Tien bekende, min of meer mooie, vrouwen zitten in een panel. Paul de Leeuw presenteert. Onderwerp van gesprek: de dames zelf. Ranking the Stars toont het beeld van de hedendaagse jonge vrouw: van welke vrouwen wordt nu gehouden, met wie kan een programma worden gevuld dat over helemaal niets gaat? En hoe presenteren deze vrouwen zichzelf? Een snelle schets: sexy, slim en stoer – individuele verschillen daargelaten. ‘Ik ben geen meisje-meisje!’ roept een Star verdedigend als ze zichzelf moet omschrijven, alsof ‘meisje’ een vies woord is. Ook de populariteit van no-nonsense Sophie Hilbrand doet vermoeden dat jongensachtige vrouwen in opmars zijn. En dat Katja Schuurman nog steeds publiekslieveling is, heeft behalve met haar schoonheid misschien ook te maken met haar voorliefde voor snelle voertuigen en het feit dat ze niet terugdeinst voor een stevige borrel. Wat zegt dit over de mate van emancipatie? Het ziet er goed uit, zo op het eerste gezicht: mannelijkheid in vrouwen wordt gewaardeerd. Vrouwen zijn bovendien seksueel vrijgevochten – al bestaat er nog steeds een hardnekkig verschil tussen een slet en een flinke jongen bij eenzelfde mate van promiscue gedrag. Niets aan de hand dus. Maar de Amerikaanse journaliste Ariel Levy trekt het onderwerp met haar boek Female Chauvinist Pigs: Women and the Rise of the Raunch Culture weer terug het debat in. Aan de basis van haar analyse staat de seksualisering van de westerse samenleving, waarin porno een publieke aangelegenheid is geworden. Ze beschrijft het grenzeloos populaire Girls Gone Wild (ggw): een programma waarin meisjes op wilde feestjes hun borsten of billen voor de camera ontbloten of met elkaar zoenen. Dit alles in ruil voor een ggw-petje. Mannen krijgen het petje wanneer ze meisjes zo ver krijgen dat ze hun rokje of shirtje omhoog trekken. Al lijken de meisjes nauwelijks aansporing nodig te hebben: de ggw-crew moet de kandidaten soms letterlijk van zich af slaan.
Schrijnender nog is het verhaal van het meisje dat onder peer pressure bezwijkt en zich op het strand van Miami voor de camera van haar bikini ontdoet. Omringd door joelende jongens die zich verdringen om foto’s met hun telefoons te maken, maakt haar vriendin het geheel af door haar op het ritme van het gejoel op de billen te slaan. Volgens bedenker Joe Francis snijdt het mes aan twee kanten: ‘ggw is geil voor mannen en bevrijdend voor vrouwen.’ Eén ding is zeker: het is vooral erg goed voor zijn portemonnee.
Deze verpakte vorm van seksuele exploitatie die Levy aandraagt is exemplarisch voor de rol van seks in de westerse samenleving waarin pornografie de norm is geworden. Niet alleen dat, ook in de taal dient het woord seks als aanbeveling. Een auto kan sexy zijn, net als een stuk fruit of een etalage. Het plakkaat ‘sexy’ geeft aan dat iets hot en happening is, met seksualiteit en erotiek heeft het nauwelijks meer iets te maken.
Deze kijk op seks en seksualiteit mist zijn uitwerking op vooral jonge mensen niet. De American Psychological Association (apa) bracht vorige week een rapport uit waarin geconcludeerd wordt dat de wijze waarop meisjes en vrouwen worden verbeeld in de media schadelijk is voor het (seksuele) zelfbeeld van meisjes en een gezonde seksuele en emotionele ontwikkeling in de weg staat. De representatie van de vrouw als seksueel ‘ding’ heeft tot gevolg dat meisjes een labiel zelfbeeld ontwikkelen en dat ze een grotere kans hebben op een depressie of een eetstoornis.
