De samenleving is kwetsbaar. Zonder ordehandhaver gaat de homo economicus – of de calculerende burger – niet louter vredelievend en met respect voor het eigen belang van de ander zijn tegenslag te lijf, maar slaat hij aan het plunderen en schiet hij zelfs, in zijn nieuwe vrijheid, op het laatste overgebleven groepje overheidsdienaren.

Anders dan in Azië na de tsunami gaven de landelijke autoriteiten in Amerika dagenlang geen kik. Michael Brown, verantwoordelijk voor noodtoestanden, verklaarde afgelopen donderdag zelfs dat hij nog niet had gehoord van de duizenden hulpzoekenden in het Conventie Centrum van New Orleans tot CNN hem er die dag van op de hoogte bracht. Inmiddels zijn vierhonderdduizend huizen verwoest, zijn wellicht duizenden achtergebleven inwoners van New Orleans overleden, is dertig procent van de politieagenten gedeserteerd of om andere redenen niet komen opdagen, zijn de telefoonlijnen van verschillende ziekenhuizen door plun deraars doorgesneden (vooral drugsverslaafden kwamen gewapenderhand hun snoepgoed in klinieken opeisen) en hebben enkele agenten zelfmoord gepleegd.

De vergelijking met terrorisme, met Afghanistan of Irak, geeft wellicht blijk van intellectueel plunderen, toch maken de Amerikanen bij voortduring voor de camera’s van de grote netwerken die vergelijking. Kort voordat hij het gebied in ging met de grootste troepenmacht die Amerika heeft ingezet sinds de burgeroorlog op eigen grond, verklaarde een national guardsman zelfs: «Dit wordt moeilijker dan Irak, want nu moet ik op landgenoten schieten.» En op een snelweg in de stad riep een Fox-nieuwsreporter in zijn microfoon: «In Afghanistan of zo’n land zou allang een of ander grenzenloos artsenteam op zijn komen dagen, maar hier gebeurt helemaal niets!» Dat is niet alleen overdreven, het toont de complete en moedwillige onwetendheid van wat er in een land als Afghanistan gebeurt.

De enige vergelijking die wél hout snijdt, wordt in Amerika vooralsnog niet in de grote dagbladen of op de toonaangevende televisiekanalen gemaakt. Namelijk die met de mens die na de plotselinge ineenstorting van het erkende gezag in no time geweld en chaos weet te creëren in het najagen van zijn welbegrepen eigenbelang.

Ook de vergelijking met de tsunami durven de grote netwerken niet aan, misschien omdat het leidt tot te veel zelfreflectie. Pijnlijk genoeg toonde die invasie van water in Azië slechts het geweld van de natuur, nauwelijks de menselijke barbaarsheid. Voor dat laatste moet je in New Orleans zijn. Het moet gezegd: in weerwil van de toeristenfolders was New Orleans altijd al ruig, crimineel en arm. Meer dan een kwart van de inwoners leefde onder de armoedegrens (die ligt op een jaarinkomen van negen duizend dollar). Arm zijn in een rijk land maakt reikhalzend. Terwijl ze het water zagen stijgen, wisten de achtergelaten armen van New Orleans als geen ander wat er op de schappen van de verlaten winkels lag te blinken.

De gruwelijke beelden van de uitgeputte overlevenden die bijeenhokten in het plaatselijke sportstadion tonen wie de achterblijvers in New Orleans waren. Het zijn de achterblijvers van de Amerikaanse samenleving: de «Amerikanen van kleur», of Afro-Amerikanen, om de politiek correcte term te gebruiken. De beelden tonen 98 procent zwarten, terwijl zij 68 procent van de stadsbevolking uitmaakten. De voormalige politicus Jesse Jackson vond dat het stadion er uitzag «als het ruim van een slavenschip». Gevraagd of racisme een rol speelde, zei deze leider van de zwarte gemeenschap: «Wij Amerikanen hebben een enorme tolerantie voor zwart lijden. Dus ja, racisme speelt een rol. Voor zwarten hoeft de wereld niet in een dag op zijn kop te worden gezet.»

Daarom duurde het een flink aantal dagen voordat legertroepen de stad binnentrokken. Voor Fox News, het meest bekeken nieuws kanaal, was het alsof de cavalerie eraan kwam, met klaroenstoten en al, juist voordat de indianen gingen schieten. Maar de indianen hadden al geschoten. En ze hadden ook jaren de tijd gehad om aan te leggen: de plaatselijke autoriteiten vroegen immers al meer dan een decennium om extra geld voor de enorme achterstand in het onderhoud van het kwetsbare afwateringssysteem. Dat geld kwam er niet, omdat de overheid zich aan het terugtrekken was, om «mensen hun eigen verantwoordelijkheid te geven», zoals ook de premier in Nederland dat noemt. Terwijl het showbizznieuws en de ontelbare sportzenders eindeloos sterren en sporters uit de regio interviewden, herinnerde Fox eraan dat ook Bill Clinton geen geld wilde uitgeven aan het versterken van de waterkering in New Orleans. «Om Bush hier de schuld van te geven slaat gewoon nergens op!» verklaarde de toonaangevende presentator Bill O’Reilly.

Minder mensen luisterden naar de zwarte burgemeester Ray Nagin, door O’Reilly als «de grote verantwoordelijke» aangewezen. Hij vertelde een verslaggever over suïcide bij de brandweer kort nadat hij zelf enigszins tot rust was gekomen. Eerder had hij via de radio geconstateerd: «Na 11 september gaven we Washington alle macht. Nu blijkt dat ze daar niets zinnigs mee doen. Maar dan ook echt helemaal niets.»

Sommige lessen zijn te hard om te leren. De Republikeinse senator Trent Lott gaf, na het bericht over doodgeschoten agenten en vlak voor het beeld van een dode vrouw achtergelaten in een hoek van het sportstadion, zelfs hoog op van de burgers die elkaar vrijwillig hielpen, «zonder de financiële steun van de overheid!» Ideologie verblindt. En de ideologen zijn in Amerika aan de macht. Geloofsartikel 1? Overal waar de overheid zich terugtrekt, neemt de burger zijn verantwoordelijkheid. De ambassadeur van Sri Lanka heeft inmiddels de hulp van zijn regering toegezegd. Hoe arm het eiland ook is, de overheid is zich daar nog niet aan het terugtrekken.