«De verbittering groeit met de dag. We willen graag redelijk blijven, maar vertel me: hoe kunnen we ons aanpassen aan een politiek die weigert op te treden tegen mensenrechtenschendingen? Hoe langer de strijd duurt, hoe meer onrust we verwachten binnen de Marokkaanse gemeenschap. De woede is enorm.»
Jamal Ftieh, voorzitter van het Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN) klinkt eerder wanhopig dan boos. Samen met het Nederlandse Palestina Komitee (NPK) organiseerde hij enkele wakes en demonstraties tegen het Israëlische geweld in de Palestijnse gebieden. Komende zaterdag vindt wederom een demonstratie plaats, op de Dam in Amsterdam. Ftieh mikt op minstens tienduizend mensen. Het zou hem niet verbazen als het merendeel van de deelnemers uit vooral Marokkaanse hoek (de grootste moslimgemeenschap in Nederland) niet alleen verdrietig is, maar ook boos en gefrustreerd.
Jamal Ftieh: «Er is geen enkel begrip voor de lakse houding van het Westen en van de Nederlandse regering. De Europese Unie wordt door Sharon geschoffeerd, maar er gebeurt nog steeds niets. Waarom wordt het associatieverdrag van Israël met de Unie niet opgezegd? Waarom koopt Nederland nog steeds wapens van Israël? Er zou toch op zn minst een handelsboycot kunnen worden ingesteld? En waarom wordt er niet nagedacht over een gewapende interventie? Als het misgaat in Koeweit is het Westen er wél als de kippen bij. Steeds weer worden er allerlei smoesjes uit de kast gehaald om niets te hoeven doen. Heeft Melkert een keer een goed idee met het willen terugroepen van de Nederlandse ambassadeur, dan zegt minister Van Aartsen dat Israël een te gevoelig onderwerp is voor dat soort uitspraken. Over ons mag je alles zeggen. We zijn kut-Marokkanen, we worden crimineel genoemd. Maar proberen een beetje met ons mee te leven, ho maar. Wij voelen ons burgers van dit land, maar er wordt niet naar ons geluisterd.»
Tienduizend demonstranten op de Dam, het lijkt een hoge schatting. Maar misschien is men geïnspireerd geraakt door wat afgelopen zondag gebeurde in Rabat. Volgens politieschattingen begaven meer dan twee miljoen mensen zich op weg om hun steun voor en medeleven met de Palestijnen uit te spreken die worden belaagd door Israëlische tanks. Het was de grootste protestmars uit de Marokkaanse geschiedenis. Voorheen was zoiets in Marokko onmogelijk, maar het bewind van de jonge koning Mohammed VI is een stuk liberaler dan dat van wijlen zijn vader. Hoge politici, onder wie de premier en vakbondsleiders, liepen mee in de voorste gelederen van de reusachtige stoet. Na de demonstratie maakte koning Mohammed VI bekend dat het nationale feest waarmee hij op 12 april zijn huwelijk had willen vieren, zal worden uitgesteld uit piëteit met de Palestijnse bevolking.
De demonstratie werd live uitgezonden op de Marokkaanse tv-zender rtm, via de kabel te ontvangen in grote delen van Nederland. De journaliste die het evenement van seconde tot seconde versloeg, werd steeds emotioneler naarmate de mensenstroom aanzwol. «Zo betuigen we het Palestijnse volk ons medeleven», snikte ze haast in de microfoon. «Jullie kinderen zijn onze kinderen, en ze lijden. Palestijnen, wees sterk! Palestina zal er komen, hoe dan ook.» De menigte tilde poppen omhoog die symbool moesten staan voor «de kinderen die het leven laten in de strijd tegen het machti ge militaire apparaat van Israël». Er werden leuzen gescandeerd als: «Gaza is de grootste gevangenis ter wereld, Sharon moet weg.» Antisemitische leuzen werden niet gehoord een deel van de Marokkaans-joodse gemeenschap demonstreerde mee. Er werd ook niet gerefereerd aan de Palestijnse zelfmoordaanslagen gericht tegen ongewapende Israëlische burgers en hún kinderen. «Daar wordt in de Arabische wereld heel anders over gedacht dan in Nederland», zegt een Nederlands-Marokkaanse die de protestmars volgde vanachter haar Amsterdamse tv-toestel. «Er is wanhoop, er is een bezetting, en er zijn niet genoeg wapens om daartegen te vechten. Wat kun je anders uitrichten tegen de machtige Israëlis? Dat is de redenering die veel mensen in de Arabische wereld volgen, óók in Marokko.»
