Liefhebbers van het eerste uur hebben het er moeilijk mee. Kolderieke belevenissen van meesterkluns Mr. Bean zijn in een paar maanden tijd van exclusieve miniatuurtjes verworden tot herhalingsoefeningen voor een breedbeeldpubliek. De eenzame neuroot uit Londen die kort geleden nog in extase raakte als hij een huis-aan-huis-blad op zijn deurmat vond, maakt thans triomftochten door de hoofdsteden op het continent. overal waar hij komt, zakt hij weg in het tapijt van de duurste hotels. Camera’s, microfoons en opdringerige journalisten zijn nooit ver weg.
Zijn ereronde voerde hem onlangs ook naar Amsterdam, alwaar hij verbleef in het poepchique Amstel Hotel. De contactgestoorde mislukkeling van weleer haalde zelfs het journaal. Tijdens een handtekeningensessie werd hij lastig gevallen door een van de Pauline Broekema’s van de NOS. Gevraagd naar zijn indrukken van Nederland, antwoordde Bean met zijn pad-achtige stemgeluid: ‘Aaaaaahhhhhhhmmmmm.. very flat.’ Als een ware arrive werd hij tevens voor een interview gestrikt door Avenue, een blad dat iemands woorden slechts afdrukt als tout Amsterdam aan zijn of haar voeten iigt. Dat Bean zijn roestende Austin Mini definitief is ontgroeid, bleek uit de bijgaande Avenue-aanbieding: ‘Mr. Bean compleet voor de kerst: f 139,95. Vier hilairische video’s plus het onbetaalbare dagboek van Mr. Bean. Cadeaupapier eromheen en u bent klaar voor de kerstboom. Alle reden dus om op zoek te gaan naar de duistere jaren die aan het kerstcadeautje van 1993 vooraf gingen.
Een jaar geleden woonde Bean (1954) nog op een huurkamertje in de Noordlondense wijk Highbury. Zijn domicilie besloeg drie bij vier meter, schraal gemeubileerd met een eenpersoonsbed en een keukenstoel. In plaats van onderhandelen over de royalties van zijn nieuwe video, was hij gepreoccupeerd met zaken als: Hoe laat zet ik de wekker? Zal ik mijn baard laten staan? En: Hoe pest ik mijn buurman?
Buurman Martin Davis woont nog altijd in huize Daffodils, 12 Arbor Road, London N10, naast de oude kamer van Bean. over de gespannen relatie met zijn voormalige huisgenoot zei Davis: 'Wat ik met die man allemaal heb meegemaakt! Ongelofelijk. Hij haalde het bloed Onder mijn nagels vandaan.’ Met de creativiteit van een nooit opgegroeide puber zette Bean een ware terreurcampagne op. Hij begon subtiel met het ontvreemden van melkflessen voor de deur van Davis. Na een beleefd briefje van Davis (‘Kunt u enig licht werpen op deze vreemde zaak?’) werd Beans campagne grimmiger. Hij strooide kopspijkertjes voor Davis’ deur en fabriceerde uit tweedehands materiaal een automatisch uitschuivende bokshandschoen, die Davis op een ochtend vol op de kin raakte toen hij zijn deur opentrok. Davis is, ondanks de kaakbreuk, nog steeds vol bewondering: ‘Het was een heel ingenieus apparaat. Daar moet hij weken mee bezig zijn geweest.’
Na deze lichamelijke dreun schakelde Bean over op psychologische oorlogsvoering. Hij ontketende op de ongelukkigste momenten het lawaai van een Siberische ketelfabriek. Davis doorstond menig doorwaakte nacht alvorens hij zijn kwelgeest durfde aan te spreken. De kakofonie hield op, doch een week later sloeg Bean opnieuw toe: Davis raakte buiten bewustzijn wegens ondraaglijke stank en kwam pas bij in een zuurstoftent van het St. Thomas-ziekenhuis. Davis: ‘Er bleek een groot vat paardemest voor mijn deur te hebben gestaan! Via een pompsysteem en een slangetje door de brievenbus transporteerde Bean de strontgeur richting buurman. 'Hij is een miskend genie: roemt slachtoffer Davis het duivelse brein Bean. Als hij een topfunctie op het ministerie van Defensie zou bekleden, had Groot-Brittannie nooit Polaris-raketten van Amerika hoeven kopen. Die had Bean in een weekje in elkaar geknutseld’
Bean als miskend genie. Het komt misschien wat vreemd over als je zijn duiktechniek in het zwembad, zijn onnavolgbare manier van aan- en uitkleden en zijn moeizame pogingen een brief te posten onder de loep neemt. Maar van Einstein is bekend dat hij geen thee kon zetten zonder de ketel te laten smelten, oppenheimer verscheen regelmatig op vergaderingen van het atoombomproject met zijn vingers hopeloos verstrengeld in zijn stropdas en Werner von Braun is meermalen naar het ziekenhuis afgevoerd nadat hij bij het scheren per ongeluk zijn halsslagader meenam.
