Max Arian heeft De Groene Amsterdammer per 1 januari verlaten als redacteur. Maar hij blijft goddank als medewerker aan de krant verbonden.

Op zijn 29ste kwam hij aan. Het was 1970 en Max Arian had zich in de studentenbeweging onderscheiden met een analyse (samen met Groene-redacteur Maarten van Dullemen) van de Vietnam-berichtgeving in de Nederlandse kranten. Hij werd aangenomen als cultuurredacteur. Maar hij bemoeide zich zo snel mogelijk met zo veel mogelijk terreinen, in binnen- en buitenland, zeker ook met de Derde Wereld.

In het begin kritiseerde de wilde jongeling Max Arian alles en iedereen. Ook De Groene zelf, waar hij drie jaar na zijn aanstelling al ontslag nam. Maar het bloed bleek toch te kruipen waar het niet gaan kon. In 1980 keerde Max Arian weer terug: als de beminnelijke man, zoals latere generaties redacteuren hem hebben leren kennen. «Ik was echt niet zo aardig vroeger», placht hij vaak over zichzelf te zeggen. Naarmate de jaren verstreken, werd die zelfkennis voor de jongeren onbegrijpelijker. Ze vonden hem vooral wijs en ook aardig.

Max Arian gaat zich nu intensief bezighouden met een project dat een langere adem vereist dan een weekblad. Maar hij verlaat De Groene Amsterdammer niet volledig. Wij hopen hem als vaste medewerker veel in en op de krant te zien. Want zijn ervaring, belangstelling en betrokkenheid zijn en blijven onmisbaar voor de wandelgangen van de redactie en de kolommen van De Groene Amsterdammer.