Mijn zuster is twaalf jaar ouder.
Ik zag haar vaak lezen.
‘Waarom moet je lachen?’ vroeg ik soms.
‘Sst… Madelon gaat haar verkering ontmoeten, maar hij is bij Ingrid en dat weet ze niet…’
Ik mocht niet verder vragen.
Of ik hoorde: ‘Anneloes heeft een balletvoorstelling, maar heeft haar voet verzwikt en misschien is haar balletcarrière voorbij.’
Zodra ik in het lezen wat was gevorderd, pikte ik mijn zusjes boeken.
Het waren meisjesboeken. Dat wil zeggen dat de hoofdpersonen meisjes waren.
Mooiste titel – ik kan het boek nergens meer vinden: Dansen kan je al, danken moet je nog leren.
Een uitdrukking die ik nog vaak gebruik.
Dat het boeken waren die louter en alleen voor meisjes waren bestemd, begreep ik wel, maar kon me niks schelen. Was het spannend of niet spannend, moest ik lachen of niet, raakte ik ontroerd of niet. Verder was er nog een ander criterium dat ik pas later in mijn leven kon formuleren: de sfeer. Was het gezellig (met vader en moeder, een kleiner zusje en leuke vrienden), dan stroomde het geluk van het verhaal in mij. Het kwam ook wel voor dat ik die ‘gezellige’ passages vaak overlas. ‘Moeder kwam de kamer binnen. ‘‘Willen jullie de tafel dekken?’’ vroeg ze aan Marijke en Peter. ‘‘Ja, mam’’, zei Marijke, ‘‘maar Peter helpt nooit mee’’, zeurde Marijke terwijl ze het tafelkleed over de eettafel spreidde. ‘‘Jij moet ook meehelpen, Peter’’, klonk moeder streng. ‘‘Ik kan niet de tafel dekken en mijn huiswerk maken, moeder.’’ Peter keek een beetje verongelijkt. ‘‘Je had je huiswerk al lang af moeten hebben. Hup hup’’, zei moeder lachend.’
Eigenlijk zou ik van zo’n passage nog steeds kunnen genieten.
Ik geloof dat ik het gehele oeuvre van Cissy van Marxveldt twee keer heb gelezen. Vooral vanwege de gezinnen die ze beschreef. Het waren de zogenaamde ‘betere milieus’ in Amsterdam-Zuid waarin zich haar verhalen afspeelden, en ik kon er geen genoeg van krijgen.
Net als Anne Frank, ontdekte ik later. Dat vervulde me met een combinatie van trots en verdriet. Ik had Anne willen vertellen dat mijn grootvader Leo Beek kende, de zoon van Cissy die personeelschef was bij De Bijenkorf. Mijn grootvader had als civiel ingenieur aan De Bijenkorf gewerkt.
Toen ik ging studeren werd door het feminisme Cissy van Marxveldt afgedaan als bourgeois, ouderwets, onderdrukkend. Ik was het daar onmiddellijk mee eens. ‘Gelijkwaardigheid is in die boeken ver te zoeken’, schreeuwde ik.
God, wat haat ik het studentje dat zulke onzin bralde.
(Ik weet dat Monica Soeting een biografie van Cissy heeft geschreven, maar die heb ik helaas niet gelezen.)
Hoe hebben al die meisjesboeken, al die boeken die zich afspelen in de betere milieus, al die boeken waarin meisjes paardrijden of tennissen, mij beïnvloed? Ik ‘identificeerde’ me net zo makkelijk met Karin, Ingrid, Pim de Stoetel, Kitty, Pit en Dot als met Arendsoog, Pim Pandoer en Pietje Bell. Aan de boeken over De Vijf van Enid Blyton was ik verslaafd. Die werden in de jaren zeventig zelfs uit de bibliotheken gehaald. Blyton bleek namelijk een racist en homofoob, ofschoon ze zelf een lesbische verhouding had gehad. Ook toen nam men het haar kwalijk dat al haar verhalen zich afspeelden in de betere milieus.
Van dat racisme heb ik tijdens het lezen nooit iets gemerkt. Ik vond ze domweg spannend en moest soms lachen. En ook weer die heerlijke sfeer. Je zou maar zo’n clubje van vijf vrienden en vriendinnen zijn en zulke avonturen beleven.
Wanneer boeken een moraal willen opdringen zal dat nooit lukken, is mijn stelling. Je kunt een kind duizenden bladzijden laten lezen over het klimaat, het kan best zijn dat het uiteindelijk een klimaatontkenner wordt. De potenrammer kan net met genoegen drie boeken hebben gelezen en tot tranen toe geroerd zijn geraakt over hoe lief Wouter en Duncan met elkaar omgingen. En reken maar dat alle Forum-leden het dagboek van Anne Frank hebben gelezen.
‘Al die meisjesboeken hebben je een liefhebber van vrouwen gemaakt’, zegt mijn zuster.
Daar zou ze wel eens gelijk in kunnen hebben.
Ik geloof niet dat er toen (evenmin als nu) boeken bestonden met een leuke nazibube als hoofdpersoon. Integendeel.
Maar kijk eens naar de twintigers en dertigers van nu…
Wat hebben zij in hun jeugd gelezen rond 1980?