Als er íets leeft onder de Marokkanen, ook die in Nederland, is het de ongelijke strijd in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. Maar de media hebben nauwelijks oog voor het verdriet. Welgeteld één Nederlandse kwaliteitskrant maakte een dag later (kort) gewag van de demonstratie die Marokko op zn kop zette.
«De Palestijnse zaak is ook onze zaak», zegt Jamal Ftieh. De verdeeldheid van de Marokkaanse gemeenschap in Nederland, waarvan tweederde uit Berbers bestaat, verdwijnt volgens hem als sneeuw voor de zon zodra de Palestijnen ter sprake komen. «We hebben daarover allemaal dezelfde sympathieën. Sympathieën die óók leven in niet-Arabische landen als Indonesië en Iran. Het geweld is niet alleen gericht tegen de Palestijnen. Israël heeft ook ander Arabisch gebied ingenomen. De Sheba-vallei in Zuid-Libanon en de Golan Hoogvlakte zijn van Arabieren gestolen.»
Het kman organiseerde al eerder een demonstratie op de Dam. Afgelopen zaterdag kwamen daar ongeveer honderd mensen opdagen. Maar dat was vóór de protesten in Rabat. Niet alle Marokkanen in Nederland voelen zich echter geroepen om te gaan demonstreren. «Met die demonstraties weet je het nooit», zegt een Marokkaanse jongen. «Als het uit de hand loopt omdat een paar jongens willen vechten, krijgen we een nóg slechtere naam. Daar wil ik niet tussen staan. Ik blijf thuis.»
Zaterdag bleef het rustig op de Dam, tot teleurstelling van het handjevol journalisten dat op de demonstratie afkwam. «Als het niet uit de hand loopt, publiceren ze er niet over. Wat ons betreft kunnen journalisten voortaan wegblijven.» Volgens Ftieh heeft de organisatie een uitstekende ordedienst die zaterdag wist te voorkomen dat de sfeer te grimmig werd. «We willen rustig en kalm demonstreren. Op de Dam was een klein groepje jongens dat leuzen riep die volgens ons niet door de beugel konden. We hebben ze daarop aangesproken, en toen hielden ze ermee op.»
Ook in Libanon, Egypte, Syrië, de Ver enigde Arabische Emiraten en Indonesië werd het afgelopen weekeinde massaal gedemonstreerd tegen het Israëlische optreden. Zelfs in het centrum van New York dromden Arabische demonstranten samen. In Parijs gingen een kleine twintigduizend mensen de straat op. In Frankrijk en België liepen protesten vorige week uit op vechtpartijen tussen pro-Israëlische en pro-Palestijnse demonstranten. In beide landen werden synagogen met brandbommen bestookt. In Berlijn werden twee joodse jongemannen gemolesteerd en een joodse begraafplaats met nazi-symbolen onteerd.
In Nederland deed zich slechts één incident voor. Maar dat was nu net tegengesteld aan wat in de lijn der verwachting lag gezien de anti-joodse acties elders in Europa. Afgelopen weekeinde deden vier activisten van het Nederlandse Palestina Komitee aangifte wegens belediging en bedreiging door een groep van ongeveer dertig pro-Israëlieten onder wie de orthodoxe rabbijn R. Evers. Tijdens het uitdelen van flyers bij een supermarkt in de Amsterdamse Beethovenstraat zouden de NPK-activisten onheus zijn bejegend. «We werden voor nazis uitgemaakt en ze zeiden dat we niet in hun buurt pro-Palestijnse vredesactiviteiten mochten verrichten. Mensen die pamfletten van ons aannamen, moesten het ook ontgelden. Verder hebben ze geduwd», verklaarde activist Cees Mittendorf tegenover het ANP. Volgens rabbijn Evers was er slechts sprake van een discussie zonder enige fysieke inbreng.
