En wat Tony Blairs woordvoerder Alistair Campbell ooit al over de Britse regering zei – ‘We don’t do God’ – geldt ook voor Brussel: de Europese Unie houdt kerk en staat gescheiden. Een subsidieaanvraag waarin van moskeeën zou worden gerept, was vrijwel zeker kansloos. Dus kwam het woord ‘moskee’ in het hele document niet voor.

Bij de vraag over de toekomstige gebruikers werd ingevuld: ‘(allochtone) jongeren, allochtone vrouwen en werklozen’. De hoofdgebruikers in spe, te weten Turkse en Marokkaanse moskeegangers, bleven onvermeld. De architecte, Marlies Rohmer, noemde het gebouw het Moskeeverzamelgebouw. Zo staat het ook nog steeds op haar website. Schitterend eigenlijk, want in Europa is een gebouw dat meerdere moskeeën telt een unicum. Maar het betreffende stadsdeel, Amsterdam-Oost, wilde niet dat in Brussel allerlei alarmbellen zouden gaan rinkelen en koos voor een fletse, neutrale naam: de Verbinding. In de aanvraag werd het pand bestempeld als ‘multifunctioneel-multicultureel centrum’. Op alles moest worden gelet, want een ongeluk kan in een klein hoekje zitten. Zelfs HECON, het ingeschakelde bouwbedrijf, werd herhaaldelijk tijdens bouwvergaderingen op het hart gedrukt om bij publiciteit rond het gebouw geen melding te maken van ‘een Turks of Marokkaans gebedshuis’ (zie scan, punt 25.14.1).

In een recent jaarrapport claimt OLAF dat de gemiddelde tijd voor een onderzoek is teruggebracht naar twee jaar. Dus het zou kunnen zijn dat we hier statistisch van doen hebben met een toevallige uitschieter. Toch is dat raar. Want het onderhavige onderzoek lijkt juist uiterst simpel. Maximaal een paar maanden, zou je denken. De ‘verdachten’ hebben zich niet verstopt op een onherbergzame Albanese hoogvlakte. Nee, ze lopen rond in Amsterdam, vanuit Brussel 110 minuten met de Thalys. Exhibit ‘A’, het Moskeeverzamelgebouw, staat trots en onwrikbaar aan het Joubertplein. En ook dossieronderzoek kan het knelpunt niet zijn: de archieven van de Nederlandse overheid plegen prima op orde te zijn. Er speelt dus wellicht iets anders: politiek ongemak. En in zo’n situatie is traineren vaak een goede tactiek.

Een goede bron, die het Brusselse circuit door en door kent, vertelde me dat Amsterdam via het ministerie van Binnenlandse Zaken (dat de Nederlandse aanvragen voor de Brusselse subsidiepot in kwestie coördineert) stilletjes aan OLAF heeft gevraagd om de zaak te laten rusten. Binnen OLAF was, volgens die zegsman, op dat verzoek ‘onthutst’ gereageerd. Zoiets was werkelijk nog nooit voorgekomen. Een beetje traineren, oké. Maar zo’n zaak in de doofpot stoppen, dat zou natuurlijk wel heel erg heftig zijn.