Het materiaal zelf is best goed, maar ik moet zeggen dat het ook verbazend gangbaar is. De foto’s van China hebben allemaal dezelfde iets te lichte, wat onwerkelijke sfeer – alsof daar altijd een vreemd soort lichtgrijze zon schijnt – en de onderwerpen kende ik ook al. Het lijkt een beetje of hedendaagse fotoseries over China altijd dezelfde dingen tonen: een Groot Gebouw met Chinese Karakters erop, half afgebouwd, veel te schone plantsoentjes in kantorenwijken, anonieme blokken hoogbouw, bizar uitgedoste pubers in een stadsparkje en altijd een schaapachtig kijkend persoon in valse merkkleding of Europese voetbaldracht (met ‘Rooney’ op de rug). Die zie je hier allemaal ook. In die heerlijke nieuwe wereld komen de twee tot een paar grappige inzichten. Zeer goed vond ik Tokyo Tokyo, foto’s van een wandeling door Tokyo waarbij beide fotografen tegelijk een foto van dezelfde passant maken. Dat geeft een frisse gewaarwording van ‘twee blikken tegelijk’, waardoor er onmiddellijk leven in de brouwerij komt en er iets van een verhaaltje begint.
In China merken zij op dat mensen lege plastic flesjes oprapen, en het daagt bij de fotografen dat dat te maken heeft met het grondstoffentekort, de kloof tussen arm en rijk, de groei van megasteden. Ze ensceneren vervolgens nog twee dozijn van zulke foto’s, Empty Bottles, door zelf lege flesjes op straat te zetten. De samenstellers noemen dat ‘conceptuele documentaire’. Je zou het ook ‘modern toerisme’ kunnen noemen, het resultaat van een niet al te diepgaand engagement met een andere wereld + fototoestel, wat leidt tot een rangschikking naderhand, zoals iemand zijn vakantiefoto’s op Flickr zet. Zo revolutionair is dat allemaal niet. Iedereen fotografeert tegenwoordig het informele, het malle billboard, de raar geparkeerde fiets, de man slapend op een toonbank, half-afgescheurde kleurige affiches. Het verraadt niet werkelijk een ‘sociale interesse in de wereld om hen heen’, zoals de tentoonstelling beweert.
Dat ongemak wordt aangewakkerd door het werk van Jan Hoek, Me My Models, dat in de bovenzaal te zien is. Ook daar worden foto’s en dia’s op een ongewone manier getoond (tegen de muur geplakt, met viltstiftbijschriften), ook daar wordt een blik op het ongewone gewone geboden: geesteszieke daklozen in Ethiopië; een Afrikaans meisje zonder armen en benen; een Nederlandse heroïneverslaafde die denkt dat ze model zou kunnen zijn. Het is een verschrikkelijk schouwspel. De afgebeelden zijn elke schaamte voorbij. Het is de mensheid op z’n armst en lelijkst. In een voice-over vertelt Hoek echter hoe hij zijn modellen zonder afkeer of schroom benaderde, en tot een uitwisseling kwam, zonder ironie. Het was er, hij keek, drukte af. Je vraagt je af hoe hij aan die mensen kwam. Het antwoord lijkt eenvoudig: door niet weg te kijken, niet toe te geven aan modieuze esthetiek. Precies dat lijken WassinkLundgren wel te doen.
One Group Show van WassinkLundgren, t/m 17 maart 2013, Me My Models van Jan Hoek t/m 20 maart 2013.
Foam Amsterdam, www.foam.org