
Vorige week besloten de Europese lidstaten dat de militaire patrouillemissie Sophia vanaf 1 april geen schepen meer inzet om mensen in nood uit zee op te pikken. Daarmee verdween de laatste strohalm voor vluchtelingen op de Middellandse Zee. Eerst is het hulporganisaties onmogelijk gemaakt om reddingsoperaties op de Middellandse Zee uit te voeren, nu houdt ook de EU zelf ermee op. Het adagium vanaf nu: terug naar Libië.
Operatie Sophia was het schoolvoorbeeld van een Europees compromis. De militaire patrouillemissie op de Middellandse Zee bevocht op papier mensensmokkelaars en hun businessmodellen, maar was onder de motorkap een verkapte reddingsoperatie – al mocht dat laatste nadrukkelijk niet het hoofddoel zijn. Zo kreeg rechts een stevige vuist tegen migratie en links een verhulde manier om toch een reddingsboei toe te werpen aan mensen die dreigden te verdrinken.
De missie, die haar naam dankt aan een baby die in 2015 aan boord van een Duits marineschip was geboren nadat haar Somalische moeder uit zee was opgepikt, was van begin af aan controversieel. Het mandaat om achter smokkelaars aan te gaan klonk stoer maar was ongeloofwaardig. Iets wat niet alleen hulporganisaties vonden maar in Brussel ook binnenskamers bekend was. ‘Wij snappen natuurlijk ook wel dat de big guys niet op een bootje stappen. We gaan ze niet op zee vinden, natuurlijk niet’, zei een hoge EU-ambtenaar vorig jaar nog tegen De Groene. In plaats van de smokkelbazen verdwenen de vluchtelingen en migranten achter de tralies op verdenking van medewerking aan mensensmokkel. Daarnaast vernietigde Operatie Sophia de houten vissersboten, waardoor vaker onbetrouwbare plastic boten werden ingezet, die ook nog eens overvol werden geladen.
In feite was het redden van mensen het succesvolste onderdeel van Sophia: sinds de oprichting in 2015 haalde de missie meer dan 49.000 vluchtelingen en migranten in nood uit zee. Die werden vrijwel allemaal naar Italië gebracht. Maar nu dat land onder leiding van de rechts-populistische vicepremier Matteo Salvini weigert om geredde mensen toe te laten, is ook dat deel van Sophia in duigen gevallen. Dat is echter niet alleen zijn besluit geweest. Hij riep andere Europese lidstaten op hun havens te openen voor de schepen met geredde vluchtelingen – maar het bleef oorverdovend stil. Toen onze eigen staatssecretaris Mark Harbers (vvd) begin dit jaar zes vluchtelingen opnam die al weken op een schip van Sea Watch vast zaten, maakte hij een duidelijk punt: ‘Een volgende keer zullen ze waarschijnlijk nog veel langer ronddobberen, want dan doet Nederland níet mee.’
Het nieuwe Europese beleid is nu om ze dan maar helemaal niet meer te redden. Niet minder pijnlijk is dat Europa tegelijkertijd heeft afgesproken de relatie met Libië te verstevigen en de Libische kustwacht – waarvan bekend is dat die nauw verweven is met de smokkelaars – te blijven trainen om mensen ervan te weerhouden te vertrekken. En dat terwijl alle Europese regeringsleiders weten dat in de Libische detentiekampen de mensenrechten ernstig worden geschonden, dat mensen worden gemarteld, verkracht en uitgebuit.
Het aantal oversteken vanaf Libië daalde de afgelopen jaren al drastisch vanwege de reeds gemaakte deal met Libië. In 2014 kwamen er nog 170.100 mensen aan in Italië, vorig jaar waren het er 23.370 en sinds begin dit jaar zijn het er nog maar 524. De keerzijde ervan is evident: vluchtelingen zitten vast in Libië en voor mensen die het toch proberen is de oversteek veel riskanter geworden. In 2017 verdronk één vluchteling op de 38 die het wel haalden, vorig jaar stierf een op veertien, zo blijkt uit het begin dit jaar verschenen rapport Desperate Journeys van de unhcr. De onderzoekers schrijven deze toename direct toe aan het verdwijnen van reddingsschepen op zee.
Het bericht vorige week dat Operatie Sophia stopt met het redden van mensen heeft nog nauwelijks een stofje doen opwaaien. Niemand heeft het nog over Europese waarden en normen, over mensenrechten of het recht op asiel. Europees beleid waarbij we toekijken terwijl mensen verdrinken in een poging hier aan land te komen baart geen opzien meer.