Het is opmerkelijk én een beetje provocerend dat de Operadagen Rotterdam plaatsvonden precies een week voor het Holland Festival, dat onder zijn nieuwe artistiek directeur Pierre Audi ook het zwaartepunt bij opera legt. Het Rotterdamse festival is dus te zien als een schot voor de Amsterdamse boeg. Waar het Holland Festival opende met From the House of the Dead, de Chereau/Boulez-productie uit Wenen, gevolgd door Wagner Dream (import uit Luxemburg) en Dr. Atomic (import uit San Francisco), daar boden de Operadagen Rotterdam als opening Rossini’s Tancredi, concertant uitgevoerd door de geniale René Jacobs met het Orchestre des Champs-Élysées en een spectaculaire Bernarda Fink in de titelrol. Verder La Didone van de Wooster Group New York (‘barokopera meets sciencefiction’), Orfeo & Euridice voor kinderen, Carmen van Opera Zuid, en tussen nog veel meer de nieuwe Boris Godoenov van de Nationale Reisopera, in een enscenering van Robert Lehmeier.
Operafans zouden Lehmeier kunnen kennen vanwege zijn internationaal gewaardeerde productie Angela: Eine Nationaloper (over Angela Merkel) en zijn geheel door mannen bezette uitvoering van Mozarts Cosi fan tutt(i), een soort homosoap. Het was te verwachten dat zijn Boris, hier in de oerversie van 1869, er zeer contemporain uitzag, met blinkende computerinterieurs, flatscreens, videoprojecties, ‘transparante’ wanden waardoorheen het koor weggemorft werd, enzovoort. Overigens: geen homoscènes. Wat dat allemaal met Boris Godoenov te maken had? Niks. Lehmeier maakt uit Moessorgski’s scènes over het leven van een tsaar een beklemmende voorstelling over de Russische geschiedenis, maar hij toont die geschiedenis zelf niet. In plaats daarvan biedt zijn enscenering een visueel commentaar dat laat zien hoe een modern, verarmd volk in lichtblauwe thermojacks door een stel mannen in donkere pakken rondgecommandeerd wordt, en hoe dat volk met ‘religieus’ spektakel voorgespiegeld krijgt dat alles ‘van God’ komt. En dus ziet Boris (de opvallend jonge, licht van timbre, maar machtig zingende Almas Svilpa) eruit als Jezus-met-dreadlocks, in witte lendendoek, gewikkeld in een rood-gouden ikonenmantel. Hij is een reliek, waar de machtigen op de achtergrond mee spelen, en als hij voor dat spel geen waarde meer heeft (in de sterfscène aan het slot), dan wordt de volgende ‘van God gezonden’ kandidaat (de pretendent Grigori – Marcel Reijans) voor het volk in die mantel gehesen.
Dat deze opzet niet op de zenuwen werkte kwam doordat het visuele commentaar de geschiedenis nergens in de weg zat: de enscenering liep parallel met de muziek. Natuurlijk kreeg de muzikale interpretatie daardoor veel gewicht; die was in handen van de jonge Russische dirigent Vasily Petrenko. Hij wierp zich met gloeiende ijver op de rotsige klankwereld van Moessorgski en liet het Gelders Orkest de partituur ziedend (en zeer indrukwekkend) spelen, en ook het koor van de Reisopera, aangevuld met het Stadsjongenskoor Oldenzaal, stortte zich met opvallend enthousiasme op de muziek. Misschien was het goed geweest wat scherpere contrasten in de sfeer (en rustpunten) tussen de verschillende scènes aan te brengen, maar de hartstocht van de dirigent was van begin tot eind voelbaar – en dat maakte de uitvoering tot een triomf. Daar hadden de zangers ook een aandeel in. De Reisopera presenteerde geen ‘sappige’ Russische bassen, met stemmen donker als de nacht, maar jongere bas-baritons; behalve Almas Svilpa bijvoorbeeld de lenig zingende Harry Peeters als Pimen. Visueel aantrekkelijk, maar qua stem een beetje te weinig ‘gevaarlijk’, was de intrigant Prins Sjoeiski (Mark Tevis) die het hele verhaal aanstuurt, in een donker pak dat sterke associaties met The Matrix wekte (wat per slot ook een heils- en verlossingsverhaal is).
Het is verheugend dat deze productie van de Reisopera door Radio 4 werd uitgezonden, een luxe die eigenlijk alleen De Nederlandse Opera toevalt, met daarop volgende cd-uitgaven. Net als tussen het Holland Festival en de Operadagen Rotterdam pakt ook hier – Reisopera versus dno – de concurrentie goed uit. Concurrentie kweekt prestatie. Het valt te hopen dat deze muzikaal zo hartstochtelijke opvoering gauw op cd verschijnt, want de ruwheid en wildheid van Moessorgski’s oerversie komt in Petrenko’s interpretatie uitstekend naar voren.
Nationale Reisopera, Boris Godoenov, tournee tot en met 17 juni