Er is gebeurd wat vorige maand in Kandahar werd voorspeld. De Taliban zouden wachten met het lenteoffensief tot ná de papaveroogst en het afvoeren van de opium. Dat oogstseizoen is voorbij. De aanvallen zijn inderdaad weer in alle hevigheid toegenomen. Er zijn dit jaar al negenhonderd Afghanen en 53 buitenlandse militairen gedood in de gevechten en er vonden 21 zelfmoordaanslagen plaats. En het zomeroffensief moet nog komen.

In dit aanstormende geweld slaat de twijfel in Nederland toe. Was het wel goed om te beslissen naar Uruzgan te gaan? Maar daarvoor is het te laat. In Uruzgan zijn de kampementen in opbouw en er bevinden zich ook al honderden militairen. In augustus arriveert de hoofdmacht. Wat ons te wachten staat, is inmiddels duidelijk. Nederlandse commando’s die het gebied verkennen, zijn al twee keer in gevecht geweest. De laatste keer hadden ze zelfs luchtsteun nodig.

Eind vorig jaar stelde De Groene Amsterdammer dat de Uruzgan-missie geen parlementaire steun verdiende. Minister Kamp van Defensie had schijnbaar weinig doordacht troepen toegezegd. Er volgden hoorzittingen in de Tweede Kamer met militairen, deskundigen en politici uit Uruzgan. Daarna stemde een overtuigende kamermeerderheid vóór de missie, inclusief de pvda. Regering en parlement hebben daarmee de zwaarst denkbare politieke verantwoordelijkheid op zich genomen: die over dood en leven, van Nederlanders en Afghanen.

De vraag vóór of tegen is niet meer relevant. Belangrijker zijn nu de kansen én de gevaren van de missie zelf. Er staat veel op het spel.

Nederland zal in Zuid-Afghanistan onder Navo-vlag opereren naast Britse en Canadese troepen. Deze Navo-missie is wellicht de laatste kans om het failliet van de Afghaanse wederopbouw af te wenden. De dodelijke rellen in Kaboel hebben duidelijk gemaakt dat de Amerikaanse aanpak in Afghanistan net zo faalt als die in Irak. Eerder die week bombardeerden Amerikaanse gevechtsvliegtuigen een dorp, waarbij tientallen burgers omkwamen. Het was voor de Afghanen het zoveelste bewijs dat de Amerikanen zich niet bekommeren om de bevolking. De democratie bracht hun geen beter leven, van de miljarden hulpdollars zien ze weinig terug.

De Britse generaal David Richards, die het operationele bevel voert over de Navo-eenheden, heeft te kennen gegeven een andere aanpak voor te staan. «We kunnen niet doorgaan de bevolking van ons te vervreemden», zei hij. Na een gesprek met president Hamid Karzai vertelde minister Bot van Buitenlandse Zaken in Kaboel aan De Groene Amsterdammer dat Karzai Nederland op het hart drukte de huiszoekingen, door Amerikanen ingevoerd en ervaren als een grove vernedering, anders ter hand te nemen, als het de bevolking van Uruzgan voor zich wilde winnen.

Ook de Amerikaanse bestrijding van de papaverteelt wordt door generaal Richards verworpen. Terecht vreest hij daarmee de bevolking in de armen van de Taliban te drijven. Bestrijding heeft pas zin als de arme boeren niet in één klap al hun bestaanszekerheid kwijt zijn.

Hier liggen kansen voor een begripvollere Europese aanpak. Echter, één Amerikaans bombardement waarbij burgerslachtoffers vallen, kan al het vertrouwen teniet doen. Generaal Richards heeft op papier de bevoegdheid Amerikaanse acties in Navo-provincies te verbieden, maar zijn baas is nog altijd de Amerikaanse Navo-generaal James Jones. Hij is de opvolger van Wesley Clark, de Amerikaanse opperbevelhebber van de Navo, van wie bekend is dat hij in 1999 tijdens de bombardementen op Joegoslavië zijn Navo-pet verving door een Amerikaanse als hij doelen wilde bombarderen die door sommige Navo-landen zouden worden afgewezen omdat er burgerslachtoffers konden vallen.

Het is de opdracht van de Nederlandse militairen om de bewoners veiligheid te bieden, zodat wederopbouw kan plaatsvinden. Dat er hard gevochten zal moeten worden om Uruzgan veiliger te maken, staat buiten kijf, en is door de politiek nooit ontkend. De inmiddels zeer ervaren Nederlandse krijgsmacht is ervoor toegerust. De troepen nemen mortieren, houwitsers en zwaar geschut voor de pantserwagens mee. Nederlandse F16’s en Apache-gevechtshelikopers bieden luchtsteun. De Nederlanders kunnen hun eigen minioorlog voeren in Uruzgan.

Het gaat er echter om hoe er gevochten zal worden. In de noordelijke provincie Baghlan zijn Nederlandse mariniers gelegerd. Zij reageren beheerst op aanvallen, en hebben mede daardoor een goede verstandhouding met de bevolking. In Uruzgan zal pas echt blijken hoe gedisciplineerd Nederlandse militairen zijn. Hoe reageert een soldaat van nog geen twintig jaar als naast hem zijn buddy wordt geveld?

Een andere onberekenbare factor bevindt zich in Den Haag. Minister Kamp doet het goed op tv dankzij zijn zelfverzekerde voorkomen, maar zijn optreden in militaire aangelegenheden is tot nog toe weinig prijzenswaard. Als Srebrenica iets geleerd heeft, is het wel dat de moraal bij militaire missies een politieke zaak is. De minister van Defensie zou die moeten bewaken. Maar juist op dat terrein laat de minister steken vallen. Door tussenkomst van Nederlandse commando’s in Kandahar kwamen zeker zeven Afghanen terecht in de gevangenis op de militaire basis Bagram, waar eerder twee gevangenen door Amerikaanse bewaarders werden doodgemarteld. Volgens internationaal recht is Nederland verantwoordelijk voor het lot van de gevangenen die het maakt, ook nadat die zijn overgedragen aan Afghanen of Amerikanen. Kamp hield het verontwaardigde parlement voor dat de Afghanen in de strikte zin des woords niet waren overgedragen. Een woordspelletje met het risico van marteling. Eind april zei de minister dat Nederland samen met Canada een vleugel van de gevangenis in Kandahar «zou organiseren» en bewaarders opleiden. Bij een bezoek aan die gevangenis door De Groene Amsterdammer bleek de gevangenisdirecteur van niets te weten. In cellen van zes vierkante meter huisden drie gevangenen; volgens de mensenrechtencommissie aihrc wordt er gemarteld.

Ook Kamps opmerking dat de Nederlandse troepen kunnen worden teruggetrokken als zij hun werk niet kunnen doen, was niet verstandig. Eerder weigerde hij krampachtig elk commentaar op de missie van de commando’s in Kandahar, om de troepen niet in gevaar te brengen. Via internet en de vele Afghanen in Nederland komt informatie makkelijk in verkeerde handen. Hinten op het terugtrekken van de troepen kan de Taliban sterken in hun strijd. De huidige aanvallen in Uruzgan zijn volgens militaire analisten immers bedoeld om de vastberadenheid van de Nederlanders te testen. Missie geslaagd, minister mislukt. Het is geen ondenkbare uitkomst van onze eigen minioorlog in Afghanistan.