
Nicci French, Dinsdag is voorbij. Anthos 2012. Vertaald door Irving Pardoen.
Komende week ga ik de nieuwe Grunberg lezen, om erover te twitteren met Bas Heijne. Verder had ik de nieuwe Anne Tyler gekocht, The Beginner’s Goodbye, veel zin in, en Out of sheer rage, van Geoff Dyer, lijkt te gaan over de rage die mij nu ook al maanden uit de slaap houdt. Dyer beschrijft hierin zijn wanhopig werken aan een studie over D.H. Lawrence, ik ben met iets soortgelijks bezig, zal er niet weer over beginnen. Wat ik doe als ik niet kan slapen, is trouwens de nieuwe Nicci French lezen, Dinsdag is voorbij. Ik was er ‘eigenlijk’ mee gestopt, met het lezen van de thrillers van French, maar ik had hier enthousiaste verhalen over gehoord, en ook was ik wel benieuwd naar hun nieuwe opzet, namelijk telkens schrijvend rondom een psychoanalytica. Frieda Klein heet hun heldin. Ik ben halverwege (het is een dik boek), en het is heerlijk om ‘s nachts te lezen. Er wordt een lijk gevonden, gewoon zittend op de bank, heel goed smerig beschreven, met vliegen enzo, en het lijkt erop alsof het het lichaam is van een man die er heel goed in was zich bij iedereen naar binnen te kletsen en geld af te troggelen. Het valt me op dat Nicci French iets minder is gaan schrijven over wat iedereen zoal eet op een dag, maar meer over interieur en gemoedsstemmingen. Die Frieda Klein vind ik wel intrigerend. Waarom wil ze nooit aan haar familie worden herinnerd? Ieder hoofdstuk eindigt ook nog met de monoloog interieur van een meisje/vrouw die opgesloten zit op een boot en het steeds kouder krijgt. Creepy, en toch perfect om je daarna weer om te draaien.