WE ZITTEN NAAR acht televisieschermen te kijken. Acht videorecorders draaien versneld de banden af die een paar dagen eerder zijn aangetroffen in de woning van een verdachte. Voor ons staan nog drie verhuisdozen vol met videobanden die moeten worden doorgenomen. Op de wand met schermen zijn linksboven Bassie en Adriaan te zien, daaronder Freek de Jonge, daarnaast Kinderen voor kinderen en een speelfilm van Walt Disney. Rechtsboven een homopornofilm: mannen die om de paar minuten weer een andere man neuken, pijpen of afrukken. Versneld afgespeeld krijgt het iets komisch. ‘Dat zijn nou met recht vluggertjes’, zegt de rechercheur naast mij.
Hij kijkt al een aantal maanden elke werkdag naar al die schermen. De homopornoband kan er weer uit. ‘Voor ons is dat niet interessant. Daar komen geen kinderen in voor. Juist die andere moet je in de gaten houden. Die lijken onschuldig maar opeens, tijdens Kinderen voor kinderen of een sketch van Freek, kan het beeld verspringen en krijg je echte “KP” (kinderporno) te zien. Daarom moeten we alles helemaal bekijken. En dan zie je dat in vrijwel alle banden, ook in de niet-kinderpornobanden, kinderen de hoofdrol hebben.’
Rechtsboven verschijnt nu weer de volgende pornofilm. Dit keer heteroseks. Intussen kijken wij naar het scherm daaronder. Een paar jongetjes kleden zich uit en springen een meer in. Ze spartelen wat in het water. Wanneer ze eruit komen zoomt de camera in op hun geslachtsdelen. Waar ze ook lopen, de camera blijft gericht op hun piemeltjes. Om goed te zien wat er gebeurt en vooral ook om te horen wat de jongetjes zeggen wordt deze band op normale snelheid afgespeeld. ‘Ze spreken Nederlands. Hoor jij nou wat hij zegt?’ Even terugspoelen. ‘Het lijkt net alsof hij een naam noemt. Het zou pas echt mooi zijn als je de naam hoort van diegene die staat te filmen, maar die mazzel heb je maar heel zelden, laat staan dat de volwassene in beeld komt. Maar namen van kinderen zijn even belangrijk. Stel je voor dat je daarmee zo'n jochie kan herkennen.’
Ook op de video ernaast zijn blote jongetjes van tussen de zes en tien jaar te zien. Zij krijgen van de onzichtbare cameraman duidelijk aanwijzingen om aan hun piemeltjes te trekken. Af en toe een blik in de camera om te zien of ze het goed doen. ‘Nee… als je schuiner gaat staan heb ik het beter in beeld’, is de tekst die je niet hoort maar er wel bij kan denken als je ziet hoe een van de ventjes heen en weer draait.
DEZE BANDEN KOMEN UIT het huis van een van de verdachten. Hij zit nu hier op het hoofdbureau in de cel. Het is een man die bij de zedenpolitie bekend is als een ‘pedoseksueel’. Hij werd al eerder veroordeeld voor seksueel misbruik van een klein kind. Ik was erbij toen hij in verzekering werd gesteld. Hij wordt nu weer verdacht van ontucht met een jongen van zes. Van dat misbruik zijn foto’s en video-opnamen gemaakt. Bij de huiszoeking bij de moeder van de kinderen zijn brieven gevonden waarin hij zijn seksuele verhouding met het slachtoffertje beschrijft. Ondanks dat blijft hij al een paar dagen ontkennen. Een kennis van hem, een andere verdachte, die de negenjarige broer van het eerste kind misbruikte, heeft tijdens de verhoren van de afgelopen dagen wel bekend. Ook het misbruik van veel meer kinderen. Ik mocht bij zijn verhoor blijven en het zelfs opnemen. Hij sprak over zijn seksuele verhoudingen met jongens, niet ouder dan tien, elf jaar, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.
