‘Elke stem telt’, is de leus van het ministerie van Binnenlandse Zaken, het departement dat de organisatie van de verkiezingen in goede banen moet leiden. ‘Uw stem en de stemmen van andere kiezers bepalen welke 150 Nederlanders na de verkiezingen in de Tweede Kamer komen.’ Klinkt dat misschien nog wat saai, radiopresentator, dichter en wat-al-niet Tim Hofman pakt het wat losser aan om mensen – met name jongeren – naar het stemlokaal te lokken. ‘Zeg nooit ik bemoei me niet met de politiek, want de politiek bemoeit zich wel met jou’, is er op zijn Facebook-pagina te lezen.
Als de politiek zich met iemand bemoeit, is het wel met de koning. Ook die mag stemmen. Maar hij doet het niet. Op zich geen nieuws, want het is de gewoonte dat het staatshoofd van zijn stemrecht geen gebruik maakt. Om daarmee uit te drukken dat hij geen partij kiest.
Eigenlijk zouden we daar vooral medelijden mee moeten hebben. De koning mag toch al niet zijn eigen mening in het openbaar uiten. Zijn stem telt door het jaar heen niet, want alles wat riekt naar een opinie valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Maar dat het dan ook nog eens de gewoonte is dat hij zijn mening niet geeft op het stembiljet, terwijl juist die mening geheim blijft, heeft iets tragisch.
Misschien moet toch nog eens gekeken worden of die gewoonte moet blijven bestaan. Zo is sinds 2012 de rol van de koning bij de kabinetsformatie op een zeer laag pitje gezet. De Tweede Kamer doet de formatie voortaan zelf en zal alleen als ze er onderling niet uitkomt op het staatshoofd terugvallen. De koning hoeft daardoor niet meer meteen op de dag na de verkiezingen alle fractievoorzitters te ontvangen om van hen te horen wat ze denken dat de uitslag betekent voor de coalitievorming. Laten we ons voorstellen dat dit misschien een ongemakkelijk moment zou zijn voor de koning. Op dag één een vakje rood kleuren en de dag erna politieke leiders ontvangen die mogelijk allemaal denken: zou hij op mij hebben gestemd? Maar dat is dus niet meer.
Bij het beantwoorden van de vraag of de koning misschien gewoon zijn stem moet uitbrengen ter overweging ook het volgende. Er zijn vele beroepen in ons land die vragen om onpartijdigheid. Degenen die deze beroepen uitoefenen gaan hopelijk wel allemaal stemmen. Denk aan de docent die studenten inwijdt in maatschappijleer of politicologie. De samenleving, en zeker de politieke partijen, verwacht van hem dat hij zijn studenten het wezen van de democratie leert, hen onderwijst over meerderheden die rekening houden met minderheden. We willen niet dat die docent zijn eigen partijvoorkeur opdringt, maar misschien weer wel dat hij zijn keuze beargumenteert en laat zien dat je dan toch respect blijft opbrengen voor andersdenkenden.
Of denk aan de rechter of officier van justitie. Die oordeelt of klaagt aan, doet dat in het openbaar, zo evenwichtig mogelijk. Dat PVV-leider Geert Wilders over dat laatste twijfel zaait met zijn opmerking over nep-rechtbank, komt vooral in diens eigen kraam goed van pas. Zou Wilders ook nep-koning durven roepen als de koning wel zou gaan stemmen? Hij kijkt wel uit, zijn achterban zou wel eens koningsgezind kunnen zijn. Omgekeerd zou het angsthazerij zijn als de koning zijn stem niet uitbrengt, omdat een politicus in het openbaar wel eens zou kunnen roepen dat het staatshoofd niet onpartijdig is.
Ook journalisten worden geacht zo objectief mogelijk verslag te doen van wat er leeft in samenleving en politiek. Al het gescheld op de journalistiek van Wilders ten spijt, ook zij hebben een rol in het maatschappelijke krachtenveld. Lid zijn van een politieke partij wordt al als verdacht gezien, maar niet durven te gaan stemmen, omdat je bang bent anders als partijdig te worden neergezet, is natuurlijk te zot voor woorden. Mag de politieagent dat dan straks ook niet meer? Of de arts?
Maar de koning is toch wat anders, die heeft toch een symboolfunctie, voor iedereen? Klopt. Maar misschien moet juist hij daarom het voorbeeld geven en gaan stemmen. Via een Facebook-nieuwigheidje, de Voter Megaphone, kan hij daar dan op 15 maart aan herinnerd worden. Op een linkje krijgt hij die dag ook te zien waar in Wassenaar voor hem het dichtstbijzijnde stemlokaal is.
Neem de koningin mee, zou ik zeggen, dan kan elke niet in Nederland geboren Nederlander zien dat ook haar en daarmee dus ook zijn stem telt. Misschien kan oudste dochter Amalia hen vergezellen. Om te leren hoe het er in een stemlokaal aan toe gaat. Dat ook haar ouders die dag gewoon in de rij moeten staan, stembiljet en identiteitsbewijs in de hand. Want op 15 maart telt niet alleen elke stem, elke stem telt even zwaar.