
De zware mishandeling van dramatherapeut en transgender Hansje Brinker aan het slot van deel 1, De onrendabelen (2014), brengt ons in een ziekenhuiskamer. Hansje ligt in coma en is stervende. Uit de wereldwijde turbulenties die ontstonden in een hotelkamer in Dubai (dat was immers de complexe plotlijn van deel 2, Fresh Young Gods, 2015), horen we nu in De lankmoedigen echo’s via een tv-scherm. Rond Hansje verzamelen zich de lankmoedigen, de toegevenden, de verdraagzamen. Ze doen een poging om serene rust te creëren, uit piëteit met de zwaargewonde. Maar ze worden opgejaagd door de stress van buiten, de angst voor rellen, vermoedens van betrokkenheid van Erdogan, en veel gedoe van politieke paniekzaaiers en hun assistenten.
Joeri Vos bindt de schoven vol halmen uit de werkelijkheid bekwaam bij elkaar. Maar hij kan de magerte van zijn stof er niet mee verbloemen. Het stuk wil graag satire zijn, maar dat krijgen we niet. Daarvoor herhaalt hij zichzelf te vaak, hij zwaait met dialecten en karikaturen en met het type Koefnoen-parodie waarvan er veertien in een dozijn passen. Maar, toegegeven, hij blijft ook een prettig lepe schrijver. Zeker als hij op papier een goudader aanboort die hij als regisseur samen met een topspeler kan incasseren. Die topspeler heet hier bijvoorbeeld Ilke Paddenburg. Zij maakt van Anne-Lorre van Leeuwen, een numero uno communicatiehysterica, een juweel van een personage. Zoals ook Chiem Vreeken dat doet met de figuur van de aandoenlijke buurtregisseur die een bloemetje komt brengen, omdat hij niks anders weet.
De lange avond (tweeënhalf uur zonder pauze) komt pas ruim over de helft tot een paar scherpzinnige rustpunten. Bijvoorbeeld in een scène tussen verpleger Robert (Roland Haufe) en de inderhaast toegestormde solidaire transgender Xenevieve (Jacobien Elffers). De inhoud verklappen we hier niet. Het is vooral de anekdote, de redenering die me raakt. Die scène is een kleine vertelling over hoe een kunstwerk een aardschok teweeg kan brengen. Hier een gevonden voorwerp uit de kunstgeschiedenis, gepresenteerd als zoete wraak voor jaren transseksuele pijn in de onderbroek.
In de slotscène tussen verpleger Robert en de in eeuwige rust haar rommel opruimende Hansje Brinker (Noël S. Keulen) betaalt veel van ons geduldig kijken zich ruimschoots uit. Die slotscène is eigenlijk ook weer een existentiële redenering, zonder gemoraliseer, geen preek, niet cynisch ook. Hij voert ons terug naar de angstige chaos in het eerste deel van dit drieluik, De onrendabelen. Nu, drie delen verder, zijn we ontwapend door gerijpte inzichten over het gestuntel van de sterfelijke mens. De kernzin van die slotscène is een troostende gedachte: ‘We moeten de mislukkingen en de vergissingen vieren en koesteren, want een van hen zal ervoor zorgen dat we blijven bestaan.’
De lankmoedigen speelt t/m 17 december overal in het land; toneelgroepoostpool.nl
Beeld: Van links naar rechts: Ilke Paddenburg, Chiem Vreeken en Noël S. Keulen in De lankmoedigen (Sanne Peper)