Freek is afgelopen en kan in de verhuisdoos voor onbelangrijke banden. Hij wordt vervangen door opnieuw blote jongetjes. In totaal moeten, alleen al voor deze zaak, ongeveer tweeduizend banden worden bekeken. Een andere rechercheur van de KP-unit komt de kamer binnen. Een paar dagen geleden liep ik samen met hem de verhoorkamer uit. Hij had zeer beleefd en vriendelijk uren met de verdachte zitten praten. Op de gang vertelde de rechercheur hoe bewust hij zijn walging had zitten inhouden. ‘Hoe vriendschappelijker ik met hem omga, des te meer zal hij mij vertellen. Als ik hem laat merken hoe ik over hem denk, klapt hij dicht. Nu heb ik een lijst met namen van andere verdachten en met namen van een groot aantal slachtoffers en kunnen we weer een heel stuk verder. Dank zij zo'n verhoor halen we waarschijnlijk meer van dit soort typen van de straat. We hebben allemaal zelf kinderen. Je moet er toch niet aan denken dat zo'n man bij je in de straat woont en alle buurkinderen vrijwel dagelijks laat pijpen en rukken, bij elkaar, bij hem, bij zijn kennissen…’
Ik was ook bij het verhoor van de moeder van de kinderen, die als medeverdachte is aangehouden. Haar eenzaamheid was zo ernstig dat ze, in ruil voor vriendschap met de heren, haar kinderen seksueel liet mishandelen. De moeder: ‘Ze gingen af en toe naar de slaapkamer. Daar begonnen ze met “kacheltje spelen”. Dan gingen ze (een van de verdachten, een man van rond de zestig, en haar zoon van zes) samen bloot in een slaapzak liggen. Wat ze verder deden weet ik niet precies, ik was er niet altijd bij. Ik heb de ene wel zien zuigen aan de piemel van mijn oudste zoon. Ze moesten die mannen ook wel eens afrukken. Mijn zoon kan nog niet klaarkomen, daar is hij te jong voor. Ik ging in de tussentijd meestal koffie zetten voor de mannen en chocolademelk inschenken. Voor als ze klaar waren.’
Ik zag haar afscheid nemen van haar kinderen, vlak voor de uithuisplaatsing. Hoorde haar ook bekennen dat ze zelf meewerkte aan het seksueel misbruik. Ik heb de schriftelijke weergave van het verhoor van haar kinderen gelezen. De oudste van negen is bang dat hij zal worden gestraft en in de gevangenis komt. Hij is heel erg gespannen en plast regelmatig in zijn bed. Zijn moeder komt voorlopig niet vrij en hij en zijn broertje zijn in een pleeggezin ondergebracht. Het jongste kind vertelt in detail wat hij allemaal met ‘opa’ deed. Hij is te zien op een van de videobanden.
NET ZOALS ELKE redelijk geinformeerde Nederlander heb ik in de kranten gevolgd wat er de laatste tijd op het gebied van kinderporno te doen was. Nooit heb ik geprobeerd in mijn gedachten de daarbij horende scenes te visualiseren. Dat is iets wat je liever vermijdt.
Er is een verzamelband van de kinderporno die in de afgelopen anderhalf jaar door de Amsterdamse politie is aangetroffen. Die band wordt af en toe, met inleiding van de projectleider van de unit Kinderporno, getoond aan deskundigen uit het veld. Het komt regelmatig voor dat mensen tijdens het kijken kwaad of misselijk de zaal uit rennen omdat de confrontatie met de beelden hun te veel wordt. Ik word gewaarschuwd: ‘Je moet je er niet voor schamen als je het niet wilt zien of als je er niet tegen kunt. Als je, zoals wij dat moeten doen, iedere dag naar dat soort banden zit te kijken, reageer je niet meer op de handelingen die verricht worden. Je kan jezelf goed dwingen om je te concentreren op zaken die voor het onderzoek van belang zijn. Daarmee kunnen we daders pakken, niet met gevoelens, die leveren geen resultaten op.’
Op een van de acht schermen wordt een nieuwe band een aantal malen heen en weer gespoeld in de hoop een detail op de achtergrond beter te kunnen zien. ‘Daar hebben we wat aan voor toekomstig onderzoek. Ik kwam een keer bij een pedo binnen en herkende een schilderijtje dat ik eerder op een KP-band had gezien. Als er binnen wordt gefilmd moet je het van dat soort kleine dingen hebben. De kinderen zijn moeilijk op te sporen, laat staan de dader, want die krijg je nooit in beeld.’
De projectleider van de unit Kinderporno komt binnenlopen en kijkt even mee. Voor het onderzoek is het van belang zo snel mogelijk te weten wat er ongeveer op de banden staat. Hij zal de zaak tegen deze verdachten binnen een aantal uren moeten overdragen aan het Openbaar Ministerie met zoveel mogelijk onderzoeksgegevens. ‘Je realiseert je wel dat het niet alleen om dit soort beelden gaat, dit is pas het begin.’ Ja, dat doe ik. Ik realiseer mij ook, helaas, dat ik onmogelijk een reportage kan maken over kinderporno zonder naar die verzamelband te kijken. Terwijl de andere video’s versneld doordraaien, wordt hij erin gestopt en kijk ik.
