Meg Wolitzer, De interessanten. Vertaling van The Interestings, door Robert Neugarten. Xander 2014.

Ik las vanochtend een oproep van Arjan van Veelen in het NRC. Schrijvers zouden eens in actie moeten komen vindt hij. Het kan zijn dat ik een oude krant aan het lezen was, maar toch schrok ik even. Ik voelde me aangesproken, want ik doe niks tegen de ontwikkelingen op de boekenmarkt. Ik vlucht in mijn boeken, zijn het niet die van mezelf – work in progress – dan wel die van anderen. Nu heb ik daartoe echt het ideale boek in handen, De interessanten van Meg Wolitzer. Het gaat over een vriendengroep, overwegend New Yorks, die elkaar rond hun zestiende heeft leren kennen op een zomerkamp. Het voornaamste perspectief ligt bij Julie Jacobsen, de enige niét-New Yorker, die tot haar grote verrassing in het kringetje van populaire, creatieve, enigszins excentrieke leeftijdgenoten wordt genood. Vanaf dat moment heet ze Jules, blijkt ze grappig te zijn en acteeraspiraties te hebben, én heeft ze vrienden voor het leven. De ontwikkelingen binnen de groep, het verloop van alle levens, het laat zich allemaal lezen alsof je naar een warme, intelligente film kijkt.

Ik had al eens eerder een roman van Meg Wolitzer gelezen, The Wife, dat ik ook heel goed vond, maar misschien net even te plotterig feministisch. The Interestings heeft een veel bredere inzet, is in zijn grote realistische verteltrant te vergelijken met A visit from the Goon Squad van Jennifer Egan en Freedom van Jonathan Franzen. Wolitzer focust alleen helemaal op het thema vriendschap, beschrijft prachtig hoe irrationeel vriendschappen ontstaan, hoe jaloezie een ontwrichtende factor is, en hoe mensen wel en helemaal niet veranderen, misschien niet meer dan een dikkere gestolde variant van zichzelf worden.

‘Momenten van vreemheid’ heet het eerste deel, in een vooruitwijzing naar het moment dat de vriendschap ontstaat tussen Jules en Ash, het knapste meisje in de groep. Ash vertelt aan Jules dat het zo vreemd is dat je denkt dat je je in je leven voorbereidt op de grote momenten, maar dat als die zich voordoen je er niet klaar voor blijkt. ‘Dat maakt ze vreemd. Omdat de werkelijkheid heel anders is dan wat je je had voorgesteld.’ Jules verwondert zich op haar beurt erover dat Ash haar helemaal lijkt te begrijpen, al had ze haar niets verteld. ‘Ze begreep dat zo vriendschappen ontstaan: de een vertelt over een moment van vreemdheid en de ander besluit alleen maar te luisteren en de situatie niet uit te buiten.’

Jaren later durft Jules eindelijk aan Ash te laten zien waar ze geworteld is, het huis en de omgeving waar ze woont met haar moeder en jongere zus. Vantevoren ruimt ze wat al te genante dingen op – een handgeborduurd kussentje met een dichtregel van Robert Frost – en dan nog kan ze het niet laten voortdurend cynisch commentaar te geven als ze Ash rondleidt. ‘Het Walt Whitman Winkelcentrum, is er een erger oxymoron denkbaar?’

Het is zo zeldzaam, een roman die zorgt voor acute bevrediging zonder dat er een plot wordt nagejaagd, die iets heel wezenlijks lijkt te vertellen over – nou ja, vooruit – het leven. Wat een karwei moet het zijn geweest om dit boek te schrijven. Dat denk ik wel vaker. Het vereist ook een heel ander soort energie dan die nodig is om de barricaden te bestijgen, opdat ‘je’ boek ook nog eens ergens aan de man gebracht wordt voor de beste prijs. Schrijven en actievoeren, ik weet niet of die twee elkaar verdragen. Ik hoop altijd maar op goeie belangenbehartigers. Al was het maar omdat die denken wat aan mooie boeken te kunnen verdienen.