
Vivian Gornick, The Odd Woman and the City. A Memoir. Farrar, Straus and Giroux 2015
Lang op gewacht, net uit. Vivian Gornick las ik voor het eerst in The Paris Review, ik schreef toen over haar in deze rubriek. Ik denk dat je een boek als dit alleen kunt schrijven als je een zekere leeftijd hebt bereikt. Of je moet eerder in je leven al heel moedig zijn, dat kan natuurlijk ook. Gornick loopt over straat, in New York, meestal in gezelschap van best friend Leonard, en vertelt wat ze ziet, denkt, bepraat. Anekdotes over het hier en nu, en toen, rijgen zich aaneen, springerig en toch hecht. Ze is een paar keer getrouwd geweest, maar nu alweer een tijdje alleen, ze reflecteert op haar leven, de keuzes, seks en de afwezigheid van seks. ‘The most vital form of connection other than sex, is conversation.’ Ik heb nu net een stukje gelezen waarin ze vertelt al vroeg geleerd te hebben dat het leven ofwel Tjechoviaans of Shakespeariaans verloopt. En dat ze haar moeders dochter werd, in die zin dat haar moeder een leven lang bleef rouwen om en verlangen naar de man die dood was, Vivian’s vader. Niemand kon in zijn buurt komen. Ook Vivian had op veertienjarige leeftijd de lat voor Echte Liefde hoog gelegd. Ook wist ze dat ze ooit de revolutie zou leiden. De opdracht werd: liefde, werk en juiste man samenbrengen. Haar vriendinnen en zij waren op school allemaal erg ‘into literature’. Óf je identificeerde je met Dorothea Brooke, uit George Eliot’s Middlemarch, die een klerk aanziet voor een intellectueel, of met Henry James’s Isabel Archer, die de schurk Osmond aanziet voor een kunstkenner. Waarom zou je je überhaupt identificeren met deze misleide vrouwen kun je je afvragen, maar het is natuurlijk ook de kunst om oog te hebben voor de grandeur van emotionele ambitie en trotse toewijding. ‘The seriousness of our concerns lay in our preoccupation with these two fictional women,’ schrijft Gornick.
Bijna terloops beschrijft ze een pagina verder hoe ze toen ze eind twintig was een wetenschapper trouwde, een man die er achttien jaar over gedaan had zijn proefschrift te voltooien. ‘His difficulty made him poetic in my eyes.’
Ze heeft me in de greep, deze Gornick. Eerlijk, menselijk, intelligent, en niet bang zichzelf in de spiegel te bekijken.