
Wat je wel ziet? Dat al die stenen als puzzelstukken in elkaar passen. Dat mensen ooit, eindeloos geduldig, eindeloos zorgvuldig, hebben staan stapelen. Meter na meter na meter.
Dat de stenen op sommige plekken donkerder zijn en op andere plekken lichter. Is het hun herkomst? Werden ze op verschillende plekken gevonden of uitgehakt? Is het dat ze door de jaren heen niet in dezelfde mate zijn blootgesteld aan de elementen? Of is het, bijvoorbeeld daar linksonder, simpelweg modder die tijdens een flinke regenbui is opgespat?
Dat het grote rotsblok op de grond en de rechthoekige steen die een stuk uit de muur steekt samen een kleine trap vormen naar de uitgespaarde doorgang in de muur.
Dat het veld dat achter de muur vaag zichtbaar is schuin afloopt, erg schuin zelfs. Dat boven het veld elektriciteitsdraden door de mist hun weg zoeken naar de volgende paal.
Dat het pad is platgetreden en dat er van sommige planten niets anders over is dan wat gebroken stengels. Dat er daar rechts een bos takken over een hoop stenen lijkt te zijn gedrapeerd.
Wat je niet ziet maar op de een of andere manier toch uit het beeld spreekt? De wandelaars die staan te wachten totdat de mensen voor hen de muur zijn gepasseerd? De mensen die op een zonnigere dag hier een pauze inlassen en op de muur klimmen om te genieten van het uitzicht en misschien ook van wat kleffe witte boterhammen met komkommer en cream cheese?
Sam Contis richtte haar camera, zo lijkt het, niet op het landschap zelf maar op de paden die de mens erin uitgesleten heeft. Niet alleen letterlijk op de olifantenpaadjes die tot aan de horizon door de velden lopen, maar vooral ook op de doorgangetjes en de overstapjes die zijn neergelegd, uitgehakt of in elkaar getimmerd om het de mens makkelijker te maken hekken en muren en andere afbakeningen van privaat bezit te bedwingen. Overpass heet het nieuwste boek van de Amerikaanse fotografe en zo fel groen als de kaft is, zo stemmig zwart-wit zijn de foto’s binnenin. Het zijn stuk voor stuk staande beelden, portretten waaruit de mens is verdwenen.




Ik weet niet waar in Engeland Contis de foto’s precies maakte, maar kort nadat ik het boek in handen kreeg las ik over een conflict dat al jaren speelde in het natuurgebied Dartmoor en dat begin dit jaar door een rechter werd beslecht. In mijn hoofd raakten Contis’ foto’s van de sporen die de rondzwervende mens had achtergelaten in het landschap onlosmakelijk met die plek verbonden.
Alexander Darwall, de eigenaar van een klein landgoed op Dartmoor, had een zaak aangespannen omdat hij vond dat mensen er niet zonder zijn toestemming zouden moeten kunnen wildkamperen. Dartmoor gold tot dat moment als de laatste plek in het land waar het veronderstelde right to roam onomstreden was. Darwall, een man die zich als investeerder liet voorstaan op zijn gewetenloosheid en ooit in een interview liet optekenen dat hij grote moeite had met zijn collega’s die zich lieten leiden door andere zaken dan het naakte financiële belang van hun klanten, werd bestempeld tot ‘the most loathed man in the country’. Maar de rechter stelde de steenrijke landeigenaar in het gelijk.
Al die muurtjes en al die hekken op Contis’ foto’s lijken alleen maar te benadrukken wat nu onvoorstelbaar is: dit land was ooit van niemand en dus van iedereen.
Wat je ziet als je naar de foto kijkt? Dat de mensen die ooit stonden te stapelen, meter na meter na meter, niet de nieuwe eigenaren werden van het land dat werd afgebakend. Dat muren vaker wel dan niet worden gebouwd door de mensen die erdoor moeten worden buiten gehouden. Maar ook dat muren er zijn om overheen te klimmen.
Sam Contis – Overpass, met een essay van Daisy Hildyard (Aperture, 2022)