Zo ging het ook in het echt. Op zondag 26 oktober moest in het Spaanse Jerez de la Frontera de beslissing vallen in het wereldkampioenschap van de Formule 1. Er waren twee kandidaten; Michael Schumacher en Jacques Villeneuve. In de achtenveertigste ronde haalde Villeneuve Schumacher in. Plotseling gooide Schumacher het stuur om en boorde hij zijn Ferrari in de flank van de Canadees. Schumacher zelf belandde in de grindbak en kon niet verder rijden. Villeneuve daarentegen was wel in staat de race uit te rijden en werd wereldkampioen.
SCHUMACHER, ‘Schumi’ voor zijn fans, is al sinds zijn jonge jaren een fenomeen in de autosport. Zoals vrijwel iedere coureur begon hij zijn raceloopbaan in een gemotoriseerde skelter, de zogenaamde kart. Omdat hij in deze sport alles won wat er te winnen viel, stapte hij op achttienjarige leeftijd over naar de Formule 3. Ook in deze discipline bleef zijn uitzonderlijke talent niet onopgemerkt. De Formule 1-bonzen Tom Walkinshaw en Eddy Jordan lieten hun kennersoog vallen op de talentvolle jongeling.
In augustus 1991 maakte hij als 22-jarige zijn debuut in de eliteklasse van de autosport. In een reservewagen van het Jordan-team zette hij de zevende tijd neer in de training. Zijn naam was gevestigd. Nog in datzelfde jaar lag er een vet contract bij Benetton voor hem klaar. De opvallend zelfverzekerde Duitser had in een recordtempo de stap naar de top gezet.
In de jaren na dit indrukwekkende debuut reeg Schumacher in het Benetton-team succes aan succes. Iedereen was het erover eens dat het niet lang zou duren voor hij wereldkampioen werd.
In 1994 is het zo ver. In de allesbeslissende laatste Grand Prix verovert hij de titel met slechts één punt voorsprong op zijn directe concurrent Damon Hill. Heel Duitsland viert feest. Schumachers woonplaats Kerpen verandert in een mediacircus. De internationale pers rukt en masse uit om de nieuwe held te bejubelen.
Helaas kleeft er een smet aan dit kampioenschap. In de race kwam Schumachers auto halverwege de koers stevig in aanraking met de wagen van Hill. Beiden moesten de wedstrijd staken. Maar omdat Hill geen officieel protest indiende en omdat eventuele opzet moeilijk te bewijzen viel, legde de internationale autosportbond FIA Schumacher geen straf op.
Ondanks het incident met Damon Hill stijgt de ster van Schumacher snel. In eigen land is de inmiddels naar Monaco verhuisde Schumacher ongekend populair. De ‘Schumacher-mania’ wordt gevoed door uitspraken van zijn manager Willi Weber, die in zijn protégé Mozart, Einstein en Goethe tegelijk ziet. Als Schumacher er dan in 1995 ook nog in slaagt - als jongste coureur ooit - zijn wereldtitel te prolongeren, is hij al bijna een legende.
BIJ ZIJN OVERSTAP in datzelfde jaar van Benetton naar Ferrari, waar hij bijna veertig miljoen gulden per jaar zal gaan verdienen, belooft hij de Italianen plechtig om de Ferrari, het ‘steigerende paard’ van de Formule 1, terug naar de top te brengen. Na zijn overwinning in de Italiaanse Grand Prix wordt de Duitser ook in Italië tot godheid uitgeroepen.
In zijn eigen team wordt Schumacher geprezen om zijn bovenmatige koelheid en zijn verbazingwekkende technische kennis. Maar het zijn niet alleen de supporters die hem aan het hart drukken. Zelfs door zijn collega’s wordt hij op een voetstuk geplaatst. Zo zegt oude rot in het vak Gerhard Berger: ‘Ik dacht dat Michael een goede coureur was, maar ik moet mijn mening herzien: hij is een van de grootsten. Hij is een waardig opvolger van Ayrton Senna.’ De Engelsman Martin Brundle meent dat hij ‘de snelste van ons allemaal’ is. En oud-coureur Niki Lauda - zelf een legende - noemt hem ‘het talent van de eeuw’.
