Argos liet in 2005, op basis van vertrouwelijke marechaussee-documenten, horen hoe schrijnend onwaar die kwalificatie was. Daarmee werd het fundament gelegd voor Exit van Boris Paval Conen, waarin hij dossier tot Telefilm verwerkte. Moeilijk genre want reconstructie van ware gebeurtenissen, hoe opzienbarend ook, levert nog geen goede dramaproductie op; en wat nodig is om van weerbarstige werkelijkheid een coherente, aansprekende film te maken kan geloofwaardigheid schaden of de waarheid geweld aandoen. Het is ook nog eens een complex en beladen onderwerp: de destijds verantwoordelijke minister mag Verdonk heten, Cohen had als staatssecretaris het fundament voor restrictiever beleid gelegd dat door het parlement tot wet was gemaakt. ‘Geen mens is illegaal’ is even mooi als ‘Alle Menschen werden Brüder’ maar als richtlijn voor immigratiebeleid onbruikbaar.
Dus moet de wet gehandhaafd. Dat doet altijd pijn, ook als er foutloos en fatsoenlijk mee wordt omgegaan en betrokkenen zich bij uitzetting neerleggen. Maar nog veel meer wanneer die niet meewerken, autoriteiten onenigheid krijgen, er uiteenlopende competenties en belangen spelen, fout op fout wordt gestapeld en alle humaniteit het loodje legt. Dit moreel echec kreeg een extreem unhappy end: degenen die naar Guinee werden uitgezet (de vijf hoofdrolspelers aan Afrikaanse kant onder wie een jongen als Mauro) zijn bij aankomst gearresteerd, zoals ze zelf voorspelden, en van hen is nooit meer iets vernomen. De low-budgetfilm speelt zich grotendeels af in en rond een rijdend cellencomplex op Zestienhoven, wat extra krachttoer is. Indrukwekkende film met emotionele impact die voor non-fictie moeilijker haalbaar is. Maar die zonder Argos niet was gemaakt.
Andere gruwel in een bijzonder documentair project: Die 5 dagen in mei. Vijf regionale omroepen lieten door gerenommeerde regisseurs documentaires over de oorlog maken zoals die in mei ’40 in hun gebied is gevoerd. Militaire geschiedenis heeft mij nooit geïnteresseerd, maar wordt hier, dankzij hoogbejaarde talking heads afgewisseld met archiefbeeld, tot aangrijpende realiteit van wie toen jongens waren. In de eerste gaat het over Limburgse Maasbruggen die volgens plan en dankzij individuele moed en ‘mazzel’ net op tijd zijn opgeblazen. Wat in voorgaande oorlogen de Duitse aanval zwaar gefrustreerd zou hebben maar nu klein vuil bleek. Veel meer gaat het over goede buren die sinds heugenis samen voetballen en drinken en tot hun verbijstering op elkaar moeten schieten. En over weerbarstigheid: aan Nederlandse kant vocht een dienstplichtige die in Duitsland was opgegroeid maar wiens ouders wegens Hitler waren geremigreerd. Verbijsterd was hij over het gebrek aan moed en kunde van zijn Hollandse officieren (‘Ik had op de Duitse padvinderij meer geleerd’) en werd met een kogel in zijn been door maten achtergelaten omdat hij een ‘Pruus’ was. Aflevering twee gaat over de Grebbeberg en wekte schaamte over de lichte meewarigheid waarmee ik voorheen keek naar stokoude mannen met baretten en medailles op herdenkingen. Hier komen ze nog net op tijd aan het woord. En je beseft wat ze doorstonden en zagen: ‘the horror, the horror’.
Boris Paval Conen, Exit, Telefilm, NCRV, zaterdag 23 maart, Nederland 2, 20.25 uur. Die 5 dagen in mei. Regionale documentaires met steun van Mediafonds, NTR, VPRO. Hans Heynen, Daar komen de buren (Limburg), 1 april. Hans Pool, Helden zonder glorie (Grebbeberg), 8 april. Thom Verheul, De waarheid van Wons (Friesland), 15 april. Tonko Dop, De verloren overwinning (Den Haag), 22 april. Heddy Honigmann, Herinneringen aan vuur (Rotterdam), 6 mei. Maandags, Nederland 2, 23 uur, behalve de eerste: 22.15 uur