Wil je kinderen en andere leken leren kijken naar en genieten van kunst, haal dan Ted van Lieshout in huis. Behalve schrijver/dichter en beeldend kunstenaar is hij oprichter en directeur van het originele, geprezen Papieren Museum (1 en 2), dat recentelijk ‘de deuren’ van zijn derde dependance De engel met twee neuzen voor het publiek ‘opende’.

Treed je binnen, dan neemt ‘museumgids’ Van Lieshout je onmiddellijk bij de hand en voert hij je enthousiast mee naar de ‘Grote Zaal’, ‘Kleine Zaal’, ‘Bibliotheek’, ‘Theaterzaal’, ‘Rookzaal’ en het ‘Muizenhol’, waar hij in begrijpelijke en lichtvoetige zinnen, kundig en met oog voor detail vertelt over hoe hij voor zijn Papieren Museum 3 op zoek ging naar de inspiratiebronnen van (kinderboeken)illustratoren en wat voor verrassende vondsten hij tijdens die zoektocht deed.

Van The Tjong Khings ‘picknick’ uit Het woordenboek van Vos en Haas (2002) reis je via Picasso’s Lunch in het gras (1961) naar diens gelijknamige bron van Edouard Manet uit 1863 en eindig je bij Marcantonio Raimondi’s kopergravure Het oordeel van Paris (1514/16). Via de boosaardige expressie op de gezichten van Jeroen Bosch’ gedrochten in De kruisdraging (1510-1515) gidst Van Lieshout je langs de boeventronies van de Vlaamse Klaas Verplancke terug in de tijd naar Pieter Brueghels Dulle Griet (1562) en weer vooruit in de tijd naar de eigenzinnige Dulle Griet van Carll Cneut, een van Vlaanderens grootste huidige talenten. Vanuit de postmodernistische landschappen van Henri Rousseau (1844-1910) kom je in Max Velthuijs’ Kikkerboeken terecht. Enzovoort.

Natuurlijk is de enerverende kunstreis uitgezet aan de hand van talrijke welgekozen kleurenfoto’s van de oorspronkelijke kunstwerken, voorzien van levendig commentaar van de illustratoren zelf. Niet minder levendig overigens zijn Van Lieshouts (kunst)historische achtergrondverhalen, anekdotes over bijvoorbeeld de voor de Gouden Eeuw unieke zwemlessen van de zusjes Anna (Roemers) en Maria (Tesselschade) Visscher en uitleg over kunststromingen als impressionisme en expressionisme. (Over Picasso: ‘Hij smeet, als het ware, zijn gevoelens op het doek.’)

Helder duidt Van Lieshout het verschil tussen ‘diefstal’ en inspiratie. De oude kunstwerken hebben de illustratoren als het ware ideeën ‘ingeblazen’. En iedere nieuwe tekening ‘zingt zich dan helemaal los van het voorbeeld en gaat een eigen leven leiden’. Precies daarom, vertelt Van Lieshout tijdens een tussenstop in zijn ‘museumkantoor’, heeft hij geen rangorde in ‘de tentoonstelling’ aangebracht. Die oogt daardoor wat vol en rommelig, maar blijft juist óók verrassen. En inspireren. Papieren Museum 3 is een rijk musée imaginaire om eindeloos in te dwalen.