Dergelijk gekissebis is tekenend voor het niveau waarop heden confrontaties plaatsvinden tussen voor- en tegenstanders van het Israëlische optreden tegen de Palestijnen. Bij het begin van de tweede intifada, anderhalf jaar geleden, ging het er feller aan toe. Toen liep een demonstratie voor het Amerikaanse consulaat in Amsterdam uit de hand en werden leuzen gehoord als: «Hamas, Hamas, alle joden aan het gas.» Bezoekers van een synagoge werden bekogeld; Nederlandse joden voelden zich geïntimideerd. Na de aanslagen van 11 september was het de moslimgemeenschap die werd aangevallen door migrantofobe Nederlanders. Maar nu lijkt het rustig, terwijl elders in Europa de spanningen oplopen.
Ronny Naftaniel, directeur van het Centrum voor Informatie en Documentatie over Israël (Cidi) verwacht dat ernstige incidenten in Nederland zullen uitblijven: «In Frankrijk zijn de tegenstellingen zeer groot. Hier zijn de contacten tussen de joodse en Arabische gemeenschap veel beter. Ook van moslimzijde wordt de mensen flink ingepeperd dat het rustig moet blijven.» Wel heeft het Cidi brieven gestuurd aan de politie met het verzoek pro-Palestijnse demonstraties nauwlettend te volgen. «We hebben gevraagd tolken in te zetten en in te grijpen wanneer onwettige leuzen worden gescandeerd.»
Bij het kman overheerst echter het wantrouwen. Als Jamal Ftieh refereert aan het Beethovenstraat-incident heeft hij het over «een commando onder leiding van Evers, die nu zijn ware gezicht heeft laten zien». Met antisemitisme heeft die felheid niets te maken, zegt hij. «We richten ons tegen de politiek van de staat Israël. We demonstreren voor de rechten van het Palestijnse volk. Niet tegen de joden. Ik ben geen antisemiet. Ik ben toch zélf ook een semiet? In Marokko wonen veel joden, en ze hebben ook hoge posities. Ze steunden de demonstratie in Rabat. Ook hier in Nederland krijgen we steun van joden die het verschrikkelijk vinden wat Sharon aanricht. Ik ben wél een overtuigd antizionist. Kijk eens goed naar de vlag van Israël: twee blauwe strepen met daartussen de davidsster. Die strepen staan voor de Nijl in Egypte en de Eufraat in Irak. Al het gebied tussen die twee rivieren in handen krijgen is de zionistische droom. Wij strijden tegen die expansionistische aanspraken.»
Ronny Naftaniel is even uit het veld geslagen als hem de woorden van Ftieh worden voorgelegd: «Dit is heel ernstig. De blauwe balken hebben met expansie niks te maken. Ze staan symbool voor het joodse gebedskleed. Waar háált hij het vandaan! Ik denk dat hij dit soort dingen hoort op Arabische zenders. Het kman was vroeger zeer anti-joods. Ik dacht dat die tijden achter ons lagen. Ftieh kan wel zeggen dat hij geen antisemiet is, maar dit klinkt niet best.» Volgens Naftaniel is het «nu eenmaal» zo dat een kleine groep Nederlandse moslims «rottige boekjes» leest, fel antizionistisch is en op de rand van het antisemitisme balanceert.
Na de incidenten bij het uitbreken van de tweede intifada troffen de elites van de joodse en de moslimgemeenschap in Nederland maatregelen. Er werd gezocht naar een dialoog en de contacten werden aangehaald. Daarom zal het rustig blijven in Nederland, weet Ahmed Aboutaleb, directeur van Forum, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling: «Joden en moslims zijn zeer betrokken bij wat er nu in het Midden-Oosten gebeurt. Er is veel woede. Maar we blijven praten. En het helpt om te zien dat lang niet alle joden achter het Israëlische beleid staan.» Volgens een recente opiniepeiling van RTL Nieuws staat een meerderheid van de Nederlandse bevolking achter Israël. Maar er is ook kritiek. Niet alleen vanuit organisaties als Een ander joods geluid. Ook het Cidi meent dat slechts een Israëlische terugtrekking uit de Palestijnse gebieden en het oprichten van een levensvatbare, met respect bejegende Palestijnse staat een einde kan maken aan het bloed vergieten.
