
Deze zomer in Kassel. Buiten was het zo heet dat het licht stoffig werd en troebel. In de stille Neue Galerie stond ik te kijken naar de scherpe kleurhelderheid van een schitterend schilderij van Lovis Corinth: Walchensee. Landschaft mit Kuh. Het was de kraakheldere frisheid van de kleuren die mij zo verraste. Natuurlijk had ik dat schilderij eerder gezien, maar jaren geleden – die helderheid was ik vergeten. In de Hollandse landschappen waarmee wij zijn opgegroeid, zijn de kleuren vaak toch grijzig van toon – dat wil zeggen regenachtig. In het buitenland in een groot museum (Parijs, Wenen, Londen) valt die gedemptheid onmiddellijk op als je in de (meestal) kabinetten met Hollandse school verzeild raakt. Die ervaring hadden ook anderen. Het Schilder-boeck van Carel van Mander begint met een leerdicht. In het hoofdstuk daar over het landschap meldt hij dat buitenlanders die grijzigheid opviel – en dat de zon zo weinig scheen. In het schilderij van Corinth is het hartje zomer en het zonlicht klatert zodat de kleuren (rood, blauw, groen) blaken.
De Walchensee ligt in de Beierse Alpen – een wat driehoekig meer waarvan het wateroppervlak op ongeveer achthonderd meter hoogte ligt, omgeven en ingesloten door gestage hellingen die, tot aan het water, donker met bossen begroeid zijn. Vanaf 1919 had Corinth daar aan de noordkant een huis. Daar had hij de Walchensee als een goed motief ontdekt. Dit Landschaft mit Kuh laat ongeveer het uitzicht vanuit zijn huis zien naar beneden over het meer. Laten we zeggen: dit is de standaard van het motief dat hij vervolgens, met variaties, tot zijn dood in 1925 steeds is blijven schilderen. Natuurlijk moet ik ook denken aan Cézanne en zijn koppige bezig zijn met zijn grote motief, de berg Sainte-Victoire in de Provence. Bij beiden ging het om de stevige overzichtelijkheid ervan. De berg heeft een karakteristieke plompe vorm. Het meer is niet heel groot zodat de bochtige oeverlijn als globale vorm goed te zien is. Dan is er nog de aanloop tot het motief. Bij de hoogte van de berg komen we langs geleidelijk oplopend land. Bij het meer komen schuin van boven uit de hoogte, naar beneden waar het stil en strak in de diepte ligt, bergen rondom. Dat is anders kijken.

Cézanne is beschouwelijk. Bij Corinth lijkt me het motief dramatischer. De bocht van bergen tot aan de hoge horizon geeft aan het meer een wijde ruimtelijkheid. Mij lijkt het dat de schilder eerst de breedte van die ruimte heeft opgezet. Dat moet eigenlijk wel in een landschap dat je van grote hoogte waarneemt, dat moet je anders overzien. Daarna kwam de voorgrond die strak naar beneden glijdt – waar zich dan, idyllisch, een Alpen-tafereel ontpopt. Daar is het dan dat tegen de achtergrond van meer en bergen de kleuren zo gaan klateren en schitteren.
Op die hoogte (duizend meter of meer) is het zonlicht zo helder omdat de lucht er ijler is, zuiverder en droger. Daarom waren daar ook befaamde sanatoria. Dat licht maakt dan ook scherp getekende schaduwen. Daarom zijn, in de klaarte van dat zonlicht, de overgangen tussen passages licht en passages schaduw ook zo kantig en geblokt. Kijk maar naar de levendige wisseling van daken van de huizen op de voorgrond die daar liggen als een stilleven bijna in dat zonovergoten gras. Kijken we nog nauwkeuriger, dan vallen mij, behalve allerlei witte verlevendigingen op het water, verder ook accenten zwart op (of anders bijna zwarte kleuren) die her en der ook kleuren scherper laten lijken.
Is dat een Duitse manier van doen? Bij de Franse impressionisten komen, geloof ik, zulke abrupte toetsen zwart zo niet voor. Dit overdenkend begon ik het groene landschap van Corinth onwillekeurig te vergelijken met het schilderij Golgata van Markus Lüpertz. In dit korzelige en hoekig gebouwde werk (deels collage) verschijnen vreemde zwarte staketsels in een groen, blauw, geel, grijs en zwart veld. Het is horizontaal gestreept of gestapeld. Is het daarom misschien landschappelijk of toch een gordijn op een toneel? De hoeken van het beeld zijn afgerond: maakt dat het geheel (met nog die jongen die zich verbaast) nog meer tot verzinsel dat daar zweeft? Maar het waren die donkere, Duitse kleuren samen met dat zwart die, sinds die dag in Kassel, in mijn hoofd blijven rondspoken.
PS Het schilderij verbergt zich al jaren in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Voor Corinth zie de publicatie over het Walchensee-landschap, van Marianne Heinz, die door het museum in Kassel is uitgegeven: Die wahre Kunst ist, Unwirklichkeit zu üben, Museumslandschaft Hessen Kassel, 2008
Beeld: (1) Lovis Corinth, Walchensee. Landschaft mit Kuh, 1921; (2) Markus Lüpertz, Golgata, 1993 (Arno Hensmanns / Museumslandschaft Hessen Kassel, Neue Galerie / Städtischer Kunstbesitz)