Vanaf 1 mei krijgen de 110.000 vluchtelingen uit Oekraïne in Roemenië beduidend minder financiële steun voor huisvesting en voeding en worden ze verplicht te werken en hun kinderen naar Roemeense scholen te sturen. ‘We willen dat deze vluchtelingen in ons land onafhankelijk worden’, zegt Mădălina Turza, humanitair coördinator in het kabinet van de Roemeense premier en het boegbeeld van de vluchtelingenopvang. ‘Sinds het begin van het conflict hebben we een van de grootste accommodatie- en maaltijdprogramma’s aangeboden aan de vluchtelingen uit Oekraïne, en we zijn een van de laatste, zo niet het laatste land dat nog steeds vluchtelingen onderdak biedt via huurbetaling op de vrije markt.’

Turza heeft het over het zogeheten 50/20-subsidieprogramma. Huiseigenaren ontvingen vijftig ron (tien euro) per dag voor iedere vluchteling en twintig ron (vier euro) voor maaltijden. ‘We snijden niet in deze huisvestingssteun, we hebben het over een heroverweging ervan, in die zin dat er nog steeds realistische bedragen worden geboden om de kosten van fatsoenlijke huur te dekken, maar dit steunpakket hangt samen met een reeks voorwaarden.’

De Oekraïense vluchtelingen moeten nu aantonen dat ze zich blijvend inspannen om een baan te vinden en vervolgens dat ze werk hebben. Ook moeten ze hun kinderen inschrijven in een vorm van onderwijs uit het Roemeense onderwijssysteem. In ruil daarvoor krijgen gezinnen nog maar 2000 ron (400 euro) huursubsidie per maand; alleenstaanden 750 ron (150 euro).

Niet alleen Oekraïense vluchtelingen moeten nu aan de slag, ook van hun Roemeense gastgevers wordt meer verwacht. Tot op heden zijn het voornamelijk internationale organisaties als de VN-vluchtelingenorganisatie unhcr, de Wereldgezondheidsorganisatie, het Rode Kruis en lokale ngo’s die de opvang en integratie van Oekraïners hebben georganiseerd. De overheid coördineerde de opvang en subsidieerde huisvesting, met financiële steun uit Brussel. Integratie van Oekraïners op de arbeidsmarkt en in het onderwijs zal extra inspanningen vergen van scholen en onderwijspersoneel.

Volgens data van unhcr en de regering had in april in Roemenië veertig procent van de Oekraïense vluchtelingen betaald werk en gingen er ongeveer vierduizend kinderen naar school.