‘DEZE SCHOOL is een verademing’, zucht Maaike Jorritsma (34). We staan voor basisschool de Wieken, waar haar kinderen net een halve week op zitten. Na een verhuizing was deze school dichterbij. ‘De gemengdheid spreekt mij erg aan. Hiervoor zaten mijn kinderen op een school met overwegend Nederlanders. Daar waren Wilders-aanhangers met discriminerende ideeën. Juist nu is het belangrijk om je kinderen op een gemengde school te zetten.’
Welkom in Nijmegen, de stad met het meest verregaande gemengde-scholenbeleid. Nijmegen wordt ook wel Havana aan de Waal genoemd, vanwege haar linkse geschiedenis. De stad kent al jaren linkse coalities. Momenteel is het bestuur in handen van GroenLinks, PVDA en D66, de twee colleges daarvoor werden gevormd door PVDA, SP en GroenLinks. Dit linkse bolwerk voert een beleid om segregatie tegen te gaan, onder meer via een centrale aanmeldingsprocedure. Als kinderen naar een nieuwe school gaan, moeten ouders hun voorkeurscholen opgeven bij een speciale Schoolwijzer. Als een school te veel belangstellenden heeft, deelt de Schoolwijzer de kinderen in op basis van voorrangscriteria. Ten eerste: zitten er broertjes of zusjes op school? Ten tweede: ligt de school in de buurt? En vervolgens: draagt het kind bij aan een gewenste samenstelling? Zo zouden kinderen dichter bij huis naar school gaan en worden scholen een betere afspiegeling van de wijk.
Landelijke en lokale politici steggelen al jaren over ‘zwarte’ en ‘witte’ scholen. Een belangrijke oorzaak van gesegregeerde scholen is de witte of sociaal-economische vlucht: blanke, hoogopgeleide ouders kiezen niet voor een nabijgelegen school met veel kansarme leerlingen, maar ‘vluchten’ naar een school die verder weg ligt maar meer kinderen met een hoge startkans heeft. Daardoor hebben sommige scholen een overtal aan leerlingen, terwijl andere te kampen hebben met leegstand.
Om dat te bestrijden zijn in Nijmegen schoolbesturen, met steun van de gemeente, begonnen met de centrale aanmelding. Het landelijke antisegregatiebeleid is een erfenis van het laatste kabinet-Balkenende, dat het tegengaan van tweedeling in de samenleving als speerpunt had. Hiertoe spraken CDA, PVDA en ChristenUnie af te gaan werken met centrale aanmeldmomenten in het basisonderwijs. Het ministerie van Onderwijs onder Ronald Plasterk (PVDA) ondersteunde pilots met centrale aanmelding in Amsterdam, Utrecht, Deventer en Nijmegen.
Inmiddels is het tij gekeerd in Den Haag. De huidige onderwijsminister Maria van Bijsterveldt (CDA), die nota bene staatssecretaris was onder Plasterk, vindt dat hele segregatieverhaal niet zo belangrijk. Kwaliteit van onderwijs en vrije schoolkeuze staan nu voorop. In februari liet Van Bijsterveldt in de Volkskrant weten dat het tegengaan van segregatie in het onderwijs geen beleid meer is: ‘Zwarte scholen zijn een feit.’ Ze kreeg er half links Nederland mee op de kast.

HET IS NOGAL wat als je niet vrij bent in het kiezen van een school voor je kind, en dat vinden ook veel Nijmeegse ouders. Ook de verantwoordelijke wethouder Henk Beerten (D66) heeft grote twijfels bij gedwongen spreiding. ‘We willen niet de vrijheid van schoolkeuze beperken’, zegt hij. Hij is tevreden met de eerste resultaten, want bijna alle kinderen worden in de school van de eerste voorkeur geplaatst. In het eerste schooljaar dat het systeem volledig werkte (2010-2011) kon uiteindelijk 94 procent van de kinderen naar de school van de eerste keuze. Voor het lopende schooljaar is dat percentage vooralsnog hetzelfde, maar dat kan nog veranderen als de laatste kinderen geplaatst worden. ‘Het voordeel is bovendien dat er een heldere deadline is voor het inschrijven van je kind. Het systeem is eerlijker’, vindt Beerten.
