Eind jaren zestig werd in de Bondsrepubliek het zwijgen over nazi-dictatuur, oorlog en holocaust doorbroken door jonge Duitsers die van hun vader wilden weten wat ze in het Derde Rijk hadden gedaan. Dit leidde tot een stroom van publicaties over het nazi-verleden. Maar alle kennis over dit verleden heeft het vragen niet doen verstommen. Elke generatie, zo blijkt, wil zijn eigen kennis vergaren.
Nu zijn het de kleinkinderen in Duitsland die van hun opas willen weten wat zij deden onder Hitler. Daarbij gaat het niet meer, zoals in de jaren zeventig, om schuld, maar om de vraag hoe de generatie van de grootvaders werd beïnvloed door nazi-tijd en oorlog, hoe zij met hun ervaringen zijn omgegaan en hoe dit alles heeft doorgewerkt tot in de huidige generatie.
Met die vragen is de Duitse journalist Christoph Amend een jaar lang door Duitsland getrokken om ze te bespreken met grootvaders die tegelijkertijd bekende Duitsers zijn, zoals de voormalige president Richard von Weizsäcker en de Hitler-biograaf Joachim Fest. Het was een zoektocht ook naar de eigen identiteit. Daarnaast schildert Amend, geboren in 1974, zijn gedachte- en gevoelswereld en die van zijn generatie. Het heeft een interessant boek opgeleverd.
Ook in de Duitse literatuur keren schrijvers terug naar de tijd van hun ouders en grootouders. In zijn nieuwe roman Die Unvollendeten sluit Reinhard Jirgl aan bij een trend die begon met Im Krebsgang van Günter Grass. In deze novelle wees Grass erop dat ook Duitsers slachtoffer van de oorlog werden. Ze werden in 1945 verdreven uit gebieden waar eeuwenlang Duitsers hadden gewoond, en verloren daarbij soms hun leven.
Vier vrouwen zijn het, over wie Jirgl schrijft: Johanna, haar twee dochters Hanna en Maria, en de dochter van Hanna, Anna. Ze worden in 1945 uit het Tsjechische stadje Komotau verdreven omdat ze Sudeten-Duitsers zijn, en Sudeten-Duitsers waren in de ogen van de Tsjechen nazis en dus schuldig. Maar deze vier vrouwen zijn rechtschapen en bescheiden en hun enige schuld lijkt erin te bestaan dat ze ooit in Komotau werden geboren.
Jirgl, jaargang 1953, vertelt hoe deze vier eenvoudige vrouwen na een barre tocht terechtkomen in een dorp in Oost-Duitsland om daar een nieuw bestaan op te bouwen. Al hun jaren in de DDR blijven ze in wezen vluchtelingen, die nooit echt worden aanvaard, nooit ook volledig hun nieuwe tehuis hebben geaccepteerd. Het verhaal over hun leven wordt in het laatste en derde deel verteld door een ik-figuur, de zoon van Anna. Voltooid wordt het niet. «Het gaat verder», luiden de laatste woorden.
Het weekblad Die Zeit schreef dat «de Duitse naoorlogse tijd nog nooit zo overtuigend werd geschilderd» als in de roman van Jirgl. Dat is wat overdreven want het gaat alleen over de DDR, waarvan de mentaliteit treffend wordt weergegeven, en zijdelings over het verenigde Duitsland. Wat deze roman echter zo bijzonder maakt is dat uit zijn bladzijden geluiden en geuren opstijgen. Regelmatig laat Jirgl zijn personages dialect spreken en zelden werd zo plastisch de geur van muffige kilte in kapotgeschoten huizen en van vochtige, vuile kleren beschreven.
Jirgl heeft een heel eigen, beeldend taalgebruik en hanteert een hoogst eigenzinnige spelling. Dat leidt vaak tot weerbarstig proza. Bij het lezen moet de nodige weerstand worden overwonnen. Maar het is de moeite waard die inspanning te leveren.
Christop Amend
Morgen tanzt die ganze Welt:
Die Jungen, die Alten, der Krieg
Uitg. Blessing, 223 blz., € 20,-
Reinhard Jirgl
Die Unvollendeten
Uitg. Hanser, 250 blz., € 19,90