In het geval Bean zijn er reeds vroege indicaties van uitzonderlijke begaafdheid. Zo noteerde zijn leraar scheikunde op de Chadwell School for Boys in 1971 in zijn rapport: ‘Hij is erg creatief. Klas 5b mag zich in de handen knijpen dat ze deze jaargang overleefd hebben.’ Zijn natuurkundeleraar in hetzelfde rapport: ‘Zoals u weet is een jongen die meewerkte aan zijn leugendetectorexperiment overleden, maar zijn examenresultaten zijn uitstekend.’ Zijn wiskundeleraar noemde hem onder andere ‘slordig, lui, hoogst irritant en egocentrisch’. Maar: ‘Zijn walgelijkste eigenschap is dat hij heel heel briljant is. ’
Dat zijn exacte kwaliteiten allesbehalve gelijk opgingen met zijn praktische kwaliteiten, kwam op de Chadwell School for Boys evenzeer aan de oppervlakte. Zijn aardrijkskundeleraar: Toch nog een goed resultaat. Zeker als je bedenkt dat hij dit trimester slechts twee keer in geslaagd is de klas te vinden. ‘ En zijn lerares biologie: Hij heeft echt geen idee, maar hopelijk zal hij zich nooit voortplanten.
De gepensioneerde rector S. love, die nog op steenworp afstand woont van wat thans de Chadwell School for Boys and Girls heet, beschouwt zijn gewezen pupil als welkome Curiositeit in zijn verder nogal grijze onderwijsloopbaan: 'In mijn tweeenvijftigjarige carriere heb in de verste verte geen vergelijkbaar geval als Bean meegemaakt. Briljant op de vierkante millimeter, maar totaal mongoloide in de grote wereld.’ Ook Beans moeder staat hem nog helder voor de geest. Ze sloeg geen ouderavond over en was een trouwe leverancier van puntgave borduurwerkjes voor jubilerende leraren en stafleden. Love: ‘Het arme mens leefde met de kleine Bean bij haar ouders. Als 19-jarig poetsmeisje van de aartsbisschop van Canterbury werd ze ontslagen wegens een buitenechtelijke zwangerschap. De vader is nooit gevonden. Heel tragisch. Maar ze ontving iedere maand een postwissel uit Canterbury. Een christelijk gebaar van de bisschop, zal ik maar zeggen.’
Na de middelbare school leek niets een maatschappelijke klimpartij van het genie Bean in de weg te staan. Met uitstekende resultaten in de beta-vakken stroomde hij door naar een medicijnenstudie in Oxford. Medestudent en thans praktizerend gynaecoloog F. B. Onsworthy maakte de teloorgang van Bean van nabij mee: ‘Hij had een merkwaardige afkeer van het naakte lichaam. Hij begon stiekem alle afbeeldingen van blote lichaamsdelen uit de medische standaardwerken te knippen.’ Toen Bean bij nacht en ontij in de bibliotheek werd gesnapt, kreeg hij een maand corvee en en tien karwatsslagen aan de broek. Het hielp niets
De climax volgde bij een snijssessie in het mortuarium. Onsworthy: ‘Bean durfde niet naar de naakte lijken te kijken. Een grote handicap als je met een lancet in iemands buikholte bezig bent. Professor Vincent zag het en wilde hem enige aanwijzingen geven.'Hoewel Vincents wijsvinger door een team van collega-chirurgen kon worden gered, werd Bean verwijderd van oxford.
Het uitgerangeerde wonderkind keerde terug naar Londen. Via een Job Centre kwam hij aan de slag als leerling-programmeur bij British Rail. Manager automatisering Dennis O'Keene over de bijdrage van Bean: 'Het was de bedoeling dat hij onze dienstregeling in East-Sussex zou gaan stroomlijnen. Ik zag ’m dag en nacht achter de PC zitten, dus ik dacht: dat gaat wel goed.’ Nadat de klachtenlijn in East-Sussex overuren begon te draaien, nam O'Keene voor het eerst de moeite over de schouder van Bean mee te kijken. O'Keene, nog altijd verbijsterd: ‘Hij bleek al drie weken voortdurend Pacman te spelen. Er volgde ontslag op staande voet, maar tot zijn voordeel moet ik opmerken dat zijn eindscore nooit is geevenaard.
’ Na het ontslag vult Bean zijn dagen jarenlang met bezoekjes aan het park, de kruidenier, de bibliotheek en Clapham Cemetery, alwaar hij regelmatig het graf van zijn moeder bezoekt (tweeentwintig grafstenen rechtdoor en negen linksaf). Het zijn de duistere jaren waarin Bean zijn gestoorde gedragspatroon dat later zijn succes wordt, perfectioneert. Als filmer Rowan Atkinson begin jaren negentig een geslaagte serie documentaires over zijn dagelijks leven maakt, is zijn kostje gekocht. Bean is onlangs naar een villa in Wimbledon verhuisd. Achter een geelektrificeerde omheinig smeed hij thans plannen voor nog meer video’s en een heuse avondvullende speelfilm. Zijn voormalige hospita Mrs. Wicket, onder wiens dak hij jaren sliep, zal er niet voor naar de bioscoop gaan. ‘De echte Mr. Bean hoort in huize Daffodils. Niet in een villa in Wimbledon.’