Opnieuw is een internationale commissie met een rapport over het vraagstuk van de veranderingen in het klimaat en de opwarming van de aarde gekomen. Deze keer het Intergovernmental Panel on Climate Change van de Verenigde Naties. De conclusies zijn onveranderd alarmerend.

Door de tientallen jaren van laksheid van onze politieke leiders is voor de mensheid een kritieke fase aangebroken. De uitstoot van schadelijke gassen voltrekt zich in een hoger tempo dan ooit. Het blijft technisch mogelijk de schade tot een aanvaardbaar niveau te beperken, maar dat kan alleen als we met de uiterste inspanning de komende vijftien jaar de uitstoot onder internationale controle brengen.

In zekere zin is het oud nieuws. Na de verloren Jom Kipoer-oorlog tegen Israël besloten de Arabische olieproducerende staten in 1973 tot een boycot van het Westen. Een jaar tevoren was het rapport van de Club van Rome, Grenzen aan de groei, verschenen. De strekking blijft actueel. In het kort: als de industriële wereld zich in hetzelfde tempo blijft ontwikkelen en daarbij de rest van de internationale gemeenschap tot voorbeeld dient, gaat de beschaving ten onder.

De oliecrisis leidde toen tot een schaarste aan brandstof, een maximumsnelheid en de autoloze zondag. Premier Den Uyl zei: ‘Het wordt nooit meer zoals het geweest is.’ Socialistenhaters, die je toen ook had, plakten een stickertje op hun auto. ‘Ik rij honderd als Den Uyl opdondert.’

Volgens ecologen komt de wereld­catastrofe steeds dichterbij

De herinneringen aan die tijd zijn vervaagd, hebben geen politieke invloed meer. Maar de boodschap van de Club van Rome is niet volstrekt vergeten. De westelijke wereld is op een aantal manieren zuiniger met energie geworden. Beperking van het gebruik van fossiele brandstoffen, isolering van huizen, de vorderende techniek en verbreiding van wind- en zonne-energie, elektrische auto’s, om maar een paar besparingen te noemen. Maar telkens weer blijkt dat dit alles lang niet voldoende is. In Chinese steden wordt de bevolking regelmatig door smog bedreigd en in Parijs was het onlangs ook zo ver. De oceanen vervuilen, vissoorten sterven uit, oerwouden worden gekapt. Sinds het rapport van de Club van Rome is de internationale gemeenschap wel dieper van de gevaren bewust geraakt en worden er regelmatig correcties ten uitvoer gebracht. Maar volgens ecologische deskundigen zijn het druppels op een gloeiende plaat en komt de wereldcatastrofe steeds dichterbij.

Er zijn twee oorzaken. Ten eerste hebben de klimaatbeschermers hun fanatieke tegenstanders, van wie veel in de conservatieve tot ultrarechtse hoek. Daar vinden ze dat die activisten tot de geitenwollensokkendragers horen. Opwarming van de aarde is een soort bijgeloof. Dan komen ze met argumenten ontleend aan de geschiedenis. Vroeger heeft de aarde ook perioden van uitzonderlijke warmte gekend. En er zijn meer diersoorten uitgestorven terwijl over het klimaat niets uitzonderlijks te melden viel. Het kan zijn dat er iets aan het klimaat mankeert, maar dat wordt door links uit eigenbelang gepolitiseerd.

De tweede oorzaak is het consumentisme, het mengsel van een ongeschreven ideologie en een levenshouding waardoor de oude ideologieën langzaam zijn verdrongen. Het consumentisme leert dat iedereen in beginsel recht heeft op alles. En dat zal iedereen weten. In alle media en vooral op de televisie wordt ons de boodschap van het consumentisme van uur tot uur het hele jaar door aan het verstand gebracht. De propaganda van de nazi’s en het communisme vallen erbij in het niet. Koop! Koop alles wat je hart begeert. Kleding, reizen, gezondheid, auto’s, er is praktisch niets begerenswaardigs dat niet te koop is.

Er is een tijd geweest, eind vorige eeuw, waarin de ‘nieuwe economie’ de ‘eeuwige groei’ beloofde, een toekomst waarin alle wensen in vervulling zouden gaan. Daarna is onze grote crisis begonnen en die is nog niet afgelopen. De propaganda van het consumentisme is onverminderd doorgegaan; de vervulling is zwaar aangetast. Dat is de voornaamste oorzaak van de rancune die nu zo’n grote rol in de politiek speelt. Afgezien daarvan: consumentisme en zorg voor het milieu, zeker op termijn, berusten op tegengestelde filosofieën.

Natuurlijk wordt ook de milieudefensie door de actuele politiek beïnvloed. Thomas Friedman, columnist van The New York Times, ziet een lichtpuntje in de crisis om Oekraïne. Er is een risico dat Poetin de uitvoer van het Russische gas zal verbieden. Daardoor zal ook een groot deel van West-Europa worden getroffen. Een nieuwe energiecrisis, vergelijkbaar met die van 1973. ‘Go ahead, Vladimir, make my day’, schrijft Friedman. In de Volkskrant vertaald als ‘Nou, Vladimir, kom maar op.’ Die nieuwe schaarste zou een heel andere samenleving treffen dan die van veertig jaar geleden. De economische crisis en het consumentisme hebben ons zwakker gemaakt en de oude politieke samenhang is verdwenen. Vladimir, neem de proef op de som.