Een van de meest ontroerende kunstwerken in de openbare ruimte van Engeland staat bij de ingang van het Londense station Liverpool Street: vijf joodse kinderen, in brons gegoten, die aan de vooravond van de holocaust het vasteland zijn ontvlucht. Ze kijken met de koffers in hun handen wat verweesd om zich heen. Een jongetje heeft een viool mee weten te nemen en in de handen van een meisje rust een teddybeer. Liverpool Street Station was de eerste halte voor de duizenden, veelal jonge oorlogsvluchtelingen die zich op het vrije eiland zouden vestigen.

In Reading bijvoorbeeld, een stadje ten westen van Londen, waar de jonge Thomas Michael Bond zag hoe ontheemde leeftijdsgenootjes arriveerden. Het is een beeld dat de vorige week overleden ‘vader’ van Beertje Paddington nooit zou vergeten. ‘Niets is droeviger’, zei Bond jaren later, ‘dan mensen te zien die al hun bezittingen in een koffer hebben.’ Het bracht hem er halverwege de jaren vijftig toe een verhaal te schrijven over een beer die na een lange reis uit ‘het donkerste deel van Peru’ aankomt op het West-Londense station Paddington met een koffertje en een label om zijn nek met de tekst ‘Wilt u alstublieft voor het beertje zorgen? Dank u wel.’

Een keurig echtpaar, de Browns, ontfermde zich over de eenzame beer met zijn slappe hoed en blauwe houtje-touwtjejas. De beer is voorkomend, maar staart soms met verbazing naar de gebruiken in zijn nieuwe vaderland. Hij raakt bevriend met een meneer Gruber, een Hongaarse immigrant die een antiekwinkel heeft op Portobello Road, maar hij moet niets hebben van de gemene buurman, meneer Curry, die hem laatdunkend Beer noemt. Paddington heeft het beste met de wereld voor, maar raakt door zijn onhandigheid en weigering om autoriteit onvoorwaardelijk te respecteren telkens in de problemen, wat bijdraagt aan zijn charme.

Charme was ook de voornaamste karakteristiek van zijn geestelijke vader. Dat bleek op de manier waarop Paddington werd ‘geboren’. Op kerstavond in 1956 wandelde Bond, bbc-cameraman en verhalenschrijver, langs Selfridges. In de nagenoeg leeggekochte etalage van het warenhuis zag hij een beer liggen. Bond besloot de handpop te kopen en aan zijn vrouw te geven. Hij noemde hem Paddington en zou hem tijdens de rest van zijn leven vertroetelen, net zoals hij dat deed met zijn katten en twee onafscheidelijke cavia’s. Na de scheiding van zijn vrouw werd er zelfs een bezoekregeling voor Beertje Paddington vastgelegd. ‘Wat zou Paddington doen?’ was een vraag die Bond vaak stelde bij een probleem.

Zelfs in zee hield de oude Bond zijn hoed op

Kort nadat Paddington zijn intrede had gedaan in de krappe flat in Maida Vale begon Bond verhalen te schrijven. Binnen een week had hij er acht op papier staan. Zeven uitgevers stuurden het manuscript terug totdat William Collins toehapte. De publicatie was meteen een succes. Een beer genaamd Paddington werd het kinderboek van het jaar en in de vijf decennia die volgden zou Bond tientallen Paddington-verhalen schrijven. De cijfers: 35 miljoen exemplaren in veertig talen. In de tweede helft van de jaren zeventig brak er in het Verenigd Koninkrijk een Paddington-manie uit nadat de bbc er een serie van had gemaakt. Bond raakte overspannen.

Dit was de bekendste beer sinds Winnie de Poeh, eentje die liever marmelade eet dan honing. Deze culinaire voorkeur hoort bij het type immigrant dat Engelser dan de Engelsen wordt, wat vaak gold voor migranten uit het Gemenebest. Paddington vertegenwoordigt het ideaalbeeld van de immigrant, eentje die de ellende van zijn land van oorsprong ontvlucht om in de open Britse maatschappij een nieuw bestaan op te bouwen. De verfilming van drie jaar terug, Paddingtons finest hour, speelde dan ook een rol in het migratiedebat, wat ook gold voor het verhaal Here and Now waarin Paddington last ondervindt van de immigratiebureaucraten. Tot op de dag van zijn dood zou Bond dankbrieven krijgen van kinderen die zich als immigrant op het eiland hadden gevestigd.

Het beertje is om nog een andere reden romantisch. Zijn eerste avonturen nemen de lezer terug naar een gemoedelijke tijd, een wereld, in Bonds woorden, ‘zonder graffiti en vernielde telefooncellen’. De beer heeft iets weg van Bonds eigen vader, een onpraktische postmeester die als fietser ongelukken veroorzaakte omdat hij elke dame middels het lichtjes verheffen van zijn hoed pleegde te groeten. Zelfs in zee hield de oude Bond zijn hoed op, zo schreef zijn zoon in diens geestige autobiografie Bears and Forebears, voor het geval hij iemand moest groeten. Beertje Paddington is door de jaren altijd de beleefde, netjes geklede beer gebleven.

Maar de wereld om hem heen veranderde, wat soms tot hilarische taferelen leidde. Zo begeeft Paddington zich in een verhaal, dat zich afspeelt rondom de Olympische Spelen van Londen, naar een visboer wanneer een buschauffeur hem vertelt dat hij alleen kan reizen door in te tikken met zijn Oyster. ‘Paddington is erg beleefd in een wereld waar mensen steeds eigengereider worden’, stelde Bond in een interview vast, ‘het is ieder voor zich nu. Mensen maken geen oogcontact meer in Londen.’ Ook de commercialisering van zijn beertje schokte hem regelmatig, bijvoorbeeld het idee om een vuilnisemmer van Paddington te maken, met zijn hoofd als deksel.

Bond schreef in totaal tachtig boeken, maar hij wist zich nooit te ontworstelen aan zijn faam als bedenker van Paddington. Eind jaren tachtig publiceerde hij The Pleasures of Paris, een culinaire gids over de Franse hoofdstad waar hij een appartement had. Bond hield van de Fransen ‘die nog steeds de ouderwetse beleefdheid bezitten die wij verloren lijken te hebben’. Saillant detail: de Britten gaven de Fransen een exemplaar van Beertje Paddington cadeau bij de ondergrondse ontmoeting tijdens het graven van de Kanaaltunnel. De schrijver laat Susan Rogers, zijn tweede vrouw, en twee kinderen achter. Het beertje gaat mee zijn graf in.