«Hallo, ik ben Ida. Ik ben joods, maar ik doe er niets aan.» Beeldhouwster Ida Kleiterp is een van de vijf personages die op de tentoonstelling In Mokum staat een huis fungeren als «doorgeefluik». Het doorgeven van de traditie is het thema van deze tentoonstelling voor kinderen, die ruim twee jaar in het Joods Historisch Museum te zien zal zijn. Maar zoals zo vaak het geval is met dingen die voor kinderen bedacht zijn: volwassenen vergrijpen zich er even gretig aan. Op de bovengalerij van het Joods Historisch zijn minstens evenveel vijftigplussers die opgewonden aan laatjes lopen te sjorren, luikjes opentrekken en in kijkers turen. De expositie richt zich dan ook evengoed op joden die vergeten zijn hoe het allemaal ook alweer precies zat — zoals christenen die met Pasen blijven steken bij de paashaas — en op goj die meer van de joodse traditie willen weten.

In Mokum staat een huis wil laten zien dat het jodendom meer behelst dan een loodzwaar oorlogstrauma. Toch blijven de deportaties niet helemaal ongenoemd. De muur van het museum («Ik heb van alles gezien en meegemaakt») vertelt met een heus bewegende mond hoe het er vroeger in de jodenbuurt aan toeging. En hoe er na de oorlog «bijna geen mensen meer waren».

De gang waarin deze muur zich bevindt is een van de vijf vertrekken waar steeds verschillende cultuuraspecten aan de orde komen. De toon wordt gezet in de welkomsthal waar een levensgrote leesplank staat met daarop alle voorwerpen en personen die in het huis een rol spelen. Sympathiek is dat een stoffig onderwerp als «traditie» gevat is in een inventief modern jasje, zonder dat je in een oeverloze knoppendrukkerij verzandt. Zo kun je alle iconen van de zo symbolische leesplank via een touchscreen animeren. Soms volgt alleen een uitvergroting van het voorwerp met zijn Hebreeuwse naam erbij, soms complete videofilmpjes.

Ook in de rest van de expositie is kwistig met video- en filmmateriaal gestrooid. Op de raarste plekken zitten de monitors verscholen: tussen de twee houten houders van een perkamentrol, in een deksel van een reusachtige opengeslagen koffer, in een vuistdik kookboek en in de lijst van een schilderij in de sprookjesblauwe slaapkamer. Soms betreft het oud archiefmateriaal, zoals de fascinerende driedimensionale foto’s in de ouderwetse stereokijker, soms zijn het nieuwe opnamen, zoals het filmpje van een meisje dat haar bar mitswa doet, en soms zijn het getekende animaties.

In de keuken, waar oma de kunst van het matzes bakken doceert, treffen we een interessante cocktail van historisch en modern filmmateriaal aan, waar Max de Matze als verteller doorheen stuitert. Wie meer wil weten van de eetgewoonten van joden kan een tiental keukenladen onderzoeken. Wat is koosjer precies? Welke dieren zijn treife? Wat staat er op tafel met sederavond? Sommige laden bevatten kant en klare meeneemrecepten, waaronder een verrassend coherent recept voor Jiddische boterkoek van Philip Mechanicus. Het schijnt zelfs tot de mogelijkheden te behoren om in de keuken zelf matzes te maken.

Een deur verder bevindt zich de hemelsblauwe slaapkamer van Ida Kleiterp. Haar visitekaartje bestaat uit kleine fijngepolijste stenen kussentjes. Vanaf het videoscherm vertelt ze hoe ze die maakt. En dat ze er ooit een op het graf van haar vader heeft gelegd. Want ook al doet ze «er» niets aan, sommige joodse rituelen zijn toch wel erg mooi. Dan adviseert ze om op het grote ronde bed te gaan liggen: op een met lichtjes bezaaid plafond verschijnt een tekenfilmpje over Jacob, die zijn hoofd op stenen te rusten legde en een voorspellende droom kreeg. Dat echter niet alle dromen zo voorspoedig zijn als die van Jacob bewijzen de twee nachtkastjes in de hoeken: de engel belooft mooie dromen, het duiveltje dreigt met nachtmerries. Dromen, fantasieën, verbeelding — als je uit het slaapkamerraam kijkt zie je Jacobs ladder in de wolken verdwijnen.

Ieder heeft zo zijn favoriete kamer, dat blijkt uit het gedrag van de bezoekers. In de studeerkamer zit een jongetje zo geconcentreerd Hebreeuwse letters te tekenen dat zijn vader hem wakker moet schudden. In de muziekkamer — met opnamen variërend van Louis Davids tot Dana International — luistert een oudere vrouw naar traditionele Jiddische liederen en kan het niet laten gepassioneerd mee te zingen. Veel volwassenen lijken zich weer even jong te voelen. Niet alleen door het gepruts aan de interactieve opstellingen, maar vooral door de geur van vroeger.

In Mokum staat een huis, Joods Historisch Museum te Amsterdam, tot en met 1 december 2002