Een close-up van een gezicht van een jongen van een jaar of acht. Hij zit op zijn knieen. Voor hem staat een man met een stijve pik. Het hoofd van de man is buiten beeld. Hij pakt het jongetje bij zijn hoofd en dwingt hem die stijve in zijn mond te nemen. Het jongetje kijkt angstig naar de camera. Degene die staat te filmen geeft regieaanwijzingen. Het jongetje kan zijn mond nauwelijks ver genoeg open krijgen. Hij moet zuigen. Even later komt de man klaar. Het kind moet zijn sperma aflikken.
Een volgend beeld. Een klein meisje zit met haar benen gespreid. Twee volwassenen, van achteren gefilmd, bekijken haar geslachtsdeel. De camera zoemt in. Met z'n tweeen zitten ze met hun handen in haar vagina te graaien. Ze moet heen en weer wiebelen. Even zie ik haar gezicht. Ze is misschien zes jaar oud.
Nog een scene. Een blote man, ook vanaf zijn torso in beeld, loopt naar een bed. Hij heeft een erectie. Op het bed ligt een kind vastgebonden als een varken aan het spit. Een close-up laat zien dat het kind doodsbang is. Even later loopt de man met hetzelfde vastgebonden kind naar een tafel. Nu kun je zien dat het kind gedrogeerd is. De man zet het kind met zijn billen naar zich toe op de tafel en verkracht het kind anaal.
‘Dit is wat wij net niet meer “soft” noemen’, zegt de projectleider. ‘Het ergste laten wij je maar niet zien.’
CLICHES ZIJN niet voor niets cliches. Vaak waar dus. Ook deze: Je moet het zien voordat je er over mee kunt praten. In discussies over dit onderwerp wordt niet zelden de illusie opgehouden dat het bij kinderporno gaat om blote kindertjes die spelen op het strand. Na het zien van de verzamelband is die fictie onmogelijk vol te houden.
Artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht behandelt kinderpornografie. In het artikel staat letterlijk: ‘Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft degene die een afbeelding - of informatiedrager, bevattende een afbeelding - van een sexuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien nog niet heeft bereikt, is betrokken, hetzij verspreidt of openlijk tentoonstelt, hetzij om verspreid of openlijk tentoongesteld te worden vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of in voorraad heeft.’
De projectleider van de unit Kinderporno: ‘Tien procent van de banden die wij hebben aangetroffen in de afgelopen anderhalf jaar bij huiszoekingen, is kinderporno. Van die tien procent is nog eens tien procent zeer pervers te noemen. Het is nog nooit voorgekomen dat wij bij pedoseksuelen alleen dat ene fotootje hebben aangetroffen. Het zijn vrijwel altijd kasten vol met banden en dozen vol met foto’s. De indruk wordt wel eens gewekt dat de Zedenpolitie in Amsterdam als een dolle in het rond rent om op mensen te jagen die een fotootje van een bloot kind in hun borstzak hebben zitten. Alsof we daar tijd voor hebben. We kunnen de hoeveelheid werk in de veel ernstiger zaken al nauwelijks aan.’
Hij wil zijn frustratie over de onvolkomenheden van artikel 240b wel kwijt. ‘Je moet het als volgt zien: als we praten over kinderporno dan hebben we, naar mijn idee, altijd te maken met seksueel kindermisbruik. Het kind is bovendien niet in staat zelf iets te zeggen over zijn eigen integriteit, als het gaat om verspreiding van die beelden. Nu is het zo dat de politie in veel gevallen onmachtig is iets te doen tegen kinderpornografie. In de wet ligt verankerd dat je pas gebruik kan maken van dwangmiddelen, dus ook van opsporingsmethoden, wanneer er sprake is van een straf van vier jaar of meer. Tenzij het strafbare feit is opgenomen in een bijzonder artikel, nummer 67, waarmee extra opsporingstechnieken rechtmatig kunnen worden gemaakt. Artikel 240b valt daar niet onder. Het bezit is niet strafbaar. Alleen het vervaardigen en verkopen is strafbaar met die drie maanden.
