Emma Chapman, How to be a good wife. Picador 2013

Ik had dit in een opwelling gekocht, bij Blackwell’s in Oxford. Toch gevallen voor de titel, ben ik bang. En omdat Hilary Mantel het aanprijst op de flap: ‘an accomplished debut… shows insight and emotional power’. Ik heb denk ik het hele boek lang niet begrepen wat ik aan het lezen was. Een psychologische literaire roman, of toch een thriller? Niet dat dat op zich een probleem hoeft te zijn, maar ik denk dat ik iets minder sinisters had verwacht, op grond van die aanbeveling van Mantel. Het is het verhaal van Marta, die getrouwd is met Hector, en eronder gebukt gaat dat haar zoon uit huis is. Ze lijkt te lijden aan een huisvrouwenneurose vermenigvuldigd met een lege nestsyndroom. Van haar man moet ze pillen slikken, om iets normaler in de omgang te worden. Van het begin af aan tikt er een bom in Marta, en lang is het onduidelijk van welke geestverschijningen ze precies last heeft. Ik heb het wel in een tamelijk verzonken staat gelezen, wat soms prettig is. Het verhaal is goed opgebouwd, maar ik kreeg heimwee naar Edith’s Diary van Patricia Highsmith, met de beste onbetrouwbare verteller die er is. De verdienste van How to be a good wife is dat het een extreme geschiedenis heel aannemelijk maakt. Behoorlijk beangstigend eigenlijk.