De vijf toneelspelers zitten er al als we binnenkomen. Ze zien eruit als afgematte oberkelners op een cruiseschip die na een overweldigende slemppartij het bemorsen van hun omgeving niet meer kunnen stoppen. Ze starten vanuit stilstand. Hun zetels ogen ongemakkelijk. De gevechten met de hun omringende objecten ogen eindeloos – de eindeloosheid van de repeterende breuk die slapstick heet: mens versus materie. Hier bijvoorbeeld een acteur in gevecht met een voortdurend omlazerend dienblad en een steeds van een stoelpoot wegspringend dopje.

Geleidelijk aan ‘begint’ men – hoewel de krankjorume dialogen over de verhouding tussen mintthee en uiteenlopende suikers nauwelijks voor een begin kunnen doorgaan. De benjamin van het vijftal begint over dat zogenaamd pijnlijke onderwerp (‘wanneer zijn we nu eindelijk begonnen?’) een alleenspraak waarin de repetities lijken te worden ‘geëvolueerd’. De schlemiel van het vijftal begint daarop een monoloog waarin hij zegt de malheur van zijn jongere collega geheel te begrijpen, terwijl hij hem zin voor zin compleet afserveert en ondertussen laat zien dat hij nou net de láátste is om in dit gezelschap met boude beweringen te komen. De hilariteit stijgt met de minuut.

Tot het moment van de totale afbraak is aangebroken: een non-figuratief ‘schilderijtje’ lazert uit de achterwand van pakpapier omlaag. Waarna een act begint die werkelijk met geen pen te reconstrueren valt: toneelspeler in gevecht met verlengsnoer en boormachine, daarbij geholpen door vier collega’s die alles uit de kast trekken om dat gevecht te laten mislukken. De onbeschrijflijke rotzooi die daarvan het resultaat is, inclusief de definitieve afbraak van de achterwand van pakpapier, kan tot niets anders leiden dan een collectieve vlucht naar het nog maagdelijke achtertoneel – wij, de toeschouwers, vluchten mee.

Nee, dit is geen kwajongenstoneel. Het is op z’n minst een rotje in het hoenderhok van theater maken volgens gebaande paden. De harde kern van dit vijftal – Peter Van den Eede, Damiaan De Schrijver, Matthias de Koning – liet ons in Vandeneedevandeschrijvervandekoningdiderot – kennismaken met de essentie van toneelspelen zonder slogans en pretenties. ‘Junior’ Gilles Biesheuvel en ‘senior’ Willem de Wolf maken het vijftal van Onomatopee compleet. Ik zag de voorstelling een jaar geleden, toen nog ‘in de steigers’, dus nog ‘in de maak’. Deze ‘existentiële choreografie’ oftewel een ‘gedramatiseerde poëzieavond in vijf bedrijven’ (het is net of de makers de recensenten de clichés van een toneelbeschouwing al op voorhand aanreiken) zal altijd ‘in de steigers’ blijven en dus steeds ‘in de maak’ – geen avond is gelijk aan de vorige of de volgende. Hier zijn vijf briljante toneelspelers aan het werk. Die zich overigens geen seconde op hun genialiteit laten betrappen. Iedere poging tot virtuositeit trappen ze ter plekke kapot. Als we met z’n allen op het achtertoneel zijn aanbeland, ver weg van de chaos van daarnet, rest nog slechts het schaarse licht van een ongelooflijk lelijke jaren-vijftig-eetkamer-lampencombinatie. Ze gaan er allemaal onder staan. En ze zullen er allemaal aan geloven.

Damiaan De Schrijver – om een tekenend voorbeeld te noemen – laat daar de essentie van het begrip ‘onomatopee’ zien en horen: klankgedicht. Flarden van Kurt Schwitters komen voorbij, Paul van Ostaijen, flarden klankassociaties van Damiaan De Schrijver zelf. Er is geen commentaar, geen ironie. Damiaan De Schrijver speelt deze zingzangklingklangmonoloog met bloedige ernst alsof hij Shakespeare of Bernhard (re)citeert. Matthias de Koning sluit de rij, met een binnensmonds gemompelde soul, waarop de anderen onhandig dansen. Schimmen in schemerlicht. Dan is het gedaan. Met natte ogen en een glimlach van oor tot oor sluit je deze vijf toneelspelers in de armen. Nooit eerder gezien. Na deze avond nooit meer zó te zien. Morgenavond misschien weer totaal anders. Toneel opnieuw uitgevonden. Iedere weerbarstige avond weer. Ik teken ervoor. Mis dit niet!

STAN, De Koe, Dood Paard, Maatschappij Discordia, Onomatopee. Te zien in Gent (t/m29 september), Frascati Amsterdam (2 t/m 6 oktober) en Schouwburg Rotterdam (12 en 13 oktober)