Dus als een kinderpornoband bij iemand in huis ligt, al is het er een van de duizend, en die band wordt afgedraaid en seksuele handelingen met een klein kind zijn te zien, dan is dat op zich geen strafbaar feit. Zelfs als wij dan via een omweg de producent van die band zouden willen aanpakken, dan nog zou de rechterlijke macht kunnen zeggen dat de band in scene is gezet en dat er geen bewijs is voor misbruik. Dat is ook onlangs in een zaak gebeurd. Wij proberen vaak kinderporno langs die omweg aan te pakken. We gebruiken het artikel over seksueel kindermisbruik, waar een gevangenisstraf van zes jaar op staat, en dat dus veel meer mogelijkheden biedt. Maar dan moeten we het misbruik kunnen bewijzen. Nu heb je zelf die banden gezien; het is verschrikkelijk moeilijk om de kinderen te herkennen en te traceren. Laat staan dat je de dader kan herkennen, aangezien van hem meestal alleen het geslacht en de handen in beeld zijn. En die herkenning is noodzakelijk willen we tot een aangifte komen. En dan hebben we het echt niet over wat blote kinderen. We hebben het dan over de beelden die je net zelf gezien hebt.’
TERWIJL WE ZITTEN te praten gaat de telefoon. Na een paar seconden gebaart de projectleider dat ik mag meeluisteren. Aan de andere kant van de lijn hoor ik een man die duidelijk overstuur is. Hij wil anoniem blijven, maar toch zijn verhaal vertellen. Die ochtend was hij in het huis van een bekende geweest. Daar had hij stapels videobanden aangetroffen. ‘Zelfs op de hoes staat bij sommige dat het om kinderporno gaat. Ik zag ook dozen vol met dia’s. Uit nieuwsgierigheid heb ik gekeken. Allemaal blote kinderen. De beelden werden steeds erger. Ik keek tot ik er misselijk van werd. Ik zag ook een aantal videorecorders en een videocamera.’
De man geeft het adres. Aan de beller wordt uitgelegd dat de politie niks kan met zijn verklaring als hij anoniem wil blijven. De man aarzelt. Hij wil wel contact opnemen met de officier van justitie om ook daar zijn verhaal te doen. Hij hangt op. ‘Kijk, daar heb je nou een aardig voorbeeld. We weten niets zeker. Maar stel dat die man nou echt kinderporno heeft gezien. Ik kan daar helemaal niets mee. Het bezit is immers niet strafbaar. Ik kan nog een omweg proberen om die banden in beslag te nemen en te bekijken. Die omweg moet zijn dat die camera waar hij over sprak gebruikt is voor de vervaardiging en dat bij die vervaardiging sprake is geweest van seksueel kindermisbruik. Maar om dat aan te tonen moet ik die banden zien en daar krijg ik nu nooit toestemming voor.’
Dat klopt. Even later is er overleg met de officier van justitie. Hij heeft de anonieme beller inmiddels gesproken. Huiszoeking is uitgesloten. Ook andere dwangmiddelen zijn bij de wet niet toegestaan. Het telefoontje zal tot niets leiden.
TEGEN HALF VIJF is de dienst afgelopen. De recorders gaan uit. De banden verdwijnen in de verhuisdozen. De banden waarop kinderporno is aangetroffen zullen in de komende dagen nog een keer worden bekeken. Op een van de banden is een van de verdachten en het jongetje van zes duidelijk te zien. De projectleider van de unit Kinderporno: ‘Allerlei mensen, ook politici, doen nu uitspraken over kinderporno. Velen daarvan hebben niet gezien wat jij wel hebt bekeken. Op zich is het te respecteren dat mensen die beelden niet willen zien. Maar eigenlijk vind ik dat iedereen die beleidsbeslissingen neemt aangaande dit onderwerp en iedereen die straks beslist over een mogelijke wetswijziging, moet weten waar hij over praat. Geef mij vijf minuten zendtijd op een vrijdagavond op Nova en heel Nederland weet een weekend lang niet waar hij het zoeken moet van ellende. Misschien dat er dan een meer weloverwogen discussie kan worden gevoerd in de Tweede Kamer over artikel 240b.’
Op verzoek van de betrokkenen zijn de namen van alle personen in dit artikel weggelaten.
Meer dan blote kinderen
In Nederland werden onlangs op verschillende plaatsen arrestaties verricht in verband met kinderporno. Michal Citroen, medewerkster van de VPRO-radio, was erbij in Amsterdam. Stof voor de Tweede Kamer, die binnenkort praat over artikel 240b: de kinderpornowet.
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1995/5
www.groene.nl/1995/5