
Wolvenland biedt een staalkaart van menselijk denken, voelen en handelen
inzake de teruggekeerde wolf. Van ‘afschieten’ of ‘verkassen naar Siberië, anders blijven hier geen paarden, koeien, schapen over’, tot liefde voor een ‘welkome, intelligente, toppredator’. Daar tussenin sommigen die zeggen ‘zwei Seelen wohnen, ach in meiner Brust’.
Zeker opvallend wanneer dat een schapenhoudster of herder betreft, wier belangen, emotioneel en commercieel, toch bij hun have liggen. Maar zelfs boswachter Frank Theunissen, wolvenkampioen, dolblij bij de eerste camerabeelden van een graatmagere, jonge wolvin in zijn domein (‘eerste Nederlandstalige wolf’) en sindsdien lof en belang van de soort bezingend, kwam in een gewetensconflictje. Zijn professie beval het dier GW1729f te noemen. Dochter doopte het ‘Toska’. Hij zwichtte. GWToska werd maanden later tussen Arnhem en Ede, inmiddels weldoorvoed, doodgereden. Zwanger.
Dat hakte erin, bij Theunissen en collega’s. Met hen gaat regisseur Niek Koppen terug naar de werkschuur die als mortuarium diende. Ze hebben destijds minstens een half uur bij de wolf gestaan. De camera gaat naar de lege plek waar ze lag. Weer zijn de mannen stil. Wie dit leest kan dat lachwekkend vinden. Ik vind het ontroerend. Ook al door het besef hoe diep rouw om een (huis)dier kan zijn.
Je kunt het wolvendilemma ook samenvatten als kiezen tussen Toska en Kroezebetje. De laatste, met Fiep Westendorp-naam, is de favoriet, nee, vriendin, van schapenhoudster Agnes de Bruyn. Een man had over de ‘wolf met reetje in de bek’ gezegd: ‘Mooiste mij ooit overkomen.’ Razend is ze: haar grazende schaapjes zijn mooi, maar toch niet een beest dat een ander beest opeet!? ‘En zo ís die wolf! Ik ga er toch werk van maken.’ Tja, dan moet ze eigenlijk bij de Schepper zijn. Maar ze wil in de dorpsraad gemeentemaatregelen eisen tegen de wolf ‘waar niemand om gevraagd heeft’. Als getraind vegetariër vraag ik me af hoe haar schatjes aan hun eind komen. Inderdaad: geslacht en opgegeten door een mens. Zal wel waardiger zijn. ‘Onze islamitische broeders willen geen varkensvlees en die moeten ook eten’, zegt een schapenhouder. ‘Menslievend’, commercieel en door het niet-gemeende ‘broeders’ onwelriekend ineen.
Natuurlijk is een wolvenslachtpartij in de kudde traumatisch voor dier en mens. Afrastering is duur en niet altijd afdoende. Maar kuddehoudster Erika Visser wordt verscheurd tussen schapenliefde en respect voor instinct en intelligentie van de wolf. Als een ware vestingbouwer probeert ze het de jager via een draadconstructie moeilijk te maken. Uiteindelijk kiest ze toch voor verdedigingshonden. Net als herder Marc Baas wiens bewondering voor de wolf, als superieur aan hemzelf, alleen maar is toegenomen. Hij maakte foto’s tijdens een duo-aanval en ontdekte daarop pas thuis een derde wolf – zo goed gecamoufleerd. Huiveringwekkend is een met camera’s behangen roedel mensen dat een wolf omringt. Totale natuurverstoring. Als het beest niet wegvlucht mag het afgeschoten worden, want ‘mak’ en gevaarlijk ineen. Je wenst deze natuurpaparazzi een schot hagel in de bil. De film toont nog veel meer en zet aan het denken.
Niek Koppen, Wolvenland, KRO-NCRV 2Doc, donderdag 18 mei, NPO 2, 22.08 uur