Meisjes zien, niet alleen in de media, dat vrouwen hun uiterlijk kapitaliseren en niet te beroerd zijn hun fysiek als een asset te beschouwen. Sociologe Christien Brinkgreve en psychiater Abdoeline Soleman interviewden voor de Volkskrant twintig jonge vrouwen. Deze generatie kan het zich volgens Brinkgreve en Soleman permitteren om hun vrouwelijkheid te benadrukken en in de strijd te gooien, omdat hun positie steviger is. ‘Je borsten zijn je wapens’, beaamden een paar geïnterviewden. Seksualiteit als middel, en niet als doel. Geen punt.
Vinden wij, jonge vrouwen, dat normaal? Nee en ja. Als we erover nadenken zeggen we ‘nee’ en dat doen we dus maar liever niet. Omdat het lastig is om te formuleren wát er nu precies zo afstotend aan is dat vrouwen in negen van de tien gevallen worden geportretteerd als speelse sekspoezen, en dat porno tot het behang van het openbare leven verworden is. Die vrouwen moeten het zelf weten en bovendien, we zijn zélf immers ook niet preuts? Toch voelen we ons ongemakkelijk wanneer we een dertienjarig meisje zien bewegen als een volleerd stripper, of als we horen dat ze zich niet te beroerd voelt om seks te hebben in ruil voor een nieuwe spijkerbroek. Dat gaat over ons, en dat doet pijn. Maar de meeste vrouwen laten het bij dat ongemakkelijke gevoel. Ze hebben het er niet over, er lijkt nauwelijks sprake van onrust onder de nieuwe generatie potentiële feministes. Waarom niet?
Daar maakt Levy haar slag. De moderne vrouw lost haar ongemakkelijkheid op door te opereren onder het motto: Why try to beat them when you can join them? Ze is geen ‘meisje-meisje’, nee, zij niet. Ze is een Female Chauvinist Pig: post-feministisch, brutaal en gevat. Ze ergert zich niet aan stereotyperingen van vrouwelijke seksualiteit, en ook niet aan de machomanier waarop mannen daarop reageren. Sterker, ze buldert een partijtje mee. Levy illustreert de fcp met enkele bekende mediavrouwen. ‘Iedereen moet zich in bochten wringen (bump and grind) om te krijgen wat ze wil. En als ik zo’n lichaam had, dan zou ik het bespelen als een Stradivarius!’ zegt een vrouw die al ruim 25 jaar een toppositie bij hbo bekleedt. Of wat te denken van de favoriete uitspraak van New York’s bekendste (vrouwelijke) uitgevers: ‘Ik heb de grootste lul in het gebouw!’
Levy legt uit dat de fcp het resultaat is van ‘Tomming’, een term ontleend aan de roman Uncle Tom’s Cabin. Volgens dit principe conformeert iemand zich aan de stereotypes die de leden van een machtiger groep over hem hebben, om zich met diezelfde groep te kunnen identificeren. Dus: vrouwen gedragen zich als een man om zich net zo machtig te voelen. Dit doen ze door zich ofwel als een Chauvinist Pig te gedragen en mee te geilen op het lichaam van een stripper, óf door juist te voldoen aan het clichébeeld van de vrouw – de bimboversie van de fcp.
De kern van de fcp is dat ze zich niet meer bedreigd voelt door de pornografische verbeelding van de vrouw, ze werpt haar slachtofferschap af. Ze redeneert als volgt: omdat ik seksueel vrij ben, kan ik doen wat ik wil, me gedragen zoals ik wil, mogen andere vrouwen zich gedragen zoals ze willen en kan ik daar nog van genieten ook. Als een vrouw zich met haar Stradivarius-lichaam omhoog weet te werken, dan toont ze daarmee haar kracht en niet haar zwakte. Geëmancipeerder kan niet. De ironie is dat de fcp hiermee juist het clichébeeld van de vrouw als bimbo bevestigt.
