over de film aan het nadenken, kom er in het essay op terug.
Ondertussen lees ik nu Montaigne, een collega wees me op diens essay ‘Hoe je over andermans dood moet oordelen’. Een lesje in nederigheid is het, Montaigne legt de nadruk op het feit dat voor ons allen ooit de klok luidt, en dat dat onbevattelijk blijft omdat we onszelf te belangrijk vinden. Zijn bespiegelingen komen me erg goed van pas, al was het maar vanwege dat ‘oordelen’ dat altijd op de loer ligt, en nu ook al bij zoiets als ‘andermans dood’. Toen ik in verwachting was liet ik me nogal op de kast jagen door alle verhalen om me heen over ‘hoe te bevallen’, zelfs kreeg ik de indruk dat sommige vrouwen er beter in waren dan andere, in dat bevallen. Maar ik ben niet zo’n oervrouw, piepte het in mij, ik kan er vast niks van. Met alle verhalen van minder en meer bekende Nederlanders over hun omgang met de naderende dood, lijkt het er ook op alsof we lessen in de omgang met de dood krijgen voorgeschoteld. Dat het iets moet zijn dat je met geheven hoofd tegemoet ziet, iets waar je goed in kan worden. Toen Susan Sontag haar doodsvonnis te horen kreeg, sprak ze slechts één woord: ‘Wow.’ Onschuldige tijden waren dat.