Wij gaan er anno 1996 graag van uit dat iedereen, zelfs de grootste schlemiel, zijn eigen meester en knecht is. Wel, waarde medemens, daar vallen wel een paar kanttekeningen bij te maken. Dat democratische gedoe is allemaal schijn. Wat voor een macht heeft bijvoorbeeld een filiaalchef van Albert Heijn over zijn ondergeschikten? Nul komma niks! Kan hij die lui een pak voor hun sodemieter geven als zij met de vingers in de Brinta zitten? Nee! Het personeel op zijn beurt is eveneens gefrustreerd. Dat jachtige gedoe achter de kassa, met die ellendige airmiles, geeft je immers ook weinig zelfvertrouwen. Niemands meester? Niemands knecht? Vergeet het maar.
Zeker, ook mijn grootvader (1876-1924) was niet het enige lid van SM-vereniging De Vergulde Zweep. Hij was er trouwens eigenaar en oprichter van. Mijn vader sleepte de organisatie de moeilijke oorlogsjaren door, toen het merendeel der leden aan het Oostfront zat. Ach, het was een hobby van vader op zoon. Maar wie had ooit kunnen denken dat ik er op mijn ouwe dag riant van zou kunnen leven?
Wie die - inmiddels meer dan 5000 - leden zijn? Wat een stomme vraag! Meesters en knechten, allicht!