Volgens Levy zijn vrouwen verstrikt geraakt in een subtiel psychologisch web met seks en macht als centrum. Ze vergeten dat emancipatie van vrouwen niet alléén gaat over de verdeling van zorg of over economische (on)afhankelijkheid, maar ook over de vraag wat het betekent om vrouw te zijn. Emotioneel, seksueel. Wat dat betekent in een tijd waarin alles mag en vrouwen zich niet meer hoeven te schamen voor hun seksualiteit. De fcp is het doorgeschoten antwoord op deze vraag.
Marlies Dekkers en Heleen van Royen illustreerden onlangs perfect de bimboversie van de fcp. Dekkers, ontwerpster van pikante lingerie, en Van Royen, schrijfster van pikante romans, hebben samen het boek Stout gemaakt en propageren hiermee een nieuwe ‘emancipatoire’ levensstijl. ‘Stout’ staat voor vrijpostig, zelfstandig, onafhankelijk, ongehoorzaam, initiatiefrijk en stoutmoedig – en lekker stout natuurlijk. Nog afgezien van de infantiliserende en vertruttende werking die van het woord ‘stout’ uitgaat en waarmee het stoute duo de emancipatie in één klap een aantal decennia terug in de tijd helpt, is het tragisch dat het blijkbaar nodig is om de zelfstandigheid van vrouwen te verbinden met seksualiteit. Er is bovendien niets revolutionairs meer aan de openheid ten aanzien van naakt en seks. Slim is het wel, marketingtechnisch gezien. Vermoedelijk is het hun daar ook grotendeels om te doen, en daar zou niks mis mee zijn wanneer Dekkers en Van Royen niet zouden pretenderen ook nog iets anders dan hun lichaam uit te dragen.
Maar het domste is dat deze vrouwen hun seksualiteit inzetten om hun macht te doen gelden. Dat lijkt vrijgevochten, onafhankelijk en strategisch, maar het is een zwaktebod. Niemand zal ontkennen dat een vrouw een zekere macht kan uitoefenen met haar lichaam. Een suggestieve schaduw tussen de borsten of de welving van een goedgevormd dijbeen leidt de aandacht af, en kan een man ergens toe bewegen. Maar wil je dat als vrouw altijd, zijn dat de instrumenten die je in elke context wilt inzetten? Waarom niet? zegt de fcp.
Hoe gênant dit kan uitpakken bleek uit een rondje vragen van een bijdehante interviewer tijdens de lancering van het boek Stout. ‘Wat is de gekste plek waar je het wel eens hebt gedaan?’ vroeg de bijdehante interviewer. Sommige van de vrouwen hielden het bij een waardige glimlach, maar andere biechtten – heel stout – op dat ze heus wel eens op een ranzige plek genomen waren. Foei, stoute vrouw! In plaats van kracht en onafhankelijkheid te tonen deden ze niet meer dan deerniswekkende pogingen om te laten zien hoe vrijgevochten ze zijn.
Een lingerieontwerpster en een schrijfster die zich met broeierige blik laten portretteren, dat zijn de vrouwen die van zich laten horen vandaag de dag. Daar schieten we dus niks mee op. Ook al is het een mooi streven om de verschillen tussen mannen en vrouwen niet onder het tapijt te willen vegen en vrouwelijkheid ‘te vieren’, feit blijft dat het toch de bedoeling was dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn, wat betekent dat ze op dezelfde kwaliteiten én op eenzelfde manier worden beoordeeld. Dat dit nog lang niet altijd zo is, wil niet zeggen dat vrouwen dan maar meer huid moeten laten zien om zich te profileren. En ook nog eens doen alsof dat een teken van emancipatie is.
Dat is de mindfuck van deze tijd: omdat we eindelijk mogen laten zien dat we borsten en dijen hebben, moeten we ze gebruiken ook. En zo zijn we weer terug bij af, namelijk bij het punt dat het als vrouw toch handig is wanneer je nét die extra cupmaat hebt, terwijl een kalende, ietwat onappetijtelijke man weinig last hoeft te hebben van zijn voorkomen. De boodschap is dan duidelijk: vrouwen moeten het nog steeds vooral hebben van hun lekkere smoeltje, en niet van wat eruit komt.