Onlangs werd een Nederlandse Coalitie voor de Vrede gesmeed op initiatief van onder anderen oud-PvdA-kamerlid Judith Belinfante, Ronny Naftaniel en Ahmed Aboutaleb. Voor het eerst deden de joodse, Palestijnse en islamitische gemeenschappen gezamenlijk een oproep aan zowel de Israëlische premier Ariel Sharon als PLO-voorzitter Yasser Arafat om het bloedvergieten te stoppen en vrede te sluiten. In een petitie aan de Israëlische en Palestijnse diplomatieke vertegenwoordigers, ondertekend door meer dan zeshonderd prominente Nederlanders van uiteenlopende afkomst, wordt benadrukt dat de Israëlische nederzettingenpolitiek beëindigd moet worden en de VN-resoluties gerespecteerd waarin het Israëlische leger wordt gesommeerd zich uit Gaza en van de Westelijke Jordaanoever terug te trekken.
«De Coalitie voor de Vrede is de trait dunion tussen onze gemeenschappen», zegt Aboutaleb. Volgens hem werken dergelijke initiatieven: «Het is winst wanneer je elkaar niet vijandig bejegent, en na een scherpe discussie gezamenlijk nog even een kopje koffie gaat drinken. Zo creëer je een multiculturele samenleving waar ik trots op kan zijn.»
Maar voordat het wantrouwen in met name de Marokkaanse gemeenschap verdwijnt, moet er nog veel gebeuren, realiseert Aboutaleb zich. «De Marokkanen verkeren de laatste tijd in de hoek waar de klappen vallen. En als we ons verzetten tegen de kritiek, dan betichten mensen als Sylvain Ephimenco ons onmiddellijk van slachtofferdenken. De afgelopen tijd is er in de media aandacht besteed aan joodse jongeren uit Nederland die hebben besloten terug te gaan om voor hun land te vechten. Die items werden op een objectieve, rustige manier gebracht. Er werd met geen woord gerept over de grenzen tussen integratie en kiezen voor je eigen volk. Maar ik geef je op een briefje dat als het jonge Palestijnen betrof de toonzetting veel ruwer zou zijn geweest en het integratievraagstuk meteen weer op de voorgrond was geplaatst.»
Dat in de moslimgemeenschap nog niet iedereen toe is aan dialoog ondervond Ahmed Aboutaleb afgelopen weekend. In een Arabischtalige radio-uitzending van de NPS werd hem verweten dat hij geen partij had gekozen tegen Israël. «Ik probeer me juist te ontworstelen aan de schuldvraag en alleen te zeggen: stop de waanzin.»
«Een oer-Hollands poldermodel» noemt Mohammed Sini, voorzitter van de Stuurgroep Islam en Burgerschap, de Coalitie voor Vrede. Ook hij stond aan de basis ervan. Sini is sceptisch over de kansen om de lager opgeleide Marokkanen, Turken en andere mensen te bereiken die zich bij het conflict betrokken voelen: «Demonstreren is een groot democratisch goed. Daar moet absoluut gebruik van worden gemaakt. Maar het houdt wel risicos in. Als de boel uit de hand loopt, worden we weer jaren teruggezet. En actievoeren werkt alleen als het begrip van twee kanten komt. Nederlandse media zouden veel meer oog kunnen hebben voor wat het conflict teweeg heeft gebracht, voor de emoties in onze gemeenschappen.»
Het idee dat het Westen met twee maten meet en partij trekt voor Israël is wijdverbreid onder de Marokkanen in Nederland, meent Paolo de Mas. Hij is als sociaal geo graaf en Marokko-expert verbonden aan het Instituut voor Migratie en Etnische Studies in Amsterdam. «Er is een ondergrond van wantrouwen.» Voor antisemitisme is De Mas niet bang. «Marokko heeft een eeuwenoude geschiedenis van joodse aanwezigheid. Marokkaanse joden hebben de Israëlische ambassadeur te verstaan gegeven dat ze de militaire acties absoluut verwerpen.»
Ook al stelt Ronny Naftaniel dat er bij zijn weten geen joodse tegendemonstraties staan gepland, De Mas zal niet verbaasd zijn als de protestactie komende zaterdag minder vlekkeloos verloopt dan gehoopt. «Bij een grootschalige optocht is de kans groot dat er jongens zijn die rellen willen schoppen. En zie die maar eens in de hand te houden. Ik noem dat het Molukken-effect. Vergis je niet. De emoties zijn enorm. Dat wordt in Nederland flink onderschat. De demonstratie in Rabat is de maatlat van de frustratie, en de demonstratie in Amsterdam komende zaterdag wordt de lakmoesproef.»