Ik heb deze vakantie twee zogeheten spannende boeken gelezen, het ene was Het meisje in de trein, van Paula Hawkins, de 42-jarige Engelse schrijfster die haar manuscript toen het half af was alvast naar haar uitgever stuurde omdat ze blut was en dacht dat dit wel eens een seller kon worden, en het andere Unbecoming, van de Amerikaanse debutante Rebecca Scherm. Over Het meisje in de trein heb ik niet zoveel te zeggen. Het is behendig geschreven, strak gecomponeerd, de plot leunt sterk op de onbetrouwbaarheid van de verteller, en doet wat dat betreft wel denken aan Gone Girl, van Gillian Flynn, al is dat nog wel een stuk zwarter en raarder. Hawkins’ boek is een goeie doos chocola, niet iets om op neer te kijken, maar na consumptie weet je het ook wel weer even. De beperktheid van het boek ligt al gebakken in het genre zou je kunnen zeggen, alles draait om de ontknoping, en om de psychologische onderbouwing die in dit geval iets stereotiep vrouwelijks heeft. In zekere zin doet Hawkins niet heel veel anders dan Nicci French, ik moest met name denken aan Under the skin.
Opzienbarender, want origineler, is Unbecoming. Ik kreeg deze week de Nederlandse vertaling binnen, ietsje platter heeft die de naam van de hoofdpersoon als titel gekregen. Het is misschien ook moeilijk te vertalen, ‘unbecoming’. Maar juist het gegeven van iemand die probeert zich van haar identiteit te ontdoen omdat ze iets ongepasts heeft gedaan, misschien sowieso wel een misfit is, is een van de aantrekkelijke kanten van dit boek. Het is eigenlijk jammer dat Scherm het misschien niet heeft aangedurfd om hierover een iets minder plot-driven roman te schrijven.
In het begin van de roman leren we Grace kennen als iemand die restauratiewerkzaamheden verricht in een Parijs’ antiekzaakje. Ze doet zichzelf voor als Julie, leidt een volstrekt geïsoleerd bestaan, al snel wordt duidelijk dat ze al een jaar of twee op de vlucht is. In alternerende hoofdstukken krijgen we via uitgebreide flashbacks naar haar Amerikaanse jeugd en studententijd te horen in welke nesten ze zich heeft gewerkt. Rebecca Scherm schrijft een sterk zintuiglijk soort proza, met veel aandacht voor details - een slimme vondst om haar juwelen te laten reinigen – en gekmakende net-niet-seks. Grace is getalenteerd, maar in het verkeerde gezin terechtgekomen, bij haar jeugdliefde Riley vindt ze al vanaf haar twaalfde haar ware huis. In feite is ze slimmer dan wie dan ook in haar omgeving, een studie kunstgeschiedenis in New York ligt voor de hand, ze stimuleert Riley diens schilder – en tekentalent verder te ontwikkelen.
Wie de achterflap van de Nederlandse uitgave leest, denkt een misdaadroman in handen te hebben, en in die richting ontwikkelt het boek zich ook zo halverwege. Ik vond de plot echter niet het sterkste onderdeel van het boek. Bij vlagen greep mij Unbecoming naar de keel omdat het ten diepste over liefde en verraad gaat, over het gevoel bij iemand te horen en daar toch ook niet voldoende aan te hebben. Scherm schrijft hierover met een benijdenswaardige schwung.