Dit nu is volstrekt onjuist. Nooit tevoren had het Nederlandse amusementsbedrijf zo'n bloei gekend als juist in de periode ‘40-'45. Begrijpelijk, want vooral in die donkere dagen was de behoefte aan ontspanning groter dan ooit.
De bewering dat veel van 'dit soort amusement’ uit nazi-propaganda bestond is klinkklare nonsens. Afgezien van een deel van het bioscoopjournaal was er op dit gebied van Duitse invloed nauwelijks sprake. Wie het een halve eeuw na dato anders voorstelt, maakt zich schuldig aan hineininterpretieren.
Den Haag, DICK HARRIS
Rubriek
Milo anstadt
In het gesprek met Milo Anstadt in De Groene van 23 oktober over de bezettingstijd gaat het onder andere over het bezoek aan bioscopen, theaters en concertzalen in die periode. Ik citeer: ‘Veel Nederlanders meden dit soort amusement als de pest, omdat veel ervan uit nazi-propaganda bestond’.
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1996/44
www.groene.nl/1996/44