Maar op het gebied van segregatie haalt het systeem de doelen niet: kinderen gaan niet dichter bij huis naar school, dus er is nog steeds sprake van ‘vluchtgedrag’. Ook is er nog geen verbetering te bespeuren in de samenstelling van scholen. Vorig schooljaar waren er nog steeds zes basisscholen in Nijmegen die de doelstelling van maximaal dertig procent kansarme leerlingen niet halen. Dat zijn de scholen die overgeslagen worden door blanke, hoogopgeleide ouders, waardoor ze meer leerlingen met een lage startkans hebben dan er in de wijk wonen. Dat is juist wat bestreden zou moeten worden.
Het is ook niet zo gek dat er geen grote gevolgen zijn, want als bijna alle kinderen gewoon naar de school van de eerste voorkeur gaan werken de spreidingsregels niet echt. Het effect van het systeem zou groter kunnen worden als de zogenaamde ‘capaciteitsplafonds’ van de scholen naar beneden zouden worden bijgesteld - als scholen sneller vol zitten worden er meer kinderen ingedeeld volgens de voorrangsregels. ‘Als we de samenstelling van scholen willen beïnvloeden moeten de plafonds worden verlaagd’, geeft wethouder Beerten toe.
Hier gaan de schoolbesturen over, maar die zijn daar voorzichtig mee. ‘Ieder jaar worden de plafonds kritisch bezien’, zegt Rini Braat van de Stichting Sint Josephscholen, waar ook de Wieken onder valt. ‘Maar ze worden niet radicaal bijgesteld, omdat de consequenties niet zeker zijn. Te lage plafonds kunnen leiden tot leegstand en overbodig personeel.’

ER IS ÉÉN school waar de afgelopen jaren een duidelijke verandering van de schoolpopulatie te bespeuren was: de Wieken. Deze relatief ‘zwarte’ basisschool ligt in de Wolfskuil, van oudsher een volksbuurt met veel allochtone bewoners. ‘s Ochtends ontwaakt de wijk langzaam. De eigenaar van internationale supermarkt Albaraka schreeuwt wat naar de overkant, het lokale SP-kantoor ('geen vaste openingstijden’) heeft de lamellen gesloten, drie meisjes met roze rugzakjes zijn op weg naar school.
De wijk is in verandering. Er wordt al jaren gesloopt, gerenoveerd en gebouwd, waardoor er meer blanke hoogopgeleiden zijn komen wonen. Zo ook Josien du Chatenier (42), die in 2005 naar de Wolfskuil verhuisde. ‘Ik wilde voor mijn dochter een school in de buurt, en de Wieken ligt praktisch in mijn achtertuin. De reputatie van de school was slecht: het beeld was dat het een zwarte school was waar af en toe wat Turks werd gepraat. Toen ik over de drempel stapte bleek deze beeldvorming niet realistisch te zijn.’ Enkele hoogopgeleide buurtbewoners besloten hun kinderen in te schrijven voor de Wieken. ‘Eén jongetje ging als eerste, toen wachtte de hele wijk in spanning af: houdt hij zich staande?’ Met andere ouders ging Du Chatenier aan de slag: ‘We hebben open dagen georganiseerd, buurtbewoners aangesproken en geflyerd in de wijk. Dat heeft het beeld veranderd.’ Inmiddels is de Wieken een heuse gemengde school met steeds meer kansrijke kinderen en een goed imago.
Bij de school staan moeders te praten, met of zonder hoofddoek. Binnen serveert directeur Roger Visser (38) cappuccino uit de automaat. Hij is dolblij met ouders als Du Chatenier. ‘De school is een venster op de werkelijkheid’, meent hij. ‘In de buurt leven allerlei verschillende groepen, en de school moet daarvan een afspiegeling zijn. Kinderen worden hier getraind in het omgaan met elkaar.’
Het kan dus wel, mengen. Maar in dit geval is dat een ouderinitiatief en geen gevolg van de centrale aanmelding, die pas een paar jaar later werd ingevoerd. ‘Schoolwijzer was voor ons mosterd na de maaltijd, we waren al op de goede weg’, beaamt Visser. Toch ziet hij de positieve gevolgen: ‘Ouders denken scherper na over de schoolkeuze en scholen worden gedwongen zich te profileren en door te ontwikkelen.’
