Paul Blanca (NL 1958-2021), Moeder en zoon, Amsterdam, 2013 © Paul Blanca

Menig pasgeborene krijgt al enkele seconden na het verlaten van het geboortekanaal de cameralens op zich gericht. Soms bijna obsessief fotograferend leggen de trotse ouders elke grimas, elk stapje en hapje van hun kind vast en delen die met familieleden en vrienden. Ze delen ze ook – hoe gênant is dit soms – met grote groepen onbekenden via sociale media. Tot de rollen omdraaien, de kinderen volwassen zijn en zij op hun beurt de blik en de lens op hun ouders richten. In een poging om de tijd stop te zetten, creëren ze visuele herinneringen aan de tijd die ze (nog) samen delen. Als de kinderen fotograaf/kunstenaar zijn, levert dit vaak prachtige beelden op: intiem, ontroerend en veelal herkenbaar. Of juist confronterende beelden die op subtiele of directe manier verwijzen naar een getroebleerde relatie. Want laten we wel wezen, niet elke ouder-kindrelatie is even warm of verdient het betwistbare label ‘normaal’. Conservator Wim van Sinderen koos voor het thema van ouders voor zijn laatste tentoonstelling in dienst van het Fotomuseum Den Haag, waar hij ruim twintig jaar werkte. Een passend onderwerp, want veel van de foto’s van ouders in de tentoonstelling gaan over afscheid nemen en over het verglijden van tijd.

Pippilotta Yerna, Moeder en dochter, Pietà, She is the canary in the coalmine of a dying empire, 2020 © Pippilotta Yerna

Het zwart-wit zelfportret van de verleden jaar overleden fotograaf Paul Blanca met zijn moeder laat zien hoe de rol tussen ouder en kind met het verstrijken van de tijd verandert in een omgekeerde afhankelijkheid tussen beiden. De foto in Ouders staat in schril contrast tot de vaak agressieve en provocerende zelfportretten die de fotograaf gedurende zijn carrière ook maakte, en waarvan enkelen in de benedenzaal van het Fotomuseum getoond worden in een hommage aan de overleden fotograaf. In Ouders zien we een naakte Blanca op de rug, dezelfde rug waarin hij in 1985 de afbeelding van een huilende Mickey Mouse tot bloedens toe in zijn huid kerfde. In de foto Mother and Son (2014) draagt Blanca zijn eveneens naakte moeder in de armen. Haar fragiele lichaam gaat grotendeels schuil achter het zijne, haar breekbare armen om zijn nek geslagen, haar benen omlaag bungelend. Het is een tedere houding die getuigt van volledige overgave en onderling vertrouwen. In een omgekeerde afhankelijke positie tussen moeder en zoon verbeeldt hij de geborgenheid tussen beiden, hij brengt het gevoel over gedragen te worden als een baby in moeders armen. Nu ligt zijn moeder – vlak voor haar overlijden – in de zijne. De foto verwijst naar het thema van de piëta, de christelijke afbeeldingen waarin de overleden Jezus Christus in de schoot van zijn moeder Maria ligt nadat hij van het kruis is gehaald.

Paul Kooiker (Nederland, 1964), Hielen, 1994 © Collectie Barends en Pijnappel, Antwerpen
Het verstrijken van de tijd is zichtbaar, maar sommige dingen in de foto’s blijven hetzelfde

Pippilotta Yerna, een van de jongere deelnemende kunstenaars in Ouders refereert heel expliciet aan dit thema van de piëta. Het is zelfs de titel van haar centraal in de tentoonstelling hangende zelfportret met moeder uit 2020. Het beeld komt uit haar afstudeerproject She Is the Canary in the Coalmine of a Dying Empire. In deze serie doet Yerna verschillende pogingen om controle te krijgen over het onvermijdelijke moment van de dood van haar moeder. De fotografe ensceneert verschillende mogelijke levenseindes; ze wenst haar moeder, uit liefde, de best mogelijke dood. In Ouders zien we haar versie van het beroemde piëta-beeld van Michelangelo. Yerna zelf is de maagd Maria. Het levenloze lichaam van haar moeder is over haar schoot gedrapeerd, verwijzend naar de lichaamshouding van Jezus na de kruisafname. De spijkerbroek van ‘Maria’, de doorschijnend oranje panty van de moeder en de witte plastic stoel maken het decor van de bekende rouwscène opmerkelijk hedendaags. Ondanks de zwaarte van de piëta-verbeelding is het beeld hierdoor prettig toegankelijk.

De kleurige foto doorbreekt de soms wat melancholische focus op vergankelijkheid in Ouders. Het verstrijken van de tijd, tot het onvermijdelijke laatste afscheid en de confrontatie met de dood, is het onderwerp van veel van de werken in de tentoonstelling. Misschien komt dit mede door de wat ruimere vertegenwoordiging van kunstenaars en fotografen, en daarmee ook van ouders op leeftijd. Een aantal van de kunstenaars portretteerden hun ouders in een foto waarin de dood zich aankondigt of zelfs al is ingetreden. Een terugkerend beeld is dat van het naakte lichaam van vader en/of moeder, met duidelijke sporen van het leven. De rimpels in het gelaat, de huid minder strak dan voorheen gespannen over de breekbaar ogende beenderen. Ze worden met een liefdevolle blik gefotografeerd.

melanie bonajo (Nederland, 1978), Z.t., ca. 2001 © Collectie Kunstmuseum Den Haag

Soms kan een sober beeld genoeg zijn om een beeld van ouders op te roepen met een subtiele gevoeligheid. Dat kan kunstenaar Paul Kooiker. Hij fotografeert zijn vader en moeder geheel in lijn met zijn andere werk, waarin hij door de inname van een ongebruikelijk standpunt en kadrering het kijken naar alledaagse objecten tot een vervreemdende ervaring maakt. Hier portretteert Kooiker zijn ouders van zeer nabij. Van moeder Kooiker zien we slechts haar hielen, in witte sandalen met lage hak onder een eveneens witte broek. Het eelt op haar hielen is uitgedroogd, je ziet de kloofjes in de verharde huid. Bij vader Kooiker is ingezoomd op zijn kin, de foto toont slechts de onderzijde van zijn gezicht en nek waarvan de huid enigszins over de boord van zijn gestreepte overhemd met stropdas hangt. Ondanks dat Kooiker zijn ouders onherkenbaar fotografeerde, geven de portretten toch het gevoel dat je ze een beetje leert kennen. Ze zijn anoniem maar toch ook heel persoonlijk.

Gelukkig is in de tentoonstelling ook plek voor wat lichtvoetigheid en in enkele gevallen zelfs humor, waarbij de ouders zelf worden ingezet om een rol te spelen in de totstandkoming van de foto. Zo fotografeerde melanie bonajo hun vader Ger, ten tijde van de opname een jaar of vijftig oud, in een indrukwekkende hoofdstand en slechts gekleed in een blauwe zwembroek. De yoga pose levert hem een akelig rood aangelopen hoofd op. Bonajo is niet de enige kunstenaars die een van de ouders actief inzet, eerder zagen we al Pippilotta Yerna en haar moeder. Jesper Boot gaat in zijn serie Power (2019–heden) nog een stap verder. Hij ensceneert verhalen die gaan over politiek en macht, waarvoor hij complete tvstudio’s en andere decors van de arena van de politiek macht na bouwt. We herkennen die situaties en locaties omdat we ze dagelijks voorgeschoteld krijgen in de media. Daardoor associëren we de personen in die situaties met macht. De door Boot geportretteerden blijken zijn eigen ouders te zijn, die als volleerde acteurs transformeren in politici en andere machthebbers.

Jesper Boot (NL, 1996), Power, 2019 – heden © Jesper Boot

De serie Leaving and Waving van de Amerikaanse fotografe Deanna Dikeman die de tentoonstelling Ouders afsluit, hoort weer meer thuis in het dominante thema van de vergankelijkheid van het leven. Dikeman maakte een ritueel van het moment van gedag zeggen na visite aan haar ouders. Bijna dertig jaar lang richtte ze na afloop van elk bezoek vanuit haar auto de cameralens op haar ouders. Alsof ze een kiekje nam voor het familiealbum. Ze nam de foto telkens op bijna identieke wijze. Het echtpaar Dikeman staat op de oprit voor de garage van het ouderlijk huis in Iowa. Ze zwaaien ten afscheid naar de auto waar hun dochter achter het stuur zit. Naast haar, op de passagiersstoel, zit kleinzoon Dikeman, gezeten in een kinderzitje. We zien hem in de beelden opgroeien. En terwijl hij volwassen wordt, zien we zijn grootouders ouder worden. In de vroege foto’s uit begin jaren negentig staan ze nog fier te zwaaien, rechtop met de armen liefdevol om elkaar geslagen. Langzaam maar zeker zie je hun lichamen brozer worden, de omarming wordt een ondersteuning. Het verstrijken van de tijd is zichtbaar, maar sommige dingen in de foto’s blijven hetzelfde. De liefdevolle blik van de ouders naar hun kind, en de onmiskenbare liefde voor elkaar. Je ziet het in de elkaar zoekende handen, in de ogen waarin afwisselend trots, warmte, maar ook steeds meer zorgen en verdriet te zien is. Vader Dikeman moet zich vaker laten ondersteunen: door zijn vrouw, door een stok, of door de auto van Deanna. We zijn getuige van zijn langzame achteruitgang, totdat hij in 2009 letterlijk uit beeld verdwijnt.

Deanna Dikeman (Verenigde Staten, 1954), Leaving and Waving, 1991-2017 © Courtesy Haw Contemporary, Kansas City Missouri

De serie is een mooi slot van een tentoonstelling die geladen is van emoties. Ouders, ze staat aan het begin van het leven, en blijven, gewild of ongewild, een constante factor. Ze kunnen je ontroeren of irriteren, ze knuffelen je dood of geven je te weinig aandacht. Er is liefde en woede, nabijheid of verwijdering. Wim van Sinderen maakte er een mooie, klassieke, soms een tikje melancholische tentoonstelling van waarin iedereen iets van herkenning vindt. Het verhaal is net als veel van de tentoongestelde werken bijna autobiografisch. Van Sinderen koos voor oude bekenden met wie hij een geschiedenis deelt, en voor een enkele nieuweling met wie hij verwantschap voelt. Hij nam zelfs een foto van eigen hand in de tentoonstelling op en maakte deze tot de bescheiden opening van de tentoonstelling. Op vijftienjarige leeftijd nam hij de foto tijdens een familievakantie in Tirol. Zijn moeder noemde het een mal kiekje. Dat deed ze vast uit trots.

Ouders is tot 13 november te zien in het Fotomuseum Den Haag