Als hij 28 is, zijn er al twee biografieën over ‘der Meister’ verschenen. Ze blinken uit in kritiekloze adoratie. De tamelijk vervelende aaneenschakeling van wedstrijdverslagen wordt aangevuld met nietszeggende citaten. Foto’s van een altijd glimlachende Schumacher completeren het geheel. Er rijst een beeld uit op van een hypercorrecte coureur en een zeer aimabel collega. Als deze ‘ideale schoonzoon’ al ooit iemand heeft benadeeld tijdens zijn carrière, dan is dat vanzelfsprekend nooit zijn bedoeling geweest.
Verder geeft zijn hondstrouwe supportersclub elke drie maanden het Michael Schumacher Magazine uit. En zijn cd Fly, Schumi, Fly stijgt in een mum van tijd naar de eerste plaats op de Duitse hitlijsten. In de zomer van 1995 wordt zijn huwelijk met Corinna rechtstreeks op televisie uitgezonden. Aan Schumi’s succes lijkt geen einde te komen.
Ondanks zijn immense populariteit blijft de persoon Schumacher de grote onbekende. In de weinige interviews die hij geeft, houdt Schumacher de boot af. Op deze manier beschermt hij zich tegen de opdringerige Duitse pers. Om dezelfde reden is hij ook uit Duitsland vertrokken.
En niet iedereen loopt met hem weg. Sommigen, onder wie RTL4-commentator én vriend van vele coureurs Olav Mol, beweren dat de onbenaderbaarheid van Schumacher vooral voortkomt uit hoogmoed. Mol: ‘Hij loopt langs je heen als je hem iets wil vragen.’
DE SCHADUWKANT van Michael Schumachers rijstijl blijft ondertussen steeds maar weer de kop opsteken. Ook in het seizoen 1996-1997 gebeuren er onverkwikkelijke zaken.
De grootste concurrent van Schumacher is Jacques Villeneuve. Deze Canadees heeft evenmin een smetteloze reputatie. Op alle mogelijke manieren trachten de twee elkaar dwars te zitten. Om Villeneuve te hinderen roept Schumacher geregeld de hulp in van zijn broer Ralph, die bij een ander team rijdt. Maar ook Villeneuve laat zich niet onbetuigd. Tijdens de Grand Prix van Japan schiet hij vanuit de pitsstraat vlak voor Schumacher de baan op. Dat beiden er heelhuids van afkomen, mag een wonder heten.
De climax van het woelige seizoen speelt zich af op het circuit van Jerez. Schumacher lijkt de truc van 1994 te willen herhalen, kegelt zichzelf van de baan en verspeelt daarmee zijn kansen op onsterfelijkheid. Vooral in Italië is de droefenis groot. Zelfs premier Prodi geeft toe ‘zeer teleurgesteld’ te zijn dat Ferrari dit jaar wéér naast de titel grijpt.
Schumacher heeft de sof aan zichzelf te wijten, daarover is iedereen het eens in Jerez. Villeneuve beschuldigt Schumacher direct na afloop van boze opzet: ‘Ik was hem al voorbij, dus het was geen inschattingsfout.’ Anders dan in 1994 erkent Schumacher deze keer wél dat hij fout zat: ‘Ik heb de situatie inderdaad verkeerd ingeschat. Maar van opzet was geen sprake.’
Met deze bekentenis is hij niet uit de problemen. Niemand lijkt nog in zijn onschuld te geloven. Zelfs in het chauvinistische Italië wordt hij - na de eerste golf van teleurstelling - openlijk aan de schandpaal genageld. De Gazzetta dello Sport roept Villeneuve één dag na de race uit tot ‘ware kampioen’ en sommeert de Ferrari-leiding om Schumacher te ontslaan.
Tot overmaat van ramp zal de FIA deze keer wél een onderzoek instellen naar het rijgedrag van Schumacher. Op 11 november dient hij zich voor de tuchtcommissie te verantwoorden. De mythe rond Michael Schumacher brokkelt af.
Michael schumacher
‘MICHAEL SCHUMACHER doet het niet goed hier’, zegt een boekhandelaar op de autosportbeurs Speed & Design in Utrecht. ‘Hij is niet populair in Nederland.’ Bij de stand van Ferrari, het team waarvoor Schumacher rijdt, is van die impopulariteit weinig te merken. Vooral de racewagensimulator is in trek. Huisvaders en pubers mogen zich heel even Michael Schumacher wanen. De identificatie met het idool gaat ver: al snel komen de meeste fans hardhandig in aanraking met de wagen van hun concurrent.
www.groene.nl/1997/45