‘Er is een kanteling geweest’, zegt ook Rini Braat. ‘Waar eerst scholen werden voorbijgelopen omdat er vooroordelen bestonden, zijn ouders nu nieuwsgieriger. Het effect van de Schoolwijzer is vooral geweest dat ouders meer en beter zijn gaan nadenken over hun schoolkeuze. Er worden andere gesprekken gevoerd in speeltuintjes en op verjaardagsvisites.’

DE WIEKEN is de enige school in Nijmegen waar een duidelijke verandering in leerlingensamenstelling te zien is geweest, door een combinatie van herstructurering in de wijk en het initiatief van een groep ouders. ‘Deze componenten zijn misschien nog belangrijker dan de centrale aanmelding’, denkt ook wethouder Beerten.
Zo is het vooral de keuze van ouders die verandert. Het systeem zou zorgen voor een cultuuromslag, waardoor ouders anders gaan nadenken over hun schoolkeuze. Dat ruikt naar ouderwetse linkse maakbaarheid, maar de keuzevrijheid blijft hoog in het rode vaandel. Vorig schooljaar werden er zo'n honderd leerlingen per jaar op een andere school geplaatst. Hiermee zorgt het systeem niet zomaar voor gemengde scholen. Als de keuzes van ouders veranderen draagt het systeem wellicht bij aan gemengde scholen, anders zijn de cijfers niet hoopgevend.
Proef mislukt? Dat is te snel geconcludeerd, vindt fractievoorzitter Noël Vergunst van coalitiepartij GroenLinks: ‘Het doel is eigenlijk om geen scholen meer te bouwen voor kinderen die buiten hun wijk naar school gaan. Dat effect zie je pas over een paar jaar. Het is bezopen om op een populaire school eindeloos lokalen bij te bouwen.’
Ook de PVDA is positief, omdat ouders niet meer hoeven te racen om hun kind aan te melden voor een populaire school. ‘Maar’, zegt fractievoorzitter Rutger Zwart, ‘de centrale aanmelding is geen wondermiddel dat alles eventjes oplost. Het ideaal om niet alle kansrijke en kansarme kinderen bij elkaar op school te hebben is niet in één of twee jaar geregeld. Ik zou zeggen: geef het een kans.’
Je kunt niet verwachten dat je in een jaar de segregatie oplost, benadrukt ook de gemeente Nijmegen. ‘En alleen met centrale aanmelding kom je er niet’, aldus een woordvoerder. Het gemengde-scholenbeleid kent verschillende pijlers, waaronder het ondersteunen van ouderinitiatieven, het investeren in ‘vluchtscholen’ en het bouwen aan gemengde wijken. Dit zou op lange termijn de segregatie moeten tegengaan.
De rechtse oppositie is fel tegen de proef en liberale coalitiepartner D66 is kritisch, maar een meerderheid van de lokale partijen is positief: de aanmelding is eerlijker, de keuzevrijheid van ouders staat niet te veel onder druk, ouders denken beter na en er zijn geen scholen meer die uitpuilen van de leerlingen. De centrale aanmelding verdwijnt niet, roepen de linkse partijen in koor. Een meerderheid van GroenLinks, PVDA en SP stemde in december in met voortzetting van het beleid. Wethouder Beerten wilde de doelstelling aanpassen naar ‘een bewuste schoolkeuze’ maar dat werd door links afgewezen: het tegengaan van sociaal-economische segregatie blijft voorop staan. Ook al wordt dit doel voorlopig niet gehaald.
Als de centrale aanmelding effect wil hebben op segregatie moeten scholen minder leerlingen toelaten, zodat het systeem meer kinderen op de gewenste manier kan indelen. Dat willen politiek en schoolbesturen niet omdat de keuzevrijheid niet beperkt mag worden en omdat sommige scholen dan te maken krijgen met leegstand. Zo zit dit model in een spagaat: spreiding zal altijd ongewenste gevolgen hebben. Het gaat Nijmegen om een eerlijk aanmeldmoment en het beïnvloeden van de keuzes van ouders, en daar slaagt het systeem in. Het gevolg is dat scholen nog steeds vooral mengen als ouders het willen.
Zoals dat gebeurt op de Wieken, een Daltonschool in oprichting met zo'n 170 leerlingen. ‘Ik werk hier al sinds 1974’, lacht een juf, ‘naar steeds meer tevredenheid!’ Het is nog even afwachten of het beleid vruchten afwerpt en meer Nijmeegse scholen zullen volgen. Daarvoor moet er nog heel wat water door de Waal stromen.