Dat de wereld van vandaag valt op te delen in Wutbürger en Gutmenschen is een sprookje. Toch wordt dit sprookje steeds vaker gebruikt om de politieke realiteit in Europa te duiden. Dat is niet zomaar. De onderliggende diagnose wordt namelijk breed gedeeld. Deze stelt dat onze samenlevingen kampen met verlies van empathie – het vermogen om je te kunnen inleven in de ander – tussen mensen, groepen, religies, en tussen bestuur en burger.
Bij deze diagnose wordt vaak instemmend geknikt; zowel door de zelfbenoemde vertegenwoordigers van de Gutmenschen, als door die van de Wutbürger. Nu gebeurt dit weer in de nasleep van de Duitse verkiezingen; in de zoektocht naar verklaringen. Deze verkiezingen hebben menige ‘gewone Duitser’ unheimisch achtergelaten. Zorgen die bijna vergeten leken, steken weer de kop op in het land dat altijd een bang land zal blijven. De zorgen betreffen bijvoorbeeld de houdbaarheid van het grote project van zelfdisciplinering via Vergangenheitsbewältigung.
Niemand heeft de suspense van de Vergangenheitsbewältigung treffender omschreven dan John Le Carré in zijn boek Een kleine stad in Duitsland (1968), dat gebaseerd is op zijn ervaringen als medewerker van de Britse ambassade in het Bonn van na de oorlog. Dat juist deze Brit de naoorlogse West-Duitse ziel wist te vangen is geen toeval. Le Carré studeerde Duits in Engeland, vervolgens in Duitstalig Europa en daarna in Oxford. Na de studie werd hij docent Duits. Het bracht hem bergen inzicht, in de Duitsers, in anderen, en in hemzelf.
Verdieping in de ander, het is bij uitstek een Europese bezigheid. Tegelijkertijd is dit nergens lastiger dan in Europa. Er is immers altijd die enorme barrière van de taal; meestal een veel echtere grens dan de geografische. Om die barrière te kunnen slechten moet je studeren en oefenen. Le Carré heeft de Brits-Duitse grens op superieure wijze geslecht, maar dat kostte hem wel een half leven toewijding.
In een prachtig essay dat hij in juli van dit jaar publiceerde in The Guardian (Why We Should Learn German) noemt Le Carré de beslissing om een buitenlandse taal te leren ‘an act of friendship’. Hij voegt daaraan toe: ‘Het beheersen van een tweede taal is als het hebben van een tweede ziel.’ Het ambacht van vertalen staat gelijk aan het verzoenen van die twee zielen. Daarin draait het om het blijven zoeken naar de juiste woorden, nuance en sfeer. Vertalen is empathie in actie, een oude Europese deugd.
Stefan Zweig, de chroniqueur van het fatale Europese verval in de eerste helft van de twintigste eeuw, beschrijft in zijn boek Die Welt von Gestern hoe het lezen van literatuur en analyses in de oorspronkelijke (vreemde) taal zijn leven verrijkte. Hoe het vertalen ervan hem de ervaring gaf ‘iets werkelijk zinvols te doen’. Hoe hij pas na vele uren van deze ‘bescheiden bezigheid’ toekwam aan het schrijven van biografieën van zijn grote voorbeelden, en pas parallel aan dat werk zelf begon te scheppen en opiniëren. Maar altijd in het besef dat Le Carré ook verwoordt: het verzoenen van de twee zielen is nooit volmaakt, nooit af. Het vergt aanhoudende intellectuele flexibiliteit, vasthoudendheid, aanpassing en zelfanalyse.
Zweig bleef koortsachtig overdragen en ontsluiten (Erasmus, Stendhal, Tolstoj, Rolland, et cetera). Het waren daden van verzet tegen de naderende catastrofe. Vergeefse daden ook, en daardoor tekenend voor zijn tijd.
In deze tijd roept Le Carré dringend op tot het leren van vreemde talen. Zo kunnen de huidige debatten in Europa verfijnd en waarachtiger worden. Laat zijn oproep niet vergeefs zijn! Laten we in de Lage Landen – die transitregio tussen de grote talen van Europa’s gesneefde imperia – het voorbeeld geven. Door te investeren in meertaligheid, door middel van onderwijs, studie, media (nieuwe en oude) en kunst. Want het koesteren van meertaligheid is een directe investering in cohesie en wederzijds vertrouwen.
Hoe inefficiënt ook, voor Europa is meertaligheid een even unieke als onmisbare bron van tolerantie, en daarmee van kracht. Dieper inzicht in het hoe en waarom van regionale en nationale identiteiten en gevoeligheden komt via het onderhoud van polyglot Europa. En dat diepere inzicht is essentieel bij het vinden van nieuwe oplossingen voor de problemen met samenwerking en samenleven van vandaag.