Ossos is een melancholische en compromisloze film in gedempte en groezelige kleurenbeelden die de sfeer ademen van zwart-wit. Een langzame, starende film. Een film als een droevige bui die maar niet over wil gaan. Costa werpt in zijn film een unieke neerslachtige blik op Portugal, zoals zijn generatiegenoten Sharunas Bartas en Angela Schanelek intense treurnis kunnen vastleggen in respectievelijk Litouwen en Duitsland.
Costa volgt in zijn film een aantal personen die leven, of proberen te overleven, in de wijk Estrella d'Africa van Lissabon. Een mooie naam voor een haveloze wijk die eigenlijk al niet meer in Europa ligt, maar in de Derde Wereld. Costa’s hoofdpersonen zijn niet tegen het leven opgewassen. Ze zijn lamgeslagen en apathisch. Als de jonge Tina thuiskomt met haar pasgeboren baby, is dat dan ook geen begin, maar een einde. Kennelijk heeft ze geen idee hoe ze in haar uitzichtloze situatie een kind moet verzorgen. Ze sleept de gastank naar de slaapkamer, draait hem open en wacht af. De later binnenkomende vader is al even murwgeslagen. Hij grijpt niet in, maar laat zich ook op het bed vallen. Ze zijn tot niets in staat en alleen daarom loopt het drama aanvankelijk met een sisser af. Misschien zat er domweg niet genoeg gas in de tank om van dood te kunnen gaan.
Buurvrouw Clotilde gaat het niet veel beter. Toch is ze iets beter tegen het leven bestand. Ze laat Tina meewerken en meedelen met haar schoonmaakbaantjes en behoedt haar zo van een onmiddellijke ondergang. Ook een oudere verpleegster probeert zich over het jonge gezin te ontfermen, maar zelfs het aannemen van hulp blijkt een te grote opgave.
Costa heeft voor zijn noodlotsdrama geen bekende acteurs gebruikt. Hij vond zijn spelers in de wijk zelf en eigenlijk spelen ze min of meer hun eigen leven. Alleen een van de befaamde zusjes Medeiros (te weten Inês) speelt een kleine rol als prostituee. De authenticiteit van de spelers en de krachtige, mooie, maar niet verfraaiende fotografie zorgen samen voor een hoog realistisch gehalte in de film. Het lijkt erop dat Costa op deze manier dieper in het leven van de wijkbewoners doordringt dan met een documentaire mogelijk zou zijn. De strakke nuchterheid waarmee Costa de noodlottige ontwikkeling in beeld brengt, rechtvaardigt een vergelijking met de films van de grootste noodlotsfilmer Robert Bresson.
Nee, je wordt niet vrolijk van deze film, maar hij is van een hele grote schoonheid. Daar wordt ook anders over gedacht. Peter van Bueren (de Volkskrant) stoort zich aan de schoonheid. Hij vindt het te mooi en te bedacht. De vorm zou belangrijker zijn dan de inhoud. Zoals wel vaker gaat Hans Beerekamp (NRC) nog een stapje verder. Hij vindt Ossos slechte reclame voor de pure en dialoogarme cinema. Hij spreekt zelfs van Publikumsbeschimpfung.
Ossos is een film die zijn verhaal vertelt op een stille visuele manier. Zijn hoofdpersonen uiten hun machteloosheid niet door hard godverdomme te roepen maar bijvoorbeeld door roerloos in de gang van een ziekenhuis op de grond te blijven liggen. Daar kun je veel woorden aan besteden, maar als de witte jassen zwijgend afkeurend over hem heen stappen wordt er toch ook veel meegedeeld. Merkwaardig om dat op te vatten als een minachting van het publiek. Ik denk dat Ossos vooral laat zien dat Costa een hoge dunk heeft van zijn kijkers. Die hebben immers aan een half woord genoeg.

  • Ik heb hem al eens ‘geplust’, maar nu het nog kan, doe ik het graag weer. Taste of Cherry is het nieuwste meesterwerk van de Iraanse cineast Abbas Kiarostami die door mensen die het weten kunnen, wordt aangeduid als de belangrijkste levende filmmaker. Hij won er Cannes mee. Toch zul je de filmladder met een vergrootglas moeten spellen, want de film draait maar in een enkel zaaltje. En ik vrees niet voor lang.