Tien prachtige documentaires had KRO-chef Ton Verlind (aan tafel in B&W) gezien die zonder De grootste Nederlander niet gemaakt of slecht bekeken zouden zijn. Ik had het hem graag nagezegd als ik niet onder zowel «prachtig» als «documentaire» iets geheel anders zou verstaan. Ach, er zaten aardige verkiezingsspotjes bij, en het is altijd leuk een lens van Van Leeuwenhoek of een goal van Cruijff te (her)zien, maar wat aardig tijdverdrijf voor maker en kijker had kunnen zijn, met licht-educatieve trekjes, (de Duitse variant was zelfs interessant en de slotdebatten daar overtroffen verre Nieuw Hilversums Peil) werd een gênante vertoning plus affaire met dito uitslag. Zelfs de postume Willem-van-Oranje-zege, die de notaris niet onder ogen kreeg, moet gevolg zijn van desperaat strategisch stemmen door menigeen die nooit mee had willen doen. Maar op onbedoelde manier was het project zeer leerzaam. In diezelfde B&W sprak Leefbaar Rotterdams Sörensen er zijn teleurstelling over uit dat Piet Hein de eindstrijd niet had gehaald: dat was pas een echte concurrent voor Pim. Deze voorkeur niet van een dronken voetbalsupporter maar van een geschiedenisleraar je kind zal er les van krijgen. Helemaal door de mand Yoeri Albrecht. Zijn eigen bekering tot Pim na diens dood is al een wonder dat pleit voor diens zaligverklaring. Zijn hagiogra fi sche «prachtdocumentaire» in het kader van de wedstrijd een serieus journalist onwaardig. Maar de kleinheid waarmee hij inhoudelijke kritiek van Pels en Kuitenbrouwer herleidt tot jaloezie en midlifecrisis maakt hem tot misselijk mannetje. Tot troost: nummer 125 van de groslijst komt vanaf 9 december bij de NPS op Radio 4 aan bod: Jan Pieterszoon Sweelinck. Al diens wereldlijke vocale werk door het onvolprezen Gesualdo Consort onder de grandioze bas Harry van der Kamp!
Toch gloorde hoop in donkere dagen dankzij Net 1s ingelaste Nationaal kabinet motie van wantrouwen uit eigen levensbeschouwelijke hoek voor Balkenende en vrienden. «Veel gepraat over wat er mis is in Nederland, maar nu is het tijd voor oplossingen», tetterde Philip Freriks vooraf en dan houdt een mens zijn hart al vast. Gelukkig kwamen er geen radicale oplossingen, maar helaas wel «veel gepraat». Na de eerste wijdlopige bijdrage zonder enig nieuw gezichtspunt van schaduwminister Hoekstra lag de zaak al nagenoeg plat. Uit het volk kwam wat te verwachten was: Rotterdammers die vonden dat het gepraat weer niet over hen ging en kwam van lui die zelf de ellende (=migranten) op hun geweten hadden; en Turkse Udenaren die juist hún problemen totaal niet serieus genomen vonden; uit Amsterdam een «Jonge Fortuyniste» die zich afvroeg wanneer het es over autochtonen zou gaan en een Antilliaanse die het haar nazei maar autochtoon door allochtoon verving. Toen zette ik de tv uit maar het bleef nog lang onrustig in mijn hoofd.