
Nederland besteedt de aanvraag voor een toeristenvisum steeds vaker uit aan andere Europese Schengenlanden. Voor toerisme of familiebezoek moeten bijvoorbeeld Nigerianen hun aanvraag indienen bij de Franse ambassade aldaar. Bij afwijzing dienen ze vervolgens in Frankrijk volgens Franse procedures en met een Franse advocaat in beroep te gaan.
Het Tweede Kamerlid Frans Timmermans stelde daarover in oktober 2012 Kamervragen aan toenmalig minister Rosenthal. “Deelt u de mening dat dit naast een praktische en bureaucratische belemmering, een enorme juridische belemmering vormt om tegen een afwijzing te procederen” en “Hoe verhoudt zich dat tot artikel 6 van de EVRM, dat bepaalt dat mensen recht hebben op een eerlijk proces?’
Maar minister Timmermans antwoordde de Ombudsman in december 2013. “De bezuinigingen op het postennet (…) leiden er toe dat Nederland steeds vaker een beroep doet op de bereidwilligheid van Schengenpartners om de visumverlening over te nemen.’ Met als gevolg dat een eventueel beroep in het Frans tegen Frankrijk gevoerd moet worden.
Deze week ging Timmermans in een brief aan de ombudsman nader op de kwestie in. Hij erkent dat er ‘verschillen zijn in de nationale beroepsprocedures bij visumzaken’. Om vervolgens te stellen: ‘Ik concludeer dat ik als minister daarin geen verandering kan aanbrengen.”
De Ombudsman is teleurgesteld over het antwoord van minister Timmermans. ‘In het antwoord van toenmalig minister Rosenthal op de vragen van Kamerlid Timmermans werd nota bene uitdrukkelijk op de mogelijkheid gewezen om een visumaanvraag in te dienen bij een naburige Nederlandse post. Waarom het dan niet mogelijk is een visumaanvraag in te dienen bij een Nederlandse post, als die in het betrokken land wél aanwezig is, begrijp ik niet.’
Meer:
De Groene Amsterdammer, ‘Knielen, bidden, smeken voor een visum’, 19 maart 2014
De praktijk in Marokko en Suriname
Argos (VPRO), ´Welkom in Nederland´, zaterdag 15 maart terug te luisteren op www.vpro.nl/argos
Beeld: Martijn van der Griendt