Wanneer is iemand je vriend? Onze ontmoetingen waren schaars, de laatste jaren. We werkten in andere sferen en woonden niet bij elkaar om de hoek. Onze ontmoetingen volgden een standaardpatroon. «Lieve jongen», zei hij, ik monkelde wat, we omhelsden elkaar en beloofden een afspraak te maken. Het kwam er te zelden van. Zag hij mij als vriend? Ik hoop het. Ik beschouwde hem in ieder geval als de mijne. Met tranen ben ik weinig scheutig. Maar toen tot mij doordrong dat hij overleden was, waren ze niet te stuiten.

Het kerkhof ligt vol onmisbaar genoemde mensen. Maar sommige doden zijn meer on misbaar dan anderen. Opland dus. Zeker voor De Groene. En ik had het, voor mijn Groene-tijd en rechtlijniger dan later, een on mogelijke combinatie genoemd: Opland in De Groene en Opland in de Volkskrant. In een gesprek met hoofdredacteur Dijkstra. Hij had tot dan toe welwillend naar mijn eigenwijsheden geluisterd, maar blies me daarna boos bulderend zijn kamer uit. Ik herinner me het bijna letterlijk. «Of Opland van die vijftig gulden per Groene-prent leven kon. En of ik niet begreep dat zijn Groene-tekeningen even verstild waren als die voor de Volkskrant uitbundig. Ik ging af als het onbenul waar Dijkstra me toen voor moet hebben gehouden. Het is nog een mirakel dat hij me een jaar later toch bij de redactie vroeg.

Ze zijn bijna allemaal over leden inmiddels, de Groene-mensen van toen. En jongere redacteuren en medewerkers zochten hun heil na een tijdje weer elders. Opland bleef. Voor de lezers zichtbaar in zijn tekeningen, voor de redactie ook aanwezig in zijn onvermoeibare, vrijwillige inzet voor de krant. Hoorbaar was hij op verjaarsfeestjes. Dan weer werd Sem Davids, dan Jeanne van Schaik, Jo Vriend en Kees Kelk 65 of 70. Rob was er altijd. Op het nippertje meestal, om in een lange eruptie de grote redactiekamer te versieren. En daarna, weer frisgewassen, als gangmaker als het feest was losgebarsten. Minder luidruchtig was hij als ideeënleverancier. Voor het wer ven van abonnees of om medewerkers te bewegen hun schamele honoraria in een Groene-fonds te storten. Prachtig geïllustreerde, prikkelende invallen.

Wat moet De Groene zonder Opland? Niemand is onmisbaar, maar Rob Wout is dat meer dan wie ook.