Opmerkelijk jong was Michail Gorbatsjov, de partijsecretaris van Stavropol die doorstootte naar de Kremlin-top, in 1978 als secretaris van het Centraal Comité voor Landbouw, in 1980 als lid van het Politburo. De andere leden van dit opperste bestuursorgaan van de Sovjet-Unie waren veel ouder – het land werd ook wel een ‘gerontocratie’ genoemd. De reden was dat bijna alle hogere regionen in het Kremlin de Stalin-tijd aan den lijve hadden ondervonden en ook het onstuimige optreden van Stalins opvolger Nikita Chroesjtsjov. Er was dringend behoefte aan meer job security. Dus toen in een paleisrevolutie tegen Chroesjtsjov in 1964 Leonid Brezjnev de leiding overnam in het Politburo, stonden bestuurlijke rust, continuïteit en collectieve besluitvorming voorop. Daarbij pasten geen politieke avonturen, afgezien van het consolideren van de machtspositie als supermacht, in Tsjechoslowakije en Afghanistan en in internationale verdragen als de Akte van Helsinki, die voor Moskou vooral de invloedssferen in Europa afbakende.

Maar er waren nadelen aan zo’n geharnaste stabiliteit: de inertie die het gevolg was van het willen bevriezen van alles wat zweemde naar creatieve energie onder de bevolking, zowel op economisch als op kunstzinnig en ander gebied. Of de volstrekt centralistisch georganiseerde economie waardoor – citaat van Gorbatsjov – in Stavropol geen bushokje kon worden neergezet zonder goedkeuring van een ministerie.

In dit nogal saaie land nam de officiële verheerlijking van Brezjnev steeds ridiculere vormen aan, ontbrak elk openbaar debat en werden dissidente stemmen met geweld gesmoord, terwijl de buitengrenzen zoveel mogelijk potdicht bleven. Dat dit geen recept was voor een florissante supermacht, de levensverwachting afnam en de economie zwaar gebukt ging onder de instandhouding van een binnenlands imperium en een cordon van blokstaten in Oost-Europa, ontging sommige heren van het Politburo geenszins.

Maar wat te doen? Uit archieven van het Politburo weten we dat met name het in 1983 overleden lid Joeri Andropov, tevens lang hoofd van de geheime dienst KGB, in de regionale partijsecretaris van Stavropol een betrouwbare en toch ondernemende jonge leider van de volgende generatie zag, die bovendien met ‘de mensen’ wist te spreken en niet was bezoedeld door corruptie. Gorbatsjov geloofde vurig in het sovjetmodel van het socialisme en putte, zeldzaam maar waar, inspiratie uit de werken van Lenin, stichter van de sovjetstaat. Andropov en andere leden van het Politburo leerden de sympathieke provinciale partijsecretaris persoonlijk kennen, omdat in ‘zijn’ provincie het plaatsje Mineralnije Vodi lag, waar zij hun oude botten regelmatig aan de geneeskrachtige bronnen toevertrouwden.

Het effect van glasnost bleef achterwege

Gorbatsjov was geen liberaal of democraat naar westerse snit. Zijn mentaliteit was gevormd in de vroege jaren vijftig, toen hij, een jongen van eenvoudige komaf, aan de Moskouse Staatsuniversiteit rechten studeerde, waar hij ook zijn geliefde Raisa Maksimovna leerde kennen. Als eerzame sovjetburgers geloofden zij oprecht dat na Stalin de socialistische idealen alsnog verwezenlijkt zouden worden. Hun wereld was de wereld van Chroesjtsjovs ‘geheime rede’ over Stalin in 1956, het Wereld Jeugdcongres van 1957 en de gedichten van jonge, non-conformistische dichters als Jevtoesjenko, Okoedjava en Achmadoelina. Dat onder Brezjnev de deksel weer op het stalinistische verleden ging en artistieke en andere meningsuiting werd gesmoord in ideologische eisen was Michail en Raisa aan het hart gegaan. Vandaar dat een van Gorbatsjovs eerste initiatieven na zijn aantreden als partijleider in 1985 glasnost was: meer openheid over de geschiedenis en meer vrijheid van drukpers en meningsuiting. Ook kwamen politieke gevangenen vrij en konden bannelingen als Sacharov weer aan het maatschappelijk leven deelnemen.

Maar ja, de jaren vijftig waren lang voorbij. Het beoogde effect van glasnost, dat iedereen zich met hernieuwd enthousiasme voor de socialistische staat zou inzetten, bleef achterwege. Urenlang zag men Gorbatsjov op de sovjet-tv in gesprek met arbeiders die zijn gesprekken beantwoordden met glazig staren. Evenmin succesvol waren de aanzetten tot economische hervorming – inconsequent en te voorzichtig. Inmiddels ontstond er binnen het omvangrijke bureaucratische apparaat steeds meer weerstand tegen hem, soms op hoog niveau, bij de Baltische republieken of de Russische partijleider Boris Jeltsin die de nationalistische kaart speelden tegen de centrale staat.

In een poging de Unie te behoeden voor desintegratie nam Gorbatsjov zijn toevlucht tot gewapend geweld in de recalcitrante republiekshoofdsteden Vilnius en Tbilisi. Hij omringde zich met meer behoudend ingestelde topfunctionarissen. Dat laatste bleek een vergissing toen diezelfden in 1991 een coup tegen hem organiseerden. De staatsgreep mislukte, maar wat Gorbatsjov en de coupplegers hadden willen verhinderen gebeurde alsnog: de desintegratie werd een feit.

In het Westen was minder aandacht voor de paradoxen in Gorbatsjovs optreden. Daar gold hij als de man die de Koude Oorlog beëindigde en de wapenwedloop beteugelde. Decennialang hadden sovjetleiders de indruk gewekt van in een heel eigen wereld levende dinosaurussen. Dat er nu namens het Kremlin plotseling een redelijk en aardig iemand opdook, was een aangename verrassing. Toen Gorbatsjov in 1991 door toedoen van Jeltsin zonder veel plichtplegingen werd afgezet, ging hij gewoon, als verliezer van de politieke strijd, zonder verzet of vertoon van bitterheid. Hij ging als een fatsoenlijk man in een land waar politiek fatsoen historisch erg zeldzaam is. Het Rusland van nu zou een herhaling van dit wonder goed kunnen gebruiken.