De eigen smaak werpt lastige drempels op. Zoals wanneer het zoveelste boek verschijnt van de zoveelste schrijver over een jongetje in zijn kinderjaren. Liever niet weer dat gezever met hooggeleerde gedachten en bijzondere waarnemingen van een knulletje van lagere-schoolleeftijd. Altijd denken de uitzonderlijke ventjes dan dingen die kleine jongetjes niet denken, maar die wel passen in de gedachtewereld van gearriveerde intellectuelen.
Maar de drempel van de eigen smaak is er om overheen te stappen.
Christopher is autist en al vijftien jaar, drie maanden en twee dagen oud wanneer zijn boek begint. Als hij zich in de eerste regels voorstelt, schrijft hij: «Ik heet Christopher John Francis Boone. Ik ken alle landen van de wereld met hun hoofdstad en alle priemgetallen tot 7507.» Typisch een autist dus. Wel heel erg typisch een autist, ja. Meteen achterdocht dus. Is hier een schrijver aan het werk met het Autisme van A tot Z in de hand en een boekenplank vol secundaire literatuur naast de schrijverstafel? Hebben we hier te maken met een schrijver met een thema? Een die ook nog even een typisch karakter heeft verzonnen om dat thema (autisme!) over te brengen?
Neen. In de volgende alineas krijgt Christopher je helemaal om. Hij legt uit dat hij weet wat «verdrietig» betekent. Verdrietig, dat is het volgende plaatje:
Siobhan heeft het gezichtje voor Chris topher getekend. Ook het volgende plaatje heeft ze voor hem gemaakt, zodat hij nu ook weet wat «blij» betekent:
En Siobhan had nóg meer plaatjes voor Christopher getekend, een heel rijtje:
Maar die gezichtjes waren te moeilijk. Wanneer Christopher het papier met de plaatjes uit zijn zak haalde, kon hij niet goed zien welk plaatje het meest leek op de gezichten van de mensen. Mensen zijn verwarrend, vindt Christopher. Siobhan heeft hem uitgelegd dat het optrekken van een wenkbrauw zulke verschillende betekenissen kan hebben als «ik wil seks met je doen» en «wat je net zei vind ik heel dom».
Christopher heeft in een tuin de hond Wellington dood aangetroffen. Vermoord met een tuinvork. Christopher besluit dat hij deze moord gaat onderzoeken teneinde de dader op te sporen. Hij schrijft zijn onderzoek op in een boek, zodat hij er een detective van kan maken. Zelf houdt hij van detectives lezen. Detectives zijn eigenlijk ook puzzels. Van romans houdt hij niet, want die staan vol leugens en van leugens wordt Christopher bang en bibberig. Christopher spreekt en schrijft altijd de waarheid en precies zoals die gebeurd is. Hij houdt ook niet van metaforen. Hij vindt dat een metafoor een leugen moet heten, want een draak lijkt niet op een film en mensen krijgen geen hoedje als ze schrikken.
In zijn gedetailleerde verslag van alles wat hij denkt en meemaakt komen vele kenmerken van de autist naar voren. En eerlijk gezegd is dat ook een beetje om van te smullen. Autisme, die tragische ziekte, heeft, of je wilt of niet, toch een hoog kermisattractiegehalte. Denk aan de film Rain Man met Dustin Hoffman in de onvergetelijke rol van autist. Christopher kan moeiteloos kaarten, tekst en getallen onthouden. Ter afleiding verzint hij ingewikkelde wiskundige problemen en lost ze op. En, tja, hij werkt op de sentimenten. Niet verwonderlijk dat de filmrechten al naar Hollywood zijn en met de scenarist van Harry Potter wordt onderhandeld.
In Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht staan spannende scènes en prachtige redeneringen. Christopher verdedigt zijn andere kijk op een aantal vaststaande ideeën en poogt die zo redelijk en logisch mogelijk te analyseren. Zo weet hij wel dat er iets is met gevoelens en ook dat hij die minder zou hebben, maar hij laat, sans rancune, zien dat de menselijke geest eigenlijk heel simpel en rationeel werkt. Toonvast, emotieloos en zonder empathie registreert Chris topher en legt uit. Wat er op het niveau van emoties en gevoelens speelt, moet de lezer zelf invullen. Dat zijn emoties veel minder complex zijn, wordt telkens duidelijk wanneer je zelf meer voelt dan hij. Als je blij wordt voor hem, of verdrietig. Daarom mag dit boek over autisme gaan en is de freak showfactor zeker niet afwezig; wat dit boek echt bijzonder maakt is de ultieme vertelstem van Christopher. Auteur Mark Haddon weet dat en hij buit het uit. In een interview in The Observer legde hij uit hoe:
«Metaforen daar is hij niet toe in staat; emoties of expressie die begrijpt hij niet; hij kan het grote verband niet zien. Keer op keer zit hij er naast, maar de ironie wil dat, als je die vertelstem eenmaal hebt aangenomen, je daardoor een aantal valkuilen kunt omzeilen waar romans in belanden. Hij legt nooit uit, hij staat nooit zijn eigen verhaal in de weg, hij probeert nooit voor jou te beslissen. Hij schetst slechts een beeld en laat het trekken van conclusies aan jou over.»
Het boek is ook uitgegeven als jeugdboek. Goed beschouwd is dat een compliment. En die film, dat wordt een draak.