Ook het circusleven gaat niet over rozen. Dat lijkt de onderliggende boodschap van de documentaire Toda una vida («Een heel leven») van Jacqueline van Vugt (regie) en Gregor Meerman (camera) over het rondreizende familiecircus El Rey Gitano in Guatemala — al wordt er nóg zo hartstochtelijk gezongen over mooie jonge meisjes die «als rozen in de knop» zijn. Want het circus bestaan is hard, vooral in een familie waarvan de leden elkaar voortdurend in de haren lijken te zitten. En waarbij die meisjes het nog het zwaarst te verduren hebben.

De onderneming wordt met strakke hand geleid door de weduwe López, die in het begin van de film een schrijnend verhaal doet over haar 33-jarige huwelijk. Nu pas, zes jaar na de dood van haar man, durft ze te vertellen hoe ze voortdurend bont en blauw werd geslagen, tot het bloed haar soms uit de ogen liep. Ze zegt het met zo’n verontschuldigend lachje, van iemand die geleerd heeft te berusten. «Zo is het leven.»

Haar oudste zoon lijkt het gewelddadige en drankzuchtige karakter van zijn vader te hebben geërfd. We zien hem herhaaldelijk ruzie maken met zijn broers, en tegen het eind, voorzien van een vers blauw oog, laat hij zelfs vrouw en kinderen achter om buiten het circus een nieuw leven te beginnen. Maar omdat hij tóch niet zonder het circus kan, en bovendien geen idee heeft waarvan hij dan zou moeten bestaan, keert hij weer spoedig terug in het familienest.

Wat vooral lijkt te steken, is dat de over een groot zakentalent beschikkende moeder aan haar vijf zoons hetzelfde salaris uitkeert, ongeacht de hoeveelheid verrichte arbeid of het al dan niet gehuwd zijn. Zoiets zet makkelijk kwaad bloed, vooral wanneer de jongste twee, door één van de oudsten indertijd nog van schone luiers voorzien, de touwtjes stevig in handen lijken te hebben. Toch kunnen ze kennelijk óók niet buiten elkaar.

Hoezeer de geest van de vader nog over de familie hangt, blijkt al meteen in het eerste shot. In het licht van een fraai ondergaande zon bezoekt de moeder met haar vijf zonen het graf van de grondlegger van het circus. Op de soundtrack klinkt melancholiek het lied Toda una vida, gezongen door een oude man die zichzelf zachtjes op de gitaar begeleidt. De eerste tonen van het lied zullen gedurende de hele film, als een telkens terugkerend referein, de onontkoombare gebeurtenissen vergezellen. «Een heel leven blijf ik bij jou.» Nadat de bloemen op het graf zijn gelegd, vertelt de oudste zoon hoezeer hij terugverlangt naar de tijd toen zijn vader er nog was. Samen hadden ze de leiding, en als zijn vader er niet meer zou zijn, dan werd het circus van hém. Treurig voegt hij eraan toe: «Daar is niets van terechtgekomen.» Waarom dat zo is, kun je vermoeden wanneer de moeder weer aan het woord is. «Ze kunnen niet met geld omgaan», zegt ze. «Ze zijn altijd blut.» En ze vervolgt: «Ik ben bang dat geen van de vijf de ander als baas verdraagt. Wat ze niet lijken te snappen is dat het circus straks van hén is; ik heb óók het eeuwige leven niet.» Na een vechtpartij tussen twee van de broers zegt één van beiden: «Misschien moeten we ’ns wat minder drinken.»

De rivaliteit tussen de broers leidt soms tot onbedoeld komische situaties. Als er een plek is gevonden om de tenten op te slaan, moeten de circuswagens óók een plaats hebben. Wie waar komt te staan, blijkt sterk afhankelijk van de rangorde die de broers innemen. Maar onbetwist komt Moeder de mooiste plek toe. Omdat de plaatselijke autoriteiten het circus nogal eens naar de periferie hebben verwezen, leidt dat bij één van de broers tot de uitroep: «Ma moet niet bij het afval staan!»

Toda una vida is, los van alle familievetes, een echte circusfilm. De tijgers in hun kooien, de olifant die kunstjes op een krukje doet, de acrobaten die aan de trapeze hangen: het zit er allemaal in. Komt dat zien! De film is in november op het Idfa in première gegaan en draait vanaf volgende week.