Jon Hamm als Walter en Lois Smith als Marjorie in Marjorie Prime © Amstelfilm

De film begint met een zeeschittering die in één keer het hele verhaal vertelt: zonnestralen gereflecteerd op het wateroppervlak creëren een tableau van lichtpunten, alsof het een visuele representatie van een digitale informatiestroom betreft. Even later, het beeld bevestigd: een vrouw van in de tachtig zit op de bank in haar appartement bij de zee. Ze praat met een aantrekkelijke jongeman. Het is haar overleden echtgenoot in prime-vorm, dat wil zeggen een vroege weergave van hem gemaakt door kunstmatige intelligentie. De bedoeling is dat de vrouw, Marjorie (Lois Smith), het ‘wezen’ al pratende voert met informatie over zijn leven, zodat hij steeds meer zichzelf wordt, haar man Walter, althans Walter Prime (Jon Hamm).

Zoveel informatie draagt de Amerikaanse regisseur Michael Almereyda in de eerste tien minuten van Marjorie Prime over dat je door naar de titel te kijken al min of meer weet hoe het afloopt. Dat is knap, te meer omdat het maken van deze connectie de kern van het verhaal raakt: tijd is relatief, net als de tastbare werkelijkheid. Wat een mens is, staat los van lichamen, los van de wereld waarin die bestaan. En als de mens de totaalsom van zijn herinneringen is, dan kan die na zijn dood tot leven worden gewekt. Dat zien we in deze film van Almereyda, die zo’n twintig jaar geleden een van mijn favoriete film-Hamlets maakte, die waarin de geest van Hamlets vader, gespeeld door Sam Shepard, verschijnt vanuit een Coca-Cola-machine in een wolkenkrabber op Manhattan.

© Amstelfilm

In Marjorie Prime is de setting de nabije toekomst, maar de personages zijn mensen van nu. Om de aan beginnende dementie lijdende Marjorie te helpen regelt haar dochter, Tess (Geena Davis), een prime, een computerprogramma dat het lichaam van haar overleden vader zodanig reproduceert dat het net is alsof hij echt bestaat én je ermee kunt praten. Maar Tess vertrouwt ‘Walter Prime’ niet; haar man, Jon (Tim Robbins), doet dat evenmin. Toch merken ze dat Marjorie baat heeft bij de interactie. Tijdens haar heldere momenten verwoordt Marjorie de ironie van de situatie: terwijl zij ‘slechter’ wordt door de simpele, biologische realiteit wordt Walter juist ‘beter’. Hoewel ze allebei in dezelfde situatie zitten – door herinneringen op te halen maken Marjorie én Walter Prime de geest scherper – is het voor Marjorie toch vechten tegen de bierkaai. Ze kampt immers met een falend lichaam. Maar wat we zien in deze film, wat we zouden kunnen aanraken, is slechts de oppervlakte, even banaal als vervlietend van aard.

Subtiel stelt Almereyda deze kwesties aan de orde in sets bestaande uit vlakke achtergronden, bijna alsof hij de personages uitdaagt driedimensionaal te zijn, of te worden. Zijn muziekkeuze is subliem. Composities van Poulenc, Beethoven, Mozart en Bob Dylan (I Shall Be Released) creëren een melancholieke sfeer die de tragiek van het verlies van menselijkheid in deze moderne tijd overbrengt. Wat daarvoor in de plaats komt is even onscherp als het beeld van de zonnestralen op het zeeoppervlak aan het begin van de film. Het is ook nauwelijks voor te stellen: als we inderdaad niets meer zijn dan onze herinneringen, dan zijn fysieke lichamen irrelevant en bestaat onze menselijkheid uit informatie, enen en nullen. En zijn we in principe allemaal: prime.

Te zien vanaf 10 mei.