Prompt lijken we te belanden in het genre journalistiek dat bij kunstuitingen vooral op zoek is naar het autobiografisch gehalte: bent u zelf ook wees, hoerenloper, anorectisch?

Daarom: de stukken choreografie die ik zag in de documentaire The Lady in Black (over Ann Van den Broek) zijn indrukwekkend door hun eigen bewegingstaal, ongekende intensiteit en heftigheid. Indrukwekkend als dans dus, en niet direct vragen oproepend over de geschiedenis van de maakster. ‘Dans drukt alleen dans uit’, zei Hans van Maanen polemisch richting wereldverbeterende of anekdotische choreografieën.

Maar hoe terecht misschien ook, dat een kunstenaar eigen ervaringen en opvattingen verwerkt is onvermijdelijk en bij de een zichtbaarder dan bij de ander. In de documentaire deelt Van den Broek zelf haar geschiedenis en stukken privé-leven met de kijker. Dat zal regisseur Lisa Boerstra zeker gewild hebben, maar duidelijk wordt dat deze weerbarstige choreografe ‘never nooit’ iets tegen haar overtuiging zal doen. En haar geschiedenis als angstig kind in een gezin waarin harde kwinkslagen en sarcasme de toon zetten doet er kennelijk wel degelijk toe voor begrip van het werk. Net als de psychiatrische geschiedenis van haar broer en zijn vroege dood.

De kracht van The Lady in Black zit in meerdere elementen. Allereerst de delen van het oeuvre die erin verwerkt zijn – óf als archiefmateriaal (voorstellingen; improvisaties door een jongere, dansende Van den Broek zelf), óf als registratie van recente uitvoeringen (onder meer tijdens een tournee door Rusland). Dan zijn er de repetities met de dansers en de toelichtingen van de choreografe, haar commentaar, de gesprekken. Kunstenaars aan het werk, de scheppende en de uitvoerende, waarbij duidelijk wordt hoe onmisbaar taal is voor het overbrengen van intenties en tegelijk hoe ontoereikend die kan zijn. En elke keer weer de verbazing en bewondering als blijkt hoezeer uitvoerenden in staat zijn soms cryptische en intuïtieve aanwijzingen van dirigenten, regisseurs of choreografen in klank en/of beweging om te zetten. Al blijft ook dan nog onvrede, soms oplopend tot ergernis, woede of wanhoop bij de choreografe overheersen.

In repetities voor The Black Piece lijkt angst grondtoon en thema. Maar, benadrukt ze, de dansers mogen die absoluut niet acteren. Ze moeten onderzoeken wat angst met het lichaam, de spieren doet en dat als uitgangspunt nemen voor hun motoriek. Het resulteert in een, in het oog van deze leek, uniek bewegingsjargon. Stelt dans, in welk genre dan ook, altijd al hoge eisen aan dansers, en is strengheid en (zelf)discipline voor hen regel, bij Van den Broek lijken ze het nog zwaarder te hebben. Wie verbeten de lat voor zichzelf op recordhoogte legt, kan en wil niet begrijpen dat er voor de ander grenzen zijn.

Dat culmineert in een verschrikkelijke scène waarin een danseres crepeert van de pijn en de Meesteres zich afvraagt of de meelijdende dansers wel beseffen wat de imperfectie waartoe de pijn tijdens de uitvoering leidde voor haar als scheppend kunstenaar betekent. Plots krijgt een aanwijzing die ze haar dansers in het begin van de film geeft (‘it’s kind of autistic’) diepere betekenis. Het lijkt de groep even te splijten. Extra opvallend daarom de zorg en zachtheid voor haar zoontje Thomas met wie ze ook een optreden voorbereidt. Net als ooit het kind Ann durft hij niet alleen in slaap te vallen.


Lisa Boerstra, The Lady in Black, NTR, Het uur van de wolf, donderdag 2 april, NPO 2, 23 uur


Beeld